Geld is niet meer het probleem in de energietransitie
Onze economie is gebouwd op goedkope, fossiele brandstoffen. De effecten van de klimaatverandering namen we op de koop toe, zodat we nu van een koude kermis thuiskomen. De nu noodzakelijke energietransitie kan inmiddels door gedaalde prijzen een gezonde businesscase opleveren. Waar wachten we nog op? Lees ook wat Duurzaam Gebouwd-expert Niels Rood (TKI Urban Energy) schrijft over de kosten van de energietransitie. “Vergeleken met niets doen is een paar miljard per jaar investeren op termijn een stuk goedkoper.”
Tekst: Niels Rood
Nu de aardgasprijzen door het dak gaan, is het uitgebreid isoleren van je woning ineens interessant aan het worden. Goed nieuws voor de CO2-uitstoot? Jazeker, maar in dit soort fluctuaties is altijd een keerzijde te ontdekken. Zo wordt het ook een stuk interessanter om kolen op te graven en die te verstoken. Kolen hebben echter een veel hogere CO2-uitstoot dan aardgas.
Voor de woningeigenaar vormen de hoge prijzen misschien een goede aanleiding om het huis ingrijpend aan te pakken en geschikt te maken voor de aardgasvrije toekomst. Met hogere subsidies in het kader van het aangekondigde Nationaal Isolatieprogramma zal het zeker extra aantrekkelijk worden. Bij TKI Urban Energy houden we in ieder geval rekening met een snelle toename van het aantal forse verduurzamingen in de woningvoorraad. Dat vergt een investering, maar de daling van de energierekening staat daar tegenover.
Energiebelasting
Wat kost het eigenlijk, de energietransitie? Over die vraag woedt al enige tijd een felle discussie. Toen het PBL in 2018 rapporteerde dat de afspraken in het Klimaatakkoord 3 miljard per jaar extra zouden kosten, concludeerden veel mensen dat dat niet zo’n probleem was. We verdienen tenslotte 900 miljard per jaar met zijn allen. Maar het cijfer werd betwist, onder andere door de Stichting Milieu, Wetenschap en Beleid (op energietransitie.net). Zij komen tot 12 miljard per jaar. Het belangrijkste verschil tussen beide sommen: reken je alle extra kosten mee of alleen de extra’s die nieuw waren in het Klimaatakkoord? Ook vóór het Klimaatakkoord waren er al ambities die geld kosten.
Stel, het is 12 miljard per jaar, hoeveel is dat eigenlijk? Het probleem met dit soort grote getallen is dat het moeilijk is om je er iets bij voor te stellen. Ik zal het daarom met een aantal cijfers vergelijken.
Het eerste getal slaat op de huidige jaarlijkse uitgaven van alleen de huishoudens aan de energierekening: ook zo’n 12 miljard. Dat zijn niet allemaal rechtstreekse kosten voor energie. Zo brengt de energiebelasting elk jaar 7 miljard euro op. Het variabele deel van de energierekening bestaat zelfs voor gemiddeld tweederde uit belastingen en daar dan de BTW nog overheen. Wel krijgt iedereen een vast bedrag terug. Dat is gedaan om zo vooral grotere particuliere verbruikers door de belastingen te raken. De Rijksoverheid heeft hiermee een forse knop in handen om aan te draaien. Vergeleken met de totale inkomsten van de overheid, jaarlijks zo’n 350 miljard, heeft de energiebelasting niet zoveel te betekenen.
De totale kosten van de huishoudens voor energie zijn ongeveer even hoog als de gematigde economische groei in de jaren 2014-2019. Daarom kon het demissionaire kabinet de gevolgen van de stijging tot ongeveer de helft vrij gemakkelijk verzachten via de energiebelasting. De snel herstellende economie na corona zal tot meevallers gaan leiden in dezelfde orde van grootte.
Mobiliteit kost ons ook energie, ongeveer eenvijfde van het totale verbruik in dit land, en ook dit is zwaar belast. Bedrijven en industrie gebruiken nog eens ongeveer 40% van de energie in het land. De echte grootverbruikers betalen echter een stuk minder energiebelasting. Er wordt weleens gepleit voor het verkleinen van het verschil met huishoudens, maar dat zou beperkt zin hebben; het maakt de binnenlandse productie over de hele linie duurder en dan betaal je het alsnog aan de kassa. Of de consument wijkt nog meer uit naar geïmporteerde spullen die de halve wereld zijn overgesleept.
Zon en wind
Kost de overstap naar duurzame stroom veel geld? Nu is het hoe dan ook allemaal nog prima op te hoesten, want nog steeds komt 89% van de totale energie uit fossiele brandstoffen. Maar ‘duurzaam’ vertoont een steile curve omhoog en het eindbeeld, dat we naast besparing het grootste deel van de resterende energiebehoefte uit duurzame bronnen halen, komt snel dichterbij. Kunnen we dat betalen?
De vraag of duurzaam veel geld kost, hangt af van je perspectief. Gas, olie en kolen hoef je niet op te wekken; uit de grond halen en verwerken is genoeg. Maar de gevolgschade leidt tot kosten die niet in de prijzen worden uitgedrukt. Bij duurzame energie is dat beter. De zon gaat letterlijk voor niets op, maar er stroom van maken kost natuurlijk wel wat. De belangrijkste kosten voor zonnestroom en windenergie zijn de turbines en de panelen met PV-cellen. Op dit moment is stroom uit een nieuwe duurzame bron al goedkoper dan stroom uit een nieuwe centrale op fossiele brandstof. Niet alleen in landen met veel zonneschijn, waterkracht of wind, maar ook in Nederland.
Toch heeft zon en wind nog subsidie nodig; in de SDE++ wordt dit jaar ongeveer 1 miljard euro aan windenergie uitgekeerd en 433 miljoen aan zon. Onlangs maakte het demissionaire kabinet bekend de middelen voor deze regeling te verhogen. Deze subsidie is bedoeld om duurzame stroom concurrerend te maken. Zou je echter de verkapte subsidies op fossiele energie meerekenen (de vervuiler betaalt dan eindelijk), dan is zon en wind allang goedkoper. Dit staat allemaal los van de nu sterk gestegen prijzen op de gasmarkt, die het herstel na corona met zich meebrengt. Zou dat blijvend zijn, dan concurreren zon en wind meteen al.
Warmte
Met zon en wind wekken we nu voornamelijk stroom op. Maar in Nederland gaat een belangrijk deel van de verbruikte energie (namelijk 42%) op aan warmte, die we vervolgens deels de lucht in laten vliegen door alle kieren en slecht sluitende brievenbussen in onze woningen en andere gebouwen. De besparing die we daarop in de komende tijd moeten gaan realiseren, is groter dan de nieuwe duurzame opwek op het land. Het benutten van warmte uit de omgeving (oppervlaktewater, bodem, lucht) moet een groot deel van de overgebleven warmtevraag leveren in plaats van het gas dat we nu verstoken.
Veel mensen maken zich zorgen over de kosten van die overstap; ze moeten fors investeren in hun huis. Op dit moment zijn die zorgen wel terecht, maar als de innovaties die nu op de markt zijn in de opschalingsfase terechtkomen, gaat dat snel veranderen. Werd er een paar jaar geleden nog zonder met de ogen te knipperen 15.000 euro gevraagd voor een warmtepomp van voldoende grootte, tegenwoordig kun je al voor 6.000 euro terecht. Een kleinere, voor een goed geïsoleerd huis of een kierdicht gemaakt appartement, kost nog maar 2.000 euro. De nieuwste generatie warmtepompen is ook stiller, kleiner en makkelijker te installeren. Verder zijn ze vaak schoner door het toepassen van betere koelmiddelen.
Kantelpunt
De eerdergenoemde 12 miljard als kostenplaatje voor de energietransitie is gebaseerd op de prijzen van nu. Ik ben er zelf van overtuigd dat ‘de grote verbouwing’ van de gebouwen in Nederland maar de helft gaat kosten van de prijzen waar nu nog mee gerekend wordt. Waar het EIB in een recent rapport over de proeftuinwijken nog uitkwam op een totaal van een halve ton per woning, zien we in de markt concepten die je huis pragmatisch isoleren en het toch per saldo energieneutraal maken voor bedragen van 13.000 tot 25.000 euro. Kosten voor achterstallig onderhoud zitten niet in in dit bedrag, maar het verschil is toch van grote betekenis.
In de markt vertellen ondernemers mij dat zodra producten in minder dan tien jaar zijn terugverdiend, particuliere woningbezitters in beweging komen. Veel producten zitten nu precies op dat kantelpunt. De snelle opmars van zonnepanelen die we op particuliere daken gezien hebben, geven die ondernemers voorlopig gelijk. Ook daar zakte de terugverdientijd onder de tien jaar en kwam de markt op gang.
Ook vergeleken met de economische groei is de energietransitie prima te betalen. Slechts een deel van de verwachte groei gaat op aan de omschakeling. Vergeleken met niets doen is een paar miljard per jaar investeren op termijn een stuk goedkoper, met name door de nadruk op het bestrijden van verspilling. Die investeringen komen naar je toe. Zodra je de investeringen hebt terugverdiend, heb je geen kosten meer, terwijl je zonder die investering nog energie zou moeten kopen. Vooral bouwkundige aanpassingen als dakisolatie hebben vaak een lange levensduur.
We hebben onze economie gebouwd op goedkope energie. Gevolgschade hebben we veel te lang buiten beschouwing gelaten en daar plukken we nu de wrange vruchten van. Maar nu de energietransitie door gedaalde prijzen een gezonde businesscase is, zelfs als straks de markt voor aardgas afkoelt, kon het wel eens hard gaan. De bottlenecks zullen in dat geval vooral de arbeidsmarkt en doorlooptijden van netverzwaring zijn. Geld lijkt in ieder geval het probleem niet.