Spannend: de prijsvorming in een bouwteam
De prijs voor de uitvoering van een werk is onderdeel van de onderhandelingen in een bouwteam. De onzekerheid over die prijsvorming is daarom ook een serieuze overweging bij de keuze voor een bouwteam. Expert Jaap de Koning (Witteveen+Bos) laat er uitgebreid zijn licht over schijnen.
Volgens De Koning is de prijsvorming het intiemste onderdeel van een project. Het gaat immers over de portemonnee van de opdrachtgever. Die wil niet te veel betalen en zoekt naar een goede balans tussen budget, kwaliteit en planning aan de ene kant en marge voor de aannemer aan de andere kant. Het bouwteam wordt steeds vaker gekozen om ‘gedoe’ in projecten te voorkomen. Vooral het samenwerken aan het meest optimale ontwerp wordt geroemd, maar daarbij blijft de prijs voor de uitvoering een gevoelig onderwerp. Hoe bereik je in dat proces naar ieders tevredenheid overeenstemming? De Koning is medeauteur van de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020 en erg goed op de hoogte van alle ins en outs.
Aanbesteding
De prijs voor de uitvoering speelt al in de aanbesteding van het bouwteam. Het is altijd een worsteling, stelt De Koning, met een waaier aan mogelijkheden. “Van oudsher wordt aan alle inschrijvers een ontwerp, zoals een VO, verstrekt. De aannemer maakt een raming en zet er zijn eenheidsprijzen en staartkosten in. Die worden dan vastgezet en zijn aan het eind van de bouwteamfase niet meer onderhandelbaar. Die kengetallen zijn dus in concurrentie tot stand gekomen en vormen de basis voor de definitieve aanbieding aan het eind van de bouwteamfase.”
“Je kunt ook alleen het bouwteam zelf aanbesteden, maar dat zou ik zelf niet verzinnen. Dan krijg je slechts concurrentie op de kosten van de bouwteamfase. Het is dan heel erg verleidelijk voor de aannemer om lekker laag te gaan zitten en daarna dat geld in de uitvoering terug te verdienen. Dat is een rare prikkel. Als je het in de aanbesteding helemaal niet over de prijs hebt, vraagt de opdrachtgever aan het begin van het bouwteam aan de aannemer wat het eigenlijk allemaal moet gaan kosten. Dat is ook niet zo heel handig. De opdrachtgever kan zijn budget wel vooraf aan de aannemer kenbaar maken, die dat dan beoordeelt. Die manier zit ook in ons model. De aannemer beoordeelt de informatie en als hij denkt dat het wel kan, committeert hij zich eraan.”
De Koning heeft een voorkeur voor het laatste: “Het past ook het beste in de bouwteamgedachte dat je open bent over wat je als opdrachtgever graag wilt realiseren, hoe je dat hebt uitgewerkt en wat je scope is op VO-niveau. Daar hoort ook bij dat je aangeeft wat het ongeveer moet gaan kosten. Je hoort liever van tevoren dat de aannemer denkt dat het budget veel te laag is dan helemaal aan het eind.”
Drie processen
Als het bouwteam eenmaal van start gaat, zijn er drie momenten die in een ideaal, ‘gezond’ proces het uiteindelijke prijskaartje opleveren, aldus De Koning. “Fase één is dat je een bedrag als gezamenlijk uitgangspunt vaststelt. Vervolgens pas je allebei open boek toe. Leg die cijfers op een aantal momenten naast elkaar en bepaal, als het ontwerp wat verder is uitgewerkt, of je nog binnen de bandbreedte zit. Als je dat goed doet, is de uitkomst aan het eind van de bouwteamfase geen verrassing meer. De aanbieding van de aannemer is dan een hamerstuk. Als dat op die manier niet lukt, kun je werken volgens artikel 12 uit onze Modelovereenkomst DG 2020. Daarin wordt heel systematisch beschreven hoe je stapsgewijs alsnog tot overeenstemming kunt komen.” Naast de prijs gaat het in deze fase, aldus De Koning, natuurlijk ook over de scope en het risicodossier. Samen met de prijs zijn dat communicerende vaten.
Lees nu het hele artikel met Jaap de Koning verder en gratis in ons digitale magazine Innovatieve Contracten en Aanbestedingen.
De Koning snijdt het thema prijsvorming ook aan tijdens het congres Gamechangers in de Bouw & Infra op donderdag 25 november (thema ‘Bouwteams: de hete hangijzers’. Bekijk hier het interessante programma of boek meteen je ticket.
Tekst: Ysbrand Visser
Beeld: Shutterstock