Autovrij Merwede toonbeeld van biodiversiteit en gezondheid
In Utrecht wordt gewerkt aan iets heel speciaals. De nieuwe stadswijk Merwede Utrecht tackelt een hele reeks kwesties met duurzame oplossingen. Van een wijk waar auto’s worden geweerd tot een leefomgeving waar biodiversiteit en gezondheid de boventoon voeren.
De nieuwe stadswijk Merwede Utrecht (kortweg Merwede) ligt tussen Park Transwijk en het Merwede-kanaal, ten zuidwesten van het Utrechtse centrum. In het ontwerp is nadrukkelijk ruimte gecreëerd voor innovaties op het gebied van mobiliteit, energie, gezondheid, sociale duurzaamheid en milieu. Zo wordt Merwede de eerste autovrije stadswijk van Nederland. Ook is het de eerste stadswijk met concrete richtlijnen en maatregelen voor biodiversiteit op gebiedsniveau. De komende jaren worden hier niet alleen zesduizend woningen gebouwd voor mensen, maar ook voor dieren, met verder volop ruimte voor rust en groen.
Voor deze ontwikkelingen is het Merwede LAB opgericht (zie kader onderaan). Daarin werkt de gemeente Utrecht samen met de projectontwikkelaars aan toepasbare innovaties, pilots en kennisdeling om zo de duurzame doelstellingen van Merwede waar mogelijk te verbeteren. Het Merwede LAB richt zich op vier belangrijke thema’s:
- duurzame energie
- circulair bouwen
- social design
- gezond stedelijk leven
Welzijn
De twee laatstgenoemde programmalijnen richten zich onder andere op de gezondheid van de toekomstige bewoners. Met als doel een gezond ecosysteem dat bijdraagt aan de veerkracht en het welzijn van mens én natuur, met positieve gezondheid als uitgangspunt. Op basis van de ‘interactieladder’ van Placemakers is bijvoorbeeld onderzocht hoe mensen elkaar in Merwede makkelijk kunnen ontmoeten en verbindingen kunnen maken. Of het een vluchtige blik is of een daadwerkelijke conversatie, alle facetten van ontmoeten zijn belangrijk voor het welzijn van bewoners.
Ook de aanleg van de (hoogstnoodzakelijke) fietsenstallingen in de plinten van de complexen biedt bijzondere mogelijkheden, aldus Mirjam Schmüll, de programmamanager van het Merwede LAB. “Het moeten prettige, multifunctionele ruimten worden, met veel daglicht, waar je naast het stallen van fietsen ook gereedschap kunt lenen, zodat het een plek wordt om te verblijven. Een plek waar je je buren tegenkomt, die verbinding bevordert en ontmoeting stimuleert.”
Biodiversiteit
In Merwede wordt dus nadrukkelijk gekozen voor een gezonde leefomgeving voor mens en dier. De biodiversiteit zal zorgvuldig worden uitgewerkt met concrete maatregelen, zodat een natuurinclusieve stadswijk ontstaat. Ook geldt in de toekomstige wijk het ‘Groen, tenzij- principe’ uit het meerjarenprogramma Ruimte voor Groen van de gemeente Utrecht. Dit betekent dat de wijk groen wordt ingericht, tenzij de ruimte voor een ander doel noodzakelijk is. Voor negen dieren in vijf groepen (Big Five; zie onder) komt er speciale aandacht.
Big Five
Tijdens de planontwikkelingsfase voor de dieren richt het Merwede LAB zich op het leveren van verschillende handvatten om de Merwede Biotoop te kunnen creëren, een uniform leefgebied voor de Big Five van Merwede:
- Vleermuizen
- Gierzwaluwen
- Kleine zandvogels
- Egels
- Insecten
Die vijf groepen zijn verder uitgewerkt naar negen doelsoorten: de grote klokjesbij, citroenvlinder, tjiftjaf, egel, gierzwaluw, huismus, gewone dwergvleermuis, laatvlieger en de bittervoorn. Voor het plan is onderzoek gedaan naar de diersoorten die in dit gebied ‘haalbaar’ en realistisch zijn, mét de voorzieningen die nodig zijn om tot duurzame populaties van die soorten te kunnen komen. Denk aan neststenen, zandige plekken, voedselplanten en struiken die zorgen voor verblijfplaatsen, voedsel, verbinding, veiligheid of variatie. Vervolgens is er voor de ontwikkelaars, per bouwblok, een concrete ecologische opgave gepresenteerd.
Vernieuwend
“Momenteel zijn we, in samenwerking met TAUW, bezig om de ontwikkelaars op basis van de opgave te ondersteunen met diverse handreikingen”, vervolgt Schmüll. “De schaal waarop dat gebeurt, in combinatie met de systeemgerichte ecologische aanpak, is vernieuwend. Het gezamenlijk werken aan dezelfde opgave zorgt voor een sterker en robuuster ecosysteem. Dat voorkomt een mozaïek aan projecten, waarbij het totale ecosysteem vergeten wordt. Dat gebeurt vaak als ieder voor zich op gebouwniveau werkt. De wijze waarop dit binnen Merwede systemisch is aangepakt - met de integrale manier van kijken naar de openbare ruimte, de binnentuinen en de maatregelen in de gevels en op de daken - is nog niet eerder gedaan.”
Autovrij
Zo ontstond er veel ruimte voor biodiversiteit en een natuurinclusieve omgeving. Schmüll: “Juist door de stadswijk autovrij te maken, is er genoeg plaats voor groen en voor speelruimte of aanleidingen om te spelen. Normaal begin je, als de bouwblokken vaststaan, met het uitleggen van de wegen. Hier zijn we samen met de landschapsarchitecten van LOLA begonnen met het uitleggen van een groen canvas. Met daarin eerst de bomenstructuur en de ruimte voor leidingen. Daartussen zijn uiteindelijk de paden gekomen. Dat is dus de omgekeerde manier van denken.”
“Het centrale pad dat door het parkachtige landschap van Merwede kronkelt, wordt ‘het dwaalspoor’ genoemd”, aldus Schmüll. “Er komt daar geen onderscheid tussen de verschillende gebruikers, zoals wandelaars, fietsers of sporters. Met het Louis Bolk Instituut gaan we nog onderzoeken of alle plannen wel aan hun theorie van ‘positieve gezondheid’ voldoen. Daarbij kijk je vanuit de wetenschap of er voldoende plekken zijn voor beweging, ontmoeting en ook voor rust. Dat gaat naast de fysieke gezondheid dus ook over de mentale gezondheid.”
Schaduw
In de plannen is er ook veel aandacht voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals hittestress. “Op tweehonderd meter van elke voordeur”, vervolgt Schmüll, “komen er meerdere schaduwrijke plekken van minimaal tweehonderd vierkante meter. En op veertig procent van alle belangrijke fiets- en wandelroutes in Merwede wordt gezorgd voor schaduw. Verder letten we heel goed op daglichttoetreding en bezonningeisen en we hebben ook gekeken naar het beschaduwen van de gebouwen en hoe de bomenstructuur zorgt voor beschaduwde plekken.”
“Met Frontwise Facades onderzoeken we bovendien de voordelen van groene gevels, waarbij onder meer wordt gelet op gezondheid, afkoeling, biodiversiteit, luchtkwaliteit en beleving. Verder wordt gekeken naar de hoeveelheid zon die je kunt realiseren, bijvoorbeeld in de binnentuinen. Zo willen alle partijen zoveel mogelijk zaken optimaliseren, zodat er ook prettige woningen komen.”
“Naast de vele plannen voor groen, biodiversiteit en gezondheid”, besluit Schmüll, “steken we ook veel tijd in het ontmoeten en verbinden van mensen. Of het nou in één van de vele fietsenstallingen is of in de openbare ruimte, zoals bankjes op de juiste plek. En we besteden ten slotte ook aandacht aan eigenaarschap. Dat heeft te maken met de verbondenheid met de plek, de invloed op de plek en het welzijn van de bewoners. Zo hebben we ook plekken in de openbare ruimte waaraan nu nog geen invulling wordt gegeven. Dat kunnen de bewoners samen later zelf doen.”
Advies- en ingenieursbureau TAUW werkt in opdracht van Merwede LAB aan de uitwerking van de Merwede Biotoop. Hun uitgebreide rapportage vind je in deze PDF. Je vindt Merwede ook op LinkedIn.
Het Merwede LAB is een gezamenlijk initiatief van de gemeente Utrecht en de projectontwikkelaars van Merwede (het eigenarencollectief). Op basis van zowel vragen uit het eigenarencollectief als kansen die het LAB identificeert, verbindt het Merwede LAB praktisch toepasbare innovaties uit de markt aan de ontwikkelende partijen van Merwede. Het eigenarencollectief bestaat uit de Gemeente Utrecht, BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling, Janssen de Jong, Greystar, AM, Synchroon, Boelens de Gruyter, G&S&, Roundhill Capital, Lingotto en 3T Vastgoed. Merwede LAB wordt onder andere gefinancierd door nationaal programma Kansen voor West, onderdeel van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
Tekst: Ysbrand Visser; Beeld: LOLA Landscape Architects