'Ik wil geen Don Quichot worden'
Hij wil geen Don Quichot worden – niet het gevoel hebben dat hij een hopeloze strijd voert. Zo maakt Bernard Wientjes duidelijk waar hij staat als hem wordt gevraagd naar de voortgang van de Bouwagenda. Als voorzitter van deze taskforce kijkt hij terug op de afgelopen periode en de anderhalf jaar die nog voor hem ligt in deze functie. Het realiseren van prototypen die vervolgens de productiefase halen is zijn vurige wens.
Bij de start van De Bouwagenda riep u op tot een revolutie in de bouw. Waar staan we nu?
“Daarop zijn twee antwoorden. De échte revolutie is voor burgers nauwelijks zichtbaar. Maar in het denken om te komen tot een heel andere aanpak van de verduurzaming van de gebouwde omgeving is echt sprake van een revolutie. Mijn ongeduld is dat we de komende tijd honderdduizenden woningen moeten gaan aanpakken en het zijn er nu maar honderden. Dat moet groeien naar tweehonderdduizend per jaar, anders halen we nooit in 2050 de doelstellingen van Parijs. Waar het om gaat is het omdenken van alle partijen. Dus een heel andere manier van denken dan een huis bouwen en dan weer een en dan weer een … Echt omdenken, want het verduurzamen van Nederland is zo’n groot concept. Goed, het heeft tijd nodig en de overheid speelt hierbij een centrale rol. Bij de overheid is echter een wisselend enthousiasme merkbaar over de kosten van de verduurzaming van Nederland.”
Waarom die voorzichtigheid?
“We zijn voor vier jaar benoemd door het vorige kabinet. We startten dus voordat er sprake was van een klimaattafel. Na vier jaar zou zijn begonnen met de uitvoering van verduurzaming. We zijn als Bouwagenda nooit benoemd om die uitvoering te doen, maar wel om alle voorwaarden te scheppen waardoor die uitvoering grootschalig kan plaatsvinden. Onze belangrijkste opdracht is de belemmeringen wegnemen die dat verhinderen. Dan doel ik op belemmeringen in wetgeving en toch ook in het denken van de overheid en bedrijven, tot en met de financiering van het geheel. We gebruiken daarvoor graag metaforen, zoals ‘roadmap’ en ‘rails’. Wij leggen dus de rails aan voor het nieuwe denken, we zetten de wagon erop en als wij over anderhalf jaar stoppen met de Bouwagenda moet de trein rijden en doorgaan tot 2050.”
Komt het nu niet vooral aan op het tempo van de uitvoering?
“Wij worden soms ook wel gedwongen om ons met die uitvoering bezig te houden zodat de ‘trein op gang komt’. Toch zullen we steeds weer teruggaan naar onze échte taak: belemmeringen wegnemen. Dat is precies wat we hebben gedaan de afgelopen jaren. Bijvoorbeeld, de overheid zo ver weten te krijgen dat een deel van verhuurdersheffing teruggesluisd wordt naar de corporaties die hun bezit verduurzamen. Dat was ons initiatief.”
Bernard Wientjes presenteert tijdens Gamechangers in de Bouw 2019
Wat zijn andere voorbeelden van wegnemen van belemmeringen?
“Kennis bundelen. Alle kennis in de bouw was totaal niet gebundeld, want men werkte niet samen. Vroegere samenwerkingsverbanden leidden immers tot ellende, denk terug aan de bouwfraude. Wij zeggen echter: je moet samenwerken. Dat leidde tot het oprichten van het Bouw en Techniek Innovatie Centrum (BTIC). Daarbij vinden we dat de bouwsector onvoldoende gedigitaliseerd is. Bij de aanbestedingen en uitvragen praat men vaak letterlijk langs elkaar heen. Daarvoor initieerden we de DigiDealGO. Het staat allemaal in de startblokken, maar het gaat pas echt functioneren als de eerste aanbestedingen op die manier plaatsvinden.”
De functie van de Haarlemmerolie?
“Wijzelf sluiten geen deals, wij zijn het smeermiddel dat ervoor wil zorgen dat het gebeurt. Een ander voorbeeld, de ‘human capital agenda’. In gewoon Nederlands, we hebben te weinig mensen in de bouw. Onze aanpak is dat we een akkoord willen tussen het mbo, de twee betrokken ministeries én de grote branches in de bouw. Met een aangepast curriculum voor wat wij de ‘klimaattechnicus’ noemen. Dus gericht op het verduurzamen van de gebouwde omgeving en met veel kennis van ICT. Daarbij moeten dit soort opleidingen ook interessant worden voor meisjes. Wij halen iedereen bij elkaar en zorgen dat er een convenant komt. De betrokken partijen werken dat uit, zij moeten het doen.”
Zitten stikstof en pfas de ambities in de weg?
“Dat is natuurlijk dramatisch. Iedereen raakt daardoor in de paniekstand, ook de overheid. Soms ben ik buitengewoon optimistisch! Maar dergelijke belemmeringen zijn echt heel slecht voor het doel om acht miljoen gebouwen te verduurzamen. Het gaat nu om maar één ding: hoe krijgen we de bouw weer aan de praat? Op dit moment verlamt de paniek rondom stikstof en pfas de interesse daarin. De premier noemt het ‘de grootste crisis’ in zijn regeerperiode. Ik hoop dat het leiderschap in de politiek ervoor gaat zorgen dat de bouw op korte termijn weer aan de slag kan.”
Wat zou men op die korte termijn kunnen doen?
“Bijvoorbeeld de norm voor PFAS omhoog bijstellen. Dat een overheid buitengewoon allergisch reageert op stoffen die gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid, tot zelfs kankerverwekkend aan toe, vind ik begrijpelijk. Daar heb je een overheid voor. Loopt zoiets echter al bijna veertig jaar … dan zou je nu ook even een time-out kunnen vragen om met deskundigen uit te zoeken hoe je dit echt zo goed mogelijk aanpakt. Wat vooral niet moet gebeuren, is zoiets onder het tapijt vegen, want dat mag een overheid nooit doen. Maar wees realistisch, hoe lang koken we al niet met pannen die een antiaanbaklaag hebben. Dus er is ook tijd om te kijken naar een echte oplossing. Aan de andere kant, de snelheidsbeperking. Die 100-kilometerlimiet zou niet snel ingevoerd kunnen worden? Boven alle snelwegen hangen matrixborden, daar kun je dat gewoon vandaag nog mee regelen. Waarom maanden wachten?”
Zorg bij bouwers is dat ze niet mogen bouwen maar wel loon moeten doorbetalen …
“Daar heb ik laatst iets over gezegd bij een lezing. We vinden dat er te weinig jonge mensen naar de bouw gaan. Maar moet je daarom vechten voor een deeltijd-WW? Ik vind van niet, want welke ouder zal zijn of haar kind naar een bedrijfstak verwijzen waar je kunt werken in een deeltijd-WW? Dat doe je niet! Ik kan me het bedrijfstechnisch voorstellen, maar voor de beeldvorming rond de bouw is het catastrofaal. De oorzaken los je namelijk niet op met werken in deeltijd en een WWuitkering.”
Wat krijgt de aandacht de laatste anderhalf jaar van De Bouwagenda?
“Waar onze thema’s en initiatieven nu al een vervolg krijgen, zullen we dat monitoren. Is een extra duwtje nodig, dan geven we dat. We kozen vier actielijnen waarmee we het verschil willen maken. Als eerste de ontzorging van de particuliere woningeigenaar die moet verduurzamen. Onderzoek wijst uit dat de gemiddelde Nederlander niet erg bereid is veel van zijn inkomen af te staan voor ‘het klimaat’. Wij maken daar nu juist een speerpunt van omdat maar een paar procent van de mensen uit eigen beweging wil verduurzamen. Als je dit weet, besef je ook dat dwang niet helpt. Je moet het aantrekkelijk maken.”
Hoor ik hier de wortel in plaats van de stok?
“De stok zal ook nodig zijn, we gaan immers van het aardgas af en dat is de stok. Maar, particuliere woningbezitters dwingen? Dat is politiek onhaalbaar. Dus we moeten ze verleiden om maatregelen te nemen en ze te ontzorgen. Let wel, dan gaat het dus om vierenhalf miljoen mensen. Grootschalige aanpak is echt noodzakelijk. Tussen de burger en de buitenwereld moet een publiek orgaan komen te staan dat echt ontzorgt en dat advies loskoppelt van de belanghebbende leverancier. Het gaat om borging van echt goed advies vanuit een integrale visie. Dat kan door een quick-scan van een huis te maken en dat te verbinden aan de voorgenomen wijkaanpak om van het gas af te komen. Vervolgens komt er een rekensom die aangeeft wat per maand meer gaat kosten en wat minder. Zo zal energieconsumptie dalen en daardoor goedkoper worden voor de bewoner, maar de investering in verduurzaming vraagt ook een bijdrage. Dit alles wordt helemaal uitgezocht door de nieuwe ‘ontzorgings-instantie’, inclusief de financiering. De ontzorgings-instantie zorgt tevens voor een perfecte uitvoering. Dit is volgens ons de enige manier om het voor elkaar te krijgen dat vierenhalf miljoen particuliere woningbezitters gaan verduurzamen.”
Wat is voorwaarde voor succes?
“Het draait om de financiering en die moet wat ons betreft gebouwgebonden worden. Het staat ook zo in het regeerakkoord. Daarbij moet het wel een businesscase voor de banken worden, anders werken die niet mee. Tot nu zitten banken vast aan de zorgplicht die ze naar de bewoner toe hebben. Wij zeggen dan: bedenk een systeem dat die bewoner irrelevant maakt, omdat het gebouw klant van de bank wordt. Er komt dus een last op het gebouw van bijvoorbeeld vijftig of honderd euro per maand. Bovendien kan het kijken naar de eigenaren door de banken verhinderen dat je grootschalig aan de slag kunt. Zijn er mensen in een straat met een slechte BKR-aantekening, dan is dat een belemmering. Daarom zetten wij ons in voor de gebouwgebonden financiering. Voor de uitvoering kan de markt dan meedoen in de tenders die voor dergelijke wijkgebonden projecten worden uitgeschreven. Alles om maar toe te werken naar die zo noodzakelijke grootschalige aanpak. Echter, tegen dit alles is veel weerstand in ‘Den Haag’, omdat dit concept juridisch bijna onmogelijk is.”
Wat staat nog meer op stapel?
“Dat is de aanpak voor huurwoningen. Daarbij gaat het erom dat corporaties middels een tendersysteem samenwerken om bepaalde typen woningen in één keer te verduurzamen. Liefst vijfhonderd of meer per project. De corporaties krijgen door zo’n tender een subsidie per woning. Onze gedachte is wel dat de overheid zich nu echt moet uitspreken dat het aantal verduurzaamde woningen moet groeien tot zo’n tweehonderdduizend per jaar. Dat is namelijk de voorwaarde voor bedrijven om te investeren. Dan kunnen we ook gaan opschalen en krijgt ook ons kennisinstituut BTIC een grote rol. Componenten als bijvoorbeeld warmtepompen kunnen dan ook beter én goedkoper worden. Een voorstel voor de eerste Renovatieversneller ligt nu ter consultatie bij deskundigen. Naar onze mening is het nog te weinig gericht op echte grootschaligheid, maar dat is een technisch detail. Het gaat erom dat we kunnen beginnen, en dat er een eerste prototype komt.”
Ik begrijp dat aanbesteden ook een speerpunt is, wat speelt daar?
“Daar voel ik mij een Don Quichot, het is zó moeilijk. Iedereen wil met je praten en iedereen vindt dat het systeem niet werkt omdat het alleen maar op prijs is gebaseerd en dat innovatie zo niet wordt gestimuleerd. Onderzoek wijst echter uit dat bij aanbestedingen, ook de grote en ook die van de overheid, nog steeds veelal op prijs wordt gegund aan een partij. De marges in de bouw zijn laag en als een lage prijs bepalend blijft, zullen faillissementen volgen. Er zijn uitzonderingen, zoals Rijkswaterstaat, dat actief is met onderzoek. Ook het Rijksvastgoedbedrijf en ProRail nemen stappen. Wij ondersteunen dat van harte en kijken hier vooral hoe we bij kleinere aanbestedingen ervoor kunnen zorgen dat innovatie beloond wordt en dus niet meer op prijs alleen wordt gekozen. We hopen in de komende anderhalf jaar met een prototype te komen dat de lokale overheden en de particuliere markt kunnen inzetten.”
Wat is het vierde aandachtspunt de komende tijd?
“Dat zijn bruggen en sluizen. Het gaat om duizenden objecten. Kijken we naar bruggen, dan weten we dat elke brug nu nog helemaal opnieuw wordt ontworpen. Er wordt daarbij nauwelijks gebruik gemaakt van kennis die is opgedaan bij eerdere projecten. Het gaat ons er niet om dat bruggen als eenheidsworst geproduceerd gaan worden, maar wel willen we circulaire materialen toegepast zien en ook een standaardisatie in materialen en wijzen van bevestigingen. Daarover zijn we nu volop in overleg met de provincies Noord-Holland en Overijssel. Daar zitten echt goede mensen en Koene Talsma van onze Taskforce hoopt daar binnenkort de eerste prototypen te kunnen presenteren. Misschien spreekt dit het grote publiek minder aan, maar denk aan de sluizen: hoe ziet de waterhuishouding eruit over twintig jaar? En wat betekent het voor bruggen dat we ‘treinen’ van autonoom rijdende vrachtwagens gaan krijgen. De belasting van bruggen zal daardoor toenemen. Zijn die bruggen daarop gebouwd?”
Welke prototypes zijn nu ontwikkeld?
“Nou, ze zijn nog niet ontwikkeld. Wel staan enkele op het punt van lancering. Bijvoorbeeld de Renovatieversneller [zie kader, red.], dat is voor mij een echt ‘hard’ prototype. Als het eerste ‘mandje’ van bruggen wordt aanbesteed op basis van onze systematiek, zal ook dat een prototype worden dat een vervolg krijgt. Wij verzetten ons tegen pilots, die steunen we ook niet. Het woord ‘pilot’ is verboden in dit huis. Een pilot slaagt namelijk altijd, maar zal zelden een vervolg krijgen en verdwijnt in een lade.”
Wat brengt de toekomst na de Bouwagenda?
“Ik ben nog lang niet klaar. Ik ben voorzitter bij de chemie, president-commissaris bij KPMG en zit bij de sportraad. Persoonlijk heb ik ook in de toekomst genoeg te doen, maar dit onderwerp [De Bouwagenda, red.] laat je niet los.”
Dit interview verschijnt in Duurzaam Gebouwd Magazine 46, dat in de tweede helft van maart verschijnt. Je leest al onze magazines digitaal en gratis via de kennisbank.
Tekst Tom de Hoog, Beeld: De Bouwagenda