Rolverandering van adviseren naar oplossen
Een duurzaam gebouw rendeert, dat is duidelijk. Beleggers en vastgoedontwikkelaars leggen vaker de focus op een toekomstbestendig gebouw, dat meerwaarde biedt op energie-efficiëntie en bijdraagt aan het welzijn van gebruikers. De vraag naar duurzame gebouwen stijgt en opdrachtgevers zoeken vooral naar integrale oplossingen.
Deze sterkere nadruk op duurzame ontwikkelingen is Edwin van Eeckhoven van C2N niet ontgaan. Voor zijn organisatie betekent de focus een verschuiving. “We zetten al geruime tijd in op adviestrajecten rondom BREEAM-certificeringen en voeren energieaudits uit. Die activiteiten worden gevoed door de hogere waarde die toekomstbestendige gebouwen krijgen toebedeeld.”
Op de Zuidas van Amsterdam zien we dat terug in de grote hoeveelheid certificeringen en duurzaamheidsonderscheidingen in de diverse kantoorpanden. Daar realiseren ontwikkelaars waardevaste gebouwen, enerzijds omdat op die locatie een BREEAM-certificering verplicht is, anderzijds om ervoor te zorgen dat het gebouw voor hedendaagse en toekomstige huurders aantrekkelijk is.
Behoefte aan verduurzaming
Dat maakt de behoefte groter om aan de slag te gaan met verduurzamingsmaatregelen. “Die behoefte proeven wij als geen ander. Voor ons is het een uitdaging om deze ambities te vertalen naar concrete ontwerpen en realisaties.” Tegelijkertijd blijft een deel van de markt achter in ambitie. Zo zijn veel mkb’s nog aan het afwachten. “Dat komt onder andere door de wet- en regelgeving, die achter de markt aanloopt. Daarnaast is er vanuit deze markt weinig bewustzijn over wat er de komende jaren precies gaat gebeuren.”
Zo komt de eis voor label C in kantoren eraan. In 2023 moet dit label minimaal behaald zijn. Zo niet, dan riskeert de eigenaar de sluiting van het gebouw, wordt het onmogelijk om dit te verhuren of riskeert hij een forse boete. Daarnaast zijn er stappen op aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. “De grootste uitdagingen zitten in bewustwording over deze plannen en de financiering om de verduurzaming rendabel te krijgen. Doordat behoeftes veranderen richten we ons op een rol die meer weg heeft van het leveren van oplossingen dan enkel advisering. We zien de markt dan ook bewegen naar een integrale aanpak, bijvoorbeeld door consortia op te richten die aan de slag gaan met een specifieke opgave. Als C2N leveren we dan geen rapport meer op, maar een duurzaam gebouw, dat aantoonbaar voldoet aan nieuwe wetgeving en klantambities. Klaar voor de toekomst dus. Als projectmanagers en duurzaamheidsspecialisten ligt deze aanpak dan heel erg voor de hand.”
Energie, grondstoffen en gezondheid
Op dit moment ligt de nadruk bij verduurzaming nog op het energievraagstuk, maar dit gaat de komende jaren kantelen. “Voor een grote klantengroep is dit onderdeel nog steeds leidend. Maar we zien ook klanten die zich al richten op de grondstoffenproblematiek en hier proberen een goede invulling voor te vinden. Daarnaast is er meer aandacht voor gezondheid.” Die tendens zien we onder andere terug in het project The Edge, waar niet alleen is gestuurd op energie-efficiëntie, maar ook op het welzijn van gebruikers. “De verhuurder richtte zich met het gebouw op de gezondheid van medewerkers en het comfort. Het is een logische beredenering als je kijkt naar de war for talent die al een tijdje gaande is. Medewerkers hebben het tegenwoordig voor het uitkiezen, dus je moet daarin iets extra’s kunnen bieden.”
Lightline 1-6 te Zoetermeer, met energielabel A na renovatie
Een belangrijk streven is om de verduurzamingsoplossing te laten passen in de organisatiestructuur en overtuigingen. “Wij onderzoeken altijd wat de doelstellingen zijn. Daardoor zien we het project in bredere context. Welke impact heeft de verduurzaming bijvoorbeeld op primaire processen? Op welke manier kun je het toekomstbestendig maken van je gebouw benutten in je externe communicatie? Op die vragen proberen we een antwoord te geven, zodat we een dubbele meerwaarde toekennen. Aan het gebouw én aan de bedrijfsvoering. Dan levert een verduurzaming pas echt op.”