LCA: wat kun je ermee?
LCA staat voor LevensCyclusAnalyse. Het is een wetenschappelijke methode om de milieubelasting van een product of dienst ‘van wieg tot graf’ te bepalen. In dit traject van wieg tot graf vinden processen plaats waarbij verschillende milieueffecten optreden. Een LCA maakt deze milieueffecten inzichtelijk. Zo kun je zien waar en welke milieueffecten optreden. In een vergelijkende LCA kun je op deze wijze producten met elkaar vergelijken op basis van hun milieubelasting.
In een LCA worden in principe alle processen meegenomen die het milieu beïnvloeden, te beginnen bij de grondstofwinning, vervolgens de productiefase en gebruiks- c.q. onderhoudsfase en ten slotte de ‘einde levensduur’-fase. Ook worden alle transportprocessen meegenomen, het verbruik van energie om de producten en halffabricaten te vervaardigen en de verwerking tijdens de productie vrijkomende materialen. Wanneer het product klaar is om de fabriek te verlaten, wordt het vervoerd naar de bestemming op het werk. De milieueffecten van het transport naar de bouwplaats en de eventuele processen die daar plaatsvinden, worden ook meegenomen.
Bij milieueffecten in de gebruiks- en onderhoudsfase moet gedacht worden aan eventueel energieverbruik en/of onderhoud, zoals kleine reparaties of vervangingen. Daarnaast zijn er materialen, zoals zink, die tijdens de gebruiksfase kunnen uitlogen. De milieueffecten hiervan worden ook meegenomen.
Wanneer een product uiteindelijk aan het einde van zijn levensfase terechtkomt, worden in de LCA-berekening eventuele sloopprocessen meegenomen en wordt een product verwerkt in een einde levensduurscenario. Al deze processen worden meegenomen in een LCA berekening.
Niet meegenomen processen
Een paar dingen worden niet meegenomen in een LCA. Dit geldt bijvoorbeeld voor de productie van hulpstoffen met een massapercentage kleiner dan 1%. Ook het transport van werknemers en materieel wordt buiten beschouwing gelaten, evenals menselijke arbeid. In de onderhoudsfase wordt het schoonmaken en reinigen van materialen buiten beschouwing gelaten.
In eerdere LCA-berekeningen werden kapitaalgoederen – waaronder fabrieken, wegen en de productie en onderhoud van vrachtwagens voor transport – buiten beschouwing gelaten. Tegenwoordig worden deze zo veel mogelijk meegenomen. Niet iedereen hanteert dezelfde set met milieueffecten. Zo bestaat er onderscheid tussen de Nederlandse methode en de Europese, hoewel harmonisatie wordt nagestreefd. En NIBE rekent met extra milieueffecten als landgebruik en hinder.
De door verschillende partijen gebruikte sets milieueffecten
Milieueffecten vergelijken
Het onderstaande figuur laat de verschillende stappen zien om van grondstoffen te komen tot aan verborgen milieukosten. Van iedere stof is wetenschappelijk bepaald hoeveel effect het heeft op een milieuprobleem. Dat wordt in een bepaalde eenheid uitgedrukt. Voor bijvoorbeeld het broeikaseffect is dat in CO2-equivalenten. Maar methaan heeft een veel groter effect op het broeikaseffect: 1 kilo methaan heeft hetzelfde effect als 21 kilo CO2. 1 kilo methaan komt daarom dus overeen met 21 kilo CO2-equivalenten.
De volgende stap is om de verschillende milieueffecten met elkaar te vergelijken. In de Bepalingsmethode is ervoor gekozen om alle milieueffecten in euro’s uit te drukken. NIBE maakt onderscheid tussen verontreinigingen, uitputting, landgebruik en hinder. Deze categorieën vormen samen de verborgen milieukosten of schaduwkosten van een product en worden uitgedrukt in euro’s. Dit bedrag geeft een beeld van de kosten die nodig zijn om de milieueffecten te voorkomen en in een enkel geval om de milieueffecten teniet te doen.
De wijze van monitariseren van milieueffecten
Vergelijken
Producten kun je vergelijken op basis van de prestatie die ze leveren. Daarom is het begrip 'functionele eenheid' ingevoerd. Dus niet per hoeveelheid product. Dat is vooral belangrijk voor vergelijkingen, bijvoorbeeld tussen twee productalternatieven. Zo worden twee verschillende typen verf vergeleken op basis van het geverfde oppervlak. Dus niet per liter verf. Per liter is dubbeldekkende verf waarschijnlijk slechter voor het milieu dan gewone verf. Per hoeveelheid geverfd oppervlak ligt dat mogelijk anders. Ook kan de kwaliteit van de verf verschillen. Daarom moet de levensduur van de verflaag eveneens worden meegenomen in de beoordeling. Ook dat gebeurt in de functionele eenheid.
People, Planet en Prosperity
In een LCA drukken we tot op heden de Planet uit, de milieueffecten van een product. Een LCC (LifeCycleCosting) bepaalt de Profit-/Prosperity-aspecten. Tot voor kort waren er nog geen mogelijkheden om een sociale LCA te maken, die de keten inzake sociale aspecten in kaart brengt. IVAM en NIBE zijn bezig zo’n s-LCA te ontwikkelen en hebben besloten dit nu verder samen te ontwikkelen. NIBE was op Duurzame Dinsdag 2014 met zijn voorstel voor een s-LCA genomineerd voor de DuDi14 prijs. Inmiddels is deze ontwikkeling ver genoeg dat pilots gestart kunnen worden.
Deze figuur laat zien hoe je People, Planet en Prosperity middels een LCA geheel in kaart kunt brengen
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Nederland loopt niet in de pas met Europese bepalings methoden! tav: In de onderhoudsfase wordt het schoonmaken en reinigen van materialen buiten beschouwing gelaten: In de bepalingsmethode volgens EN15804 (milieuprestatie van bouwproducten) en EN15978 (milieuprestatie van gebouwen) worden de onderhoudsaspecten wel beoordeeld. Deze onderhoudsaspecten kunnen een niet te verwaarlozen bijdrage geven aan de totale milieubelasting en kunnen zeer wel doorslaggevend zijn in de ontwerpkeuze. - t.a.v.: Kapitaalgoederen - Tegenwoordig worden deze zo veel mogelijk meegenomen: Dat doen we niet in de CEN normen en niet in de overeenkomstige ISO-normen. De beoordeling van de product en/of de gebouwprestatie is gevraagd. Voor de productie en het onderhoud van kapitaal goederen is een gezamelijke beoordelingsgrondslag bovendien zeer moeilijk te normeren en is elke vergelijking bij voorbaat unfair -t.a.v.: hoewel harmonisatie wordt nagestreefd.: Helaas kan worden vastgesteld dat ook in de nieuwe voorstellen voor de beoordelingsmethodiek volgens de Nationale Milieu Database (NMD) veel meer spreekt van “in afwijking van de EN15804 en EN15978” dan “overeenkomstig met EN15804 en EN15978”. Daarmee wordt de Nederlandse Bouwkolom geen dienst bewezen: de data uitwisseling kan dan alleen maar tegen aanzienlijke meerkosten - t.a.v.: hinder:Hinder is geen milieuaspect maar een sociaal aspect. In de Europese context worden verschillende vormen van hinder onderscheiden in de norm voor de beoordeling van de sociale prestatie van een gebouw: EN16309. - t.a.v.: Producten kun je vergelijken op basis van de prestatie die ze leveren: Ietwat uitvoeriger: Bouwpproducten kun je alleen maar vergelijken in de bijdrage die ze leveren in en tijdens hun toepassing in het gebouw. - t.a.v.: . Tot voor kort waren er nog geen mogelijkheden om een sociale LCA te maken, die de keten inzake sociale aspecten in kaart brengt: De Europese norm EN16627 - assessment of the economic aspects of a building - ligt momenteel voor ter goedkeuring. Naar verwachting zal ook deze norm in de zomer van 2015 gepubliceerd worden. Daarmee is er voor een duurzaamheidsbeoordeling op de 3P’s, People Planet Profit, een volledige set Europese normen beschikbaar. Het stemt tot nadenken als Nederland deze Europese normen niet respecteert: niet alleen riskeert Nederland daarmee een handelsbarriere op te werpen voor de rest van de Europese markt, maar worden ook Nederlandse fabrikanten van bouwproducten min of meer gedwongen alweer een andere LCA analyse te laten maken, tegen vanzelfsprekend weer extra kosten. Het is zeer afzienbaar dat bovendien de declaratie van milieuprestaties onder de CE-markering voor producten gaat vallen en naast de andere productkarakteristieken opgenomen moeten worden in de verplichte Product Prestatieverklaringen (DoP=Declaration of Performance). De prestaties die daar verklaard moeten worden moeten volegns een Europees geharmoniseerde methode uitgevoerd zijn. Elke andere andere prestatieverklaring op de vastgelegde milieuindicatoren moet identiek zijn met die in de DoP en onder de CE-markering. De Nederlandse methodes acht ik dan ook niet erg “duurzaam”.
Nederland loopt niet in de pas met Europese bepalings methoden! - tav: In de onderhoudsfase wordt het schoonmaken en reinigen van materialen buiten beschouwing gelaten: In de bepalingsmethode volgens EN15804 (milieuprestatie van bouwproducten) en EN15978 (milieuprestatie van gebouwen) worden de onderhoudsaspecten wel beoordeeld. Deze onderhoudsaspecten kunnen een niet te verwaarlozen bijdrage geven aan de totale milieubelasting en kunnen zeer wel doorslaggevend zijn in de ontwerpkeuze. - t.a.v.: Kapitaalgoederen - Tegenwoordig worden deze zo veel mogelijk meegenomen: Dat doen we niet in de CEN normen en niet in de overeenkomstige ISO-normen. De beoordeling van de product en/of de gebouwprestatie is gevraagd. Voor de productie en het onderhoud van kapitaal goederen is een gezamelijke beoordelingsgrondslag bovendien zeer moeilijk te normeren en is elke vergelijking bij voorbaat unfair -t.a.v.: hoewel harmonisatie wordt nagestreefd.: Helaas kan worden vastgesteld dat ook in de nieuwe voorstellen voor de beoordelingsmethodiek volgens de Nationale Milieu Database (NMD) veel meer spreekt van “in afwijking van de EN15804 en EN15978” dan “overeenkomstig met EN15804 en EN15978”. Daarmee wordt de Nederlandse Bouwkolom geen dienst bewezen: de data uitwisseling kan dan alleen maar tegen aanzienlijke meerkosten - t.a.v.: hinder: Hinder is geen milieuaspect maar een sociaal aspect. In de Europese context worden verschillende vormen van hinder onderscheiden in de norm voor de beoordeling van de sociale prestatie van een gebouw: EN16309. - t.a.v.: Producten kun je vergelijken op basis van de prestatie die ze leveren: Ietwat uitvoeriger: Bouwpproducten kun je alleen maar vergelijken in de bijdrage die ze leveren in en tijdens hun toepassing in het gebouw. - t.a.v.: . Tot voor kort waren er nog geen mogelijkheden om een sociale LCA te maken, die de keten inzake sociale aspecten in kaart brengt: De Europese norm EN16627 - assessment of the economic aspects of a building - ligt momenteel voor ter goedkeuring. Naar verwachting zal ook deze norm in de zomer van 2015 gepubliceerd worden. Daarmee is er voor een duurzaamheidsbeoordeling op de 3P’s, People Planet Profit, een volledige set Europese normen beschikbaar. Het stemt tot nadenken als Nederland deze Europese normen niet respecteert: niet alleen riskeert Nederland daarmee een handelsbarriere op te werpen voor de rest van de Europese markt, maar worden ook Nederlandse fabrikanten van bouwproducten min of meer gedwongen alweer een andere LCA analyse te laten maken, tegen vanzelfsprekend weer extra kosten. Het is zeer afzienbaar dat bovendien de declaratie van milieuprestaties onder de CE-markering voor producten gaat vallen en naast de andere productkarakteristieken opgenomen moeten worden in de verplichte Product Prestatieverklaringen (DoP=Declaration of Performance). De prestaties die daar verklaard moeten worden moeten volgens een Europees geharmoniseerde methode uitgevoerd zijn. Elke andere andere prestatieverklaring op de vastgelegde milieuindicatoren moet identiek zijn met die in de DoP en onder de CE-markering. De Nederlandse methodes acht ik dan ook niet erg “duurzaam”. .
Interessante reactie van Chris. Ik vind het gedoe rondom LCA overigens een beetje zwaar aangezet. De milieuimpact van bouwmaterialen is klein vergeleken met de milieuimpact van energiegebruik van het gebouw, en dat is weer kleine vergeleken met de milieuimpact van vervoer van personen die in het gebouw wonen of werken. Daarbij is het uitvoeren van LCA's voor nieuwe gebouwen zeer tijdrovend en dus kostbaar. Het lijkt zinvoller om (vaak academisch geschoolde) technische zich te laten bezighouden met het zorgen voor een energieefficient en comfortabel gebouw, in plaats van hen af te beulen met het doorrekenen van LCA's die inhoudelijk discutabel zijn en waarbinnen bijvoorbeeld 'aluminium' afkomstig uit kolenland Duitsland gewoon dezelfde milieuimpact heeft als aluminium uit Zweden of Frankrijk - hoewel de energie in die landen veel schoner is dan de vuile bruinkoolstroom uit Duitsland. Is zo'n LCA nou echt zo nuttig? Of is het slechts werkverschaffing? De snelheid waarmee de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd vorig jaar toenam was de hoogste in de geschiedenis. Eindeloze LCA rekensessies lijken mij een hoogst ineffectieve investering van (technische geschoold) menselijk kapitaal.
Joris, ik kan een heel stuk met je mee gaan! Zeker als het gaat om de impact en het gewicht van de energieprestatie van het gebouw. Die krijgt nog steeds veel te weinig aandacht in het duurzaam ontwerpen van gebouwen. Als men al over duurzaamheid en energie spreekt dan is het over de LEVERING van DUURZAME energie. Energie-effiency en zeker energie -sufficiency (botweg een maximum stellen aan het energiegebruik) worden stiefmoederlijk behandelt! En dan is er veel te veel focus op de milieuprestatie van bouwproducten en bouwmaterialen. Het zijn marginale verschillen in de milieuprestatie van vergelijkbare producten en materialen. Dat gaat dan totaal voorbij aan het feit dat de meeste materialen en producten hun levensduur waarop de milieuprestatie gebaseerd is nimmer nooit realiseren: lang voor die tijd worden ze uit het gebouw gesloopt. Kijk eens om je heen waar een net iemand verhuisd is. De meest duurzame bouwmaterialen belanden vroegtijdig in de puincontainer! Zelden is er iemand die oog heeft voor het aanpassingsvermogen (adaptief vermogen) en flexibiliteit van gebouwen. Onze scenarios in de modellen zijn niet opgewassen tegen de realiteit van steeds weer veranderende woon en gebruikseisen. Alleen als je dat wilt inzien (en dus niet de arrogantie hebt nu te bepalen hoe we over 50 jaar moeten wonen) kun je de meeste milieuwinst behalen door een ontwerp te maken dat met zeer geringe middelen (en kosten) gemakkelijk aangepast kan worden aan de woon- en gebruik-eisen die toekomstig zullen gelden. Welke die eisen ook zullen zijn. Dan is een goed geïsoleerde gebouwschil voor een "loft", ingevuld met container-achtige units met uitstekende akoestische eigenschappen en onbrandbare materialen, misschien wel de duurzame oplossing die ook zonder veel berekeningen vertrouw op zijn/haar prestaties. Laten we ond daarom niet verliezen in geneutel aan de onderkant van de bouwketen, maar eerst een gezonde visie op duurzaamheid toepassen op de functionaliteit en technische prestaties van het ontwerp. Alleen vrees ik steeds meer dat in onze huidge samenleving het concept van een duurzame bouw niet aanwezig is omdat een samenhangende visie over duurzaamheid ontbreekt of zelfs verdwenen is. Duurzaamheid moet. Maar het is wel tijd voor een herbezinning hier op!
Mee eens Chris. Maar je zult lang kunnen wachten op een samenhangende visie op duurzaamheid. Het werkveld 'verduurzaming' wemelt van de dwazen, oplichters en opportunisten, die zich schaamteloos te buiten gaan aan leugens, misleiding en bedrog. Ik zie dat in mijn werk (sr. specialist duurzaamheid en energie in de gebouwde omgeving) bijna dagelijks. Willen we echt duurzaam zijn, dan zullen we moeten werken met inachtneming van kennis op het gebied van natuurkunde, economie en techniek. Op dit moment is dat niet of nauwelijks het geval. Om een mooie Amerikaanse uitdrukking te gebruiken: "The lunatics are running the insane asylum!" Pas als men daar in opstand tegen komt (en ik doe persoonlijk mijn best, hoewel het tamelijk zwaar werk is) gaan we voortgang boeken.