'Regionale afstemming leidt niet tot extra nieuwbouw'
Regionale afstemming van woningnieuwbouw leidt in de regio Amersfoort op de korte termijn niet tot extra of versnelde nieuwbouw. Reden hiervoor is de minimale concurrentie tussen nieuwbouwprojecten in de regio. Deze conclusies trekt het Economisch Instituut voor de Bouw naar aanleiding van een onderzoek.
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EBI) voerde een zogenaamde korte termijn verkenning uit. Doel hiervan was om erachter te komen in hoeverre regionale afstemming ervoor kan zorgen dat er meer woningen in de regio worden gebouwd dan in een situatie zonder afstemming het geval zou zijn, in de periode 2013 – 2017.
Als conclusie meldt men dat de noodzaak daartoe voor de korte termijn beperkt is. De concurrentie tussen de gemeente op de korte termijn, zou gering zijn. Daarbij wordt genoemd dat aan regionale afstemming een aantal grote nadelen kleven, zoals de inperking van keuzevrijheid voor woonconsumenten en concurrentie. Voor de lange termijn zou de effectiviteit van regionale afstemming groter zijn omdat ook de verhuismobiliteit dan groter kan zijn. Tevens kunnen in de sociale huursector meer kansen liggen in regionale afstemming dan in het marktsegment.
‘Lokaler dan je denkt’
Melis van de Groep, burgemeester van Bunschoten en tevens voorzitter van het Actieteam Regionale Woningprogrammering, vertelt: “De woningmarkt blijkt toch lokaler dan je denkt. Regionale afstemming zal de bouwproductie op korte termijn niet doen stijgen. Binnen de gemeentegrenzen heeft het wel zin als gemeente, corporaties en projectontwikkelaars afstemmen wie, wat, waar en wanneer gaat bouwen.”
Programmeringstoets
Van de Groep: “Het onderzoek heeft ook tot een aantal beleidsaanbevelingen geleid die we voor alle gemeenten beschikbaar stellen”. De burgemeester vertelt over het invoeren van de programmeringstoets: “Deze houdt om te beginnen een prioritering van belangrijke projecten binnen de gemeente in. Marktpartijen komen hierbij in samenwerking met gemeenten tot een overzicht van de meest haalbare projecten die doorgang moeten kunnen vinden. De overige projecten komen in reserve in het geval de woningvraag aantrekt”.
Een ander element van deze programmeringstoets is dat flexibiliteit ingebouwd moet worden in de gemeentelijke plannen. “Flexibele bestemmingsplannen, kleinere plannen met onderscheidende identiteit en deelplannen om beter te kunnen omgaan met grote onzekerheden in de vraag en woonpreferenties”.
Lange termijn
Nu de verkenning voor de korte termijn is afgerond, wordt verder gewerkt aan de verkenning voor de lange termijn. De probleemstelling voor die verkenning is: ‘In hoeverre kan regionale afstemming ervoor zorgen dat Regio Amersfoort op de lange termijn (2013-2040) een aantrekkelijke regio blijft’? Naar verwachting zijn de uitkomsten van dit onderzoek eind 2013 beschikbaar.
Het volledige rapport van het Actieteam Regionale woningprogrammering is gepubliceerd op de website van de Actieagenda Bouw.