Kostenoverschrijdingen hebben vaak een politiek karakter
Waarom gieren de kosten van grote infrastructurele werken vaak uit de bocht? Kostenexpert Joep van der Meer: "Plannen worden bewust vaag gehouden."
“De meeste infrastructurele projecten worden voor 95 procent gefinancierd door overheden. Daarbij heb je te maken met politici die tijdelijk aanwezig zijn en soms met een wethouder die zijn stempel wil drukken op het beleid. Je ziet dan in eerste instantie een ongebreideld optimisme van de plannenmakers. De kosten zullen wel meevallen, denken ze. Dat optimisme zit vaak in de mens zelf. Vergelijk het met een privéverbouwing. Die kosten worden ook altijd te laag ingeschat. De Deense professor Flyvbjerg ontdekte dat dit over de hele wereld speelt.
Vager plan
Politici hebben verder meestal belang bij een wat vager plan, zodat belangengroepen het idee hebben dat er met hen rekening wordt gehouden. Dan wordt bewoners beloofd dat er zeker een goed geluidsscherm komt. En wat gebeurt er als ik als kostendeskundige naar die plannen kijk? Hoe hoog dat scherm wordt en hoe lang, is dan niet precies bekend. De plannen blijven vaag, omdat er te veel toezeggingen worden gedaan, die allemaal moeten worden waargemaakt.
Er speelt bovendien nog een ander fenomeen. De kostenramingen beginnen met dat optimisme en vervolgens gaat het over in strategische leugens. Op een gegeven moment zit een wethouder aan een plan vast en moet hij de raad zoet houden. Politici gaan dan expres dingen niet vertellen of gunstiger vertellen. Zo heb ik eens gerapporteerd wat een extra tunnel moest kosten, maar bij gerichte vragen werd die overschrijding glashard ontkend.
Te laag inschrijven
Ik ben ervan overtuigd dat Rijkswaterstaat en de meeste andere overheden voldoende budget hebben om een kwalitatief goed werk te maken. Dat kunnen wij best goed uitrekenen. De aannemers concurreren elkaar bij de inschrijvingen de laatste jaren echter kapot.
Aannemers moeten natuurlijk zorgen dat ze aan tafel komen te zitten bij de opdrachtgever. Dus schrijven ze laag in, te laag. Soms moet een aannemer drie keer terugkomen om te kunnen overtuigen en vaak zie je dan toch dat het uiteindelijk niet uit kan. Dat blijft een lastig fenomeen en valt of staat met vertrouwen. Zwartepieten is ook niet altijd terecht, want er zijn veel aannemers die gedreven zijn en iets moois willen maken.
Naar huis sturen
Hoe moet je grote kostenoverschrijdingen dan voorkomen? Van der Meer: “Je kunt volgens mij alle kostenramers en risicomanagers zo naar huis sturen en vervangen door één goede scopemanager. Neem de reconstructie van een stuk snelweg van tien kilometer, inclusief alle kruisingen. In het begin is dat vaak alles wat er in de scope staat. Dan is echter helemaal niet bekend wat je met de aansluitende wegen doet, met de groenvoorzieningen en met extra geluidwerende maatregelen.
Die scope-uitbreidingen worden er naderhand allemaal in gefietst en op een gegeven moment kom je op het punt van no-return. Daarom is de scope vanaf het begin het allerbelangrijkste. Wat zit er exact in het project? Dat is echter voortdurend aan verandering onderhevig, wat uiteindelijk ook weer te maken heeft met die vage plannen."
Joep van der Meer is zelfstandig docent bij van der Meer Kosten&Kennis en senior kostenadviseur bij Rijkswaterstaat. Dit artikel verscheen eerder in Bouwgenoten 1, digitaal magazine van het Bouwgenootschap.
Tekst: Ysbrand Visser; foto: Aanleg HSL Zuid (foto Rijkswaterstaat)