Tien randvoorwaarden voor digitalisering in de bouw
- Artikel
- Circulariteit
- Materialenpaspoort
De circulaire bouweconomie begint met digitalisering van de gebouwde omgeving. Dat stellen vier experts in het nieuwe rapport ‘Digitalisering in de bouw’. Met daarin tien randvoorwaarden voor een grootschalige implementatie van paspoorten en digitalisering in de gebouwde omgeving.
De auteurs hebben hun praktijkervaringen gecombineerd om zo objectief mogelijk het perspectief te schetsen van de rol en status van digitalisering ten behoeve van een circulaire bouweconomie. Ze schreven aan de publicatie vanuit een gemeenschappelijke ambitie en gevoel van urgentie om de digitale circulaire bouweconomie te bevorderen.
De vier auteurs zijn:
- Jacco Verstraeten-Jochemsen, lead business strategy Circle Economy
- Wouter van Twillert, directeur C-creators, voorzitter Platform CB’23 ‘Paspoorten in de Bouw’
- Jim Teunizen, partner Alba Concepts
- Martijn Oostenrijk, directeur Madaster Services
Dataplatforms
De transitie naar de circulaire economie in de bouw heeft impact op alle delen van de keten, van de productie van materialen en bouwelementen tot (her)gebruik, sloop en de verwerking van het sloopafval. Digitalisering en het gebruik van geïntegreerde dataplatforms vormen enkele van de randvoorwaarden om de samenwerking en communicatie tussen alle partijen in de ontwikkelfase te stroomlijnen en te versnellen.
Tijdens de gebruiksfase kan het Internet of Things veel functionaliteit toevoegen aan een gebouw of asset, als het bijvoorbeeld gaat om monitoring en predictive maintenance. Of om het automatisch beheer van het overzicht aan materialen, componenten en producten die zijn opgenomen in het gebouw.
Ook in de fase waarin gebouwen het einde van hun gebruiksduur bereiken, zijn digitale platforms essentieel om de handel in gebruikte bouwmaterialen en -producten te faciliteren. En dat met betrouwbare en gedetailleerde informatie over kwaliteit, kwantiteit en beschikbaarheid van secundaire producten.
Paspoort
Om hergebruik op materiaal-, product-, element- en gebouwniveau binnen gebouwen te bevorderen, zien de schrijvers het opstellen en toepassen van een paspoort als de noodzakelijke eerste bouwsteen. Het paspoort is een digitale registratie van het fysieke object dat documenteert waaruit een object bestaat (zowel kwalitatief als kwantitatief), hoe het is gebouwd en waar het zich bevindt. Het documenteert het eigenaarschap van het geheel en/of de delen.
Vertraging
Op dit moment wordt er echter een zekere vertraging geconstateerd in de digitalisering van de bouwsector. Deze vertraging wordt veroorzaakt door onduidelijkheid, de (on)mogelijkheden of de kosten. Volgens de auteurs zijn er vier voorname barrières:
- er is een gebrek aan standaardisatie;
- bedrijven ervaren moeilijkheden in het opstellen van een financiële business case;
- er is nog een behoorlijke ontwikkeling van de benodigde datasets & technologie nodig;
- en er moet nog veel veranderen in cultuur en gedrag.
Randvoorwaarden
Het rapport stelt dat er op korte termijn aan tien randvoorwaarden moet worden voldaan om te zorgen voor een grootschalige implementatie van paspoorten en digitalisering in de gebouwde omgeving:
- De bouwketen levert gezamenlijk de volledige registratie op.
- Er is een standaard voor paspoorten.
- Een centraal registratiesysteem levert een single source of truth.
- Waardevolle informatie wordt zo efficiënt mogelijk vergaard.
- Er is een geüniformeerde bepalingsmethodiek.
- Materialen en producten krijgen financiële waarde.
- Er is een overzicht van vraag en aanbod van bouwmaterialen.
- Informatie is toegankelijk en uitwisselbaar.
- Er is een gedeeld gevoel van urgentie.
- De overheid zet een duidelijke richting uit.
Wat er precies moet gebeuren aan de kant van overheden, opdrachtgevers, ontwikkelaars, woningcorporaties, opdrachtnemers, leveranciers en producten lees je in het rapport zelf. Je vindt de publicatie hier.