DPL als criterium voor duurzaam inkopen van een stedenbouwkundig ontwerp
Het Duurzaamheids Profiel van een Locatie (DPL) is een van de criteria voor duurzaam inkopen van een stedenbouwkundig ontwerp. Het biedt doelgroepen zoals gemeentelijke projectleiders, projectontwikkelaars en stedenbouwkundigen een heldere taal waarmee de dialoog over duurzame gebiedsontwikkeling op een constructieve manier is te voeren.
Overheden moeten vanaf 2010 (gefaseerd) duurzaam inkopen. Een van de productgroepen waarvoor dit geldt is het stedenbouwkundig ontwerp en advies. De criteria voor het duurzaam inkopen van deze productgroep zijn in april 2009 door SenterNovem vastgesteld.
Het instrument DPL (Duurzaamheids Profiel van een Locatie) is opgenomen als contractvoorwaarde voor deze productgroep. Dit betekent dat een opdrachtgever bij inschrijving op een stedenbouwkundig plan een DPL berekening kan vragen.
Toepassing van DPL
De inkoop van de productgroep Stedenbouwkundig Ontwerp gaat vanaf 2010 onder de duurzame inkoopcriteria vallen. Het gaat hierbij om inkopen en aanbesteden van masterplannen en deelplannen van bestaande en nieuw in te richten stedelijke gebieden.
DPL kan onder meer worden gebruikt om ambitieniveaus voor duurzaamheid te formuleren, te communiceren en te borgen, om inschrijvingen te vergelijken en om de duurzaamheid van een ontwerp te toetsen en te monitoren. De volledige criteria zijn te vinden op de site van SenterNovem
Wat is DPL?
DPL is een instrument waarmee de duurzame prestatie van een wijk wordt gemeten. Dit kan zowel voor bestaande als nieuw te bouwen wijken en voor zowel woonwijken als kantoorparken.
DPL meet de duurzaamheid over 24 verschillende aspecten verdeeld over de drie internationaal geaccepteerde pijlers van duurzaamheid People (leefbaarheid), Planet (milieu) en Profit (economie).
Rapportcijfer
Het DPL instrument gaat zo veel mogelijk uit van bestaande methoden zoals bijvoorbeeld de Floor Space Index en EPL en vertaalt de score voor een bepaald duurzaamheidaspect naar een rapportcijfer.
Dit rapportcijfer komt tot stand door de uitkomst van de door te rekenen wijk te vergelijken met die van een referentiewijk. De referentiewijk is een wijk van een vergelijkbaar bouwjaar en type bouw waar geen bijzondere duurzame maatregelen zijn genomen.
Hoe kunt u DPL gebruiken?
DPL kan worden ingezet bij gebiedsontwikkeling, herstructurering en beheer van wijken. DPL biedt doelgroepen zoals gemeentelijke projectleiders, projectontwikkelaars en stedenbouwkundigen een heldere taal waarmee de dialoog over duurzame gebiedsontwikkeling op een constructieve manier is te voeren.
Op deze wijze kan duurzaamheid de motor zijn waarmee integrale kwaliteitsverbetering van wijken wordt bewerkstelligd. DPL is inmiddels bij ruim 50 wijken in 15 verschillende gemeentes toegepast. De meest recente versie, DPL 2.0, is sinds maart 2009 op de markt.
Meer informatie: www.ivam.nl
Zie ook: DPL meet duurzaamheid van een wijk
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Net als de vele andere toets en criteriaprogramma's zoals Breeam, Greencalc, Leed, etc, laat ook DLP essentiele gegevens over het gedrag van bewoners/gebruikers compleet buiten beschouwing. Hierdoor worden transportbelasting geheel genegeerd, en vitale informatie als gedragspatronen niet meegenomen. Dit is juist essentieel op gebied en wijkniveau. Het is een grove nalatigheid. Het idee om het trendy maar compleet ontoereikende thema "People, Planet, Profit" te gebruiken als hoofdvormgever van een officiele beleidsstructuur voor gebiendsontwikkeling is buitensporig kortzichtig. Ik vraag me af wie dit soort onwtikkelingen tot stand brengt, en waar de controle is. Dit gaan straks iedere stedenbouwkundige aan, iedere gemeente, iedere nieuwe wijk en gebied. Het zal, net als de EPC, de vooruitgang van de besten in het vakgebied hinderen, terwijl het niets of nauwelijks iets toevoegd aan de rest, buiten verhoogde kosten en administratieve overhead.
Het bericht dat het instrument DPL (Duurzaamheids Profiel van een Locatie) een van de criteria of een contractvoorwaarde is voor duurzaam inkopen van een stedenbouwkundig ontwerp is pertinent onjuist en behoeft rectificatie. De 'Criteria voor duurzaam inkopen van stedenbouwkundig ontwerp' bevat een slechts een aantal nuttige tips en aanbevelingen maar zeker géén harde criteria of contractvoorwaarden. Hoe graag je dat ook zou willen, er zijn nou eenmaal geen universele criteria of contractvoorwaarden te formuleren die van toepassing zijn op elke stedenbouwkundige ontwerp opgave. De 'Criteria voor duurzaam inkopen van stedenbouwkundig' beveelt het gebruik van het instrument DPL slechts aan, niet meer en niet minder. Het DPL is een log en tijdrovend instrument en bovendien een 'black box'. Je bent een ruim week bezig om allerlei gegeven te verzamelen en in te voeren en door aan verschillende knoppen te draaien rol er zomaar een rapportcijfer uit. Daar heb je helemaal niets aan in een aanbestedingsprocedure of in een creatief proces. Het instrument DPL is slechts te gebruiken in een klein deel (hoogstens 10%) van de werkzaamheden van stedenbouwkundigen. Het instrument is namelijk (nog) niet te gebruiken (en waarschijnlijk wel nooit) in, bijvoorbeeld, strategische advisering, stedenbouwkundig advies en ontwerp voor nieuwe of bestaande bedrijventerreinen, binnensteden, winkelcentra, recreatiegebieden, structuurvisies voor gemeenten, ingewikkelde herstructureringsopgaven, landschapsbeleidsplannen of de inrichting van de openbare buitenruimte. Het instrument DPL kan hoogstens op de achtergrond meedraaien tijdens goed georganiseerde en goed doordachte processen van stedenbouwkundige projecten. Het is overigens de kwaliteit van de processen die bepalend zijn voor de uiteindelijke duurzaamheid van stedenbouwkundige plannen. Voor meer hierover verwijs ik graag naar mijn bijdragen op duurzaamgebouwd.nl.
Ik heb met veel interesse de twee bovenstaande reacties gelezen, maar wil als reactie daarop graag een aantal dingen rechtzetten en toelichten over DPL. In de 'criteria voor duurzaam inkopen van stedenbouwkundig ontwerp' zoals die zijn vastgesteld door Senternovem (zie desgewenst de volledige criteria op www.senternovem.nl/duurzaaminkopen) staat de volgende bepaling opgenomen: 3.2.4 Contract Contractbepaling Nr. 1. DPL berekening (Bij ontwerpopdrachten) De inschrijver neemt de verplichting op zich om te gaan werken met DPL en levert bij de oplevering van het ontwerp een DPL-score [X], gebaseerd op DPL versie 2.0. In de toelichting is opgenomen dat de inkoper kan bepalen of deze contractbepaling relevant is voor de betreffende locatie. Met andere woorden, zoals ook in de tekst van het bovenstaande artikel staat, het betekent dat de opdrachtgever bij inschrijving op een stedenbouwkundig plan een DPL berekening kan vragen. Martin Dubbelings bezwaar dat universele criteria niet te formuleren zijn voor stedenbouwkundige ontwerpen, wordt overigens deels onderschreven door Senternovem. Zoals het in de criteria staat: "Elke locatie heeft specifieke geomorfologische, fysisch-geografische, economische, sociale en culturele kwaliteiten. (...) Het is niet mogelijk om criteria voor duurzaam inkopen te ontwikkelen die juridisch houdbaar zijn voor alle aanbestedingen. Voor het werken met DPL is een contractvoorwaarde opgenomen." Ook over de inhoud en toepasbaarheid van DPL een paar opmerkingen. DPL is inderdaad niet voor elk aspect van het stedenbouwkundige werk te gebruiken, maar in tegenstelling tot wat hierboven beweerd wordt, wel voor binnensteden, herstructureringen en parken, wat in verscheidene gemeenten ook gebeurd is. Dat het gedrag van bewoners cruciaal is in het beoordelen van de duurzaamheid van de wijk, is iets waar ik het volledig mee eens ben. Wanneer DPL gebruikt wordt voor bestaande wijken, wordt hiermee rekening gehouden doordat resultaten van bewonersenquetes kunnen worden ingevoerd en statistische gegevens over de wijk (bv het aantal misdrijven of de hoeveelheid afval die gescheiden wordt opgehaald). Voor nieuwbouwwijken zijn dit soort gegevens uiteraard nog niet voorhanden en wordt daarom uitgegaan van fysieke gegevens over de wijk. Hoe dan ook, op grond van bovenstaande citaten lijkt het bericht mij niet 'pertinent onjuist'. Los daarvan voer ik graag de discussie over de zin en onzin van criteria voor duurzaam inkopen. Hamvraag moet daarbij wat mij betreft zijn of de criteria tot duurzamere wijken leiden en onze ervaring in projecten is dat DPL daar wel degelijk een belangrijke bijdrage aan kan leveren.