Marktdynamiek slim benutten voor duurzame doorbraak
- Circulair Bouwen
- Artikel
In het boek De Vergeten Oplossing staat de invoering van prijsprikkels om de verduurzaming van de economie te versnellen centraal. In dit laatste artikel van de reeks laat ondernemer en schrijver Eric Broekhuizen zien hoe deze effectief kunnen worden ingevoerd.
De enige economie die toekomst heeft, is de duurzame economie. Een economie die draait op vervuiling en uitstoot, het opmaken van grondstoffen en steeds verdere vernietiging van de natuur is niet houdbaar en heeft geen toekomst. Toch is het voor bedrijven en consumenten moeilijk om de draai te maken en over te stappen op duurzame keuzes, duurzame aankopen en duurzame investeringen. Dit komt omdat het marktsysteem dit tegenwerkt: nog altijd zijn vervuilen en verspillen meestal goedkoper. Het gevolg is dat niet-duurzame keuzes domineren.
Een systeemverandering is nodig, waardoor de juiste prikkels ontstaan en ieder vanzelf duurzame keuzes gaat maken. Deze systeemverandering ontstaat wanneer vervuiling, opmaken en natuurvernietiging voortaan een prijs krijgen. Hoe krijgen we dat in onze huidige economie voor elkaar?
Internationale milieukostenheffing
Het principe is eenvoudig: we gaan de consequenties van ons handelen voor het milieu meten, in geld vertalen en voortaan in rekening brengen bij de veroorzakers. Daarvoor moeten we de ’verborgen milieukosten’ bepalen, de kosten van vervuiling en milieuschade die ontstaan bij het produceren, gebruiken en afdanken van producten. Dit vereist een internationale milieukostenstandaard waarmee alle milieueffecten vertaald worden in geld.
Nadat die eenmaal beschikbaar is, kan een milieukostenheffing (ecotax) worden ingevoerd. Elk bedrijf dat milieukosten veroorzaakt betaalt deze heffing, die afneemt naarmate het bedrijf verder verduurzaamt. Dit vormt een enorme stimulans voor bedrijven om te investeren in verduurzaming. De opbrengst van de heffing wordt geïnvesteerd in het terugdringen van milieuvervuiling en het herstel van de milieuschade. Zo draagt de heffing tweeledig bij aan de verduurzaming.
Eén gelijk speelveld
Een valkuil bij de invoering van een internationale milieuheffing is dat er verschillen ontstaan per land. Landen en regio’s zijn, economisch gezien, elkaars concurrenten. De verleiding is groot om elkaar te beconcurreren met onderling afwijkende milieuheffingen, teneinde bedrijven uit andere landen aan te kunnen trekken om de eigen economie te stimuleren. Dit ondermijnt de succesvolle invoering van de heffing. Het is niet voor niets dat de invoering van talloze (milieu)heffingen in het verleden is gestrand doordat ze alleen landelijk of regionaal werden ingevoerd.
De meeste bedrijven blijken niet onwelwillend te staan tegenover een milieukostenheffing, mits die maar voor iedereen geldt. Veel (grote) bedrijven beseffen maar al te goed dat zij duurzamer moeten opereren om ook in de toekomst klanten aan zich te kunnen binden. Niet de kostenverhoging baart die bedrijven zorgen bij de invoering van zo’n heffing, maar de vraag wat dit voor hun concurrentiepositie gaat betekenen. Het is daarom essentieel dat geen bedrijven of bedrijfstakken worden uitgezonderd. Er moet sprake zijn van gelijke spelregels om te waarborgen dat geen enkel bedrijf concurrentievoordeel kan behalen door zich aan de heffing te onttrekken.
Mondiale invoering
Dankzij de mondialisering is de verwevenheid tussen landen enorm toegenomen. Economische relaties, transporten, informatiestromen, milieueffecten en geldstromen kennen geen grenzen meer. Steeds meer zaken hebben gevolgen tot ver voorbij de landsgrenzen. Denk bijvoorbeeld aan de milieuvervuiling in China, die niet alleen gevolgen heeft voor de omliggende landen, maar ook voor de VS en Europa. Denk ook aan de uitbesteding door het Westen, waardoor er uitwassen ver weg ontstaan zoals ernstige bodem- en waterverontreiniging en de vernietiging van natuurgebieden.
Natuurlijk vormt de invoering van een mondiale milieukostenheffing een buitengewone uitdaging. Toch zal het niet de eerste keer zijn dat er een wereldwijde overeenkomst met betrekking tot het milieu wordt gesloten. Een voorbeeld hiervan is het protocol van Montreal dat betrekking had op de bescherming van de ozonlaag. Het Montrealprotocol werd na 2 jaar onderhandelen in 1989 van kracht. Daarna sloten zich er gefaseerd groepen landen bij aan. Inmiddels omvatten ze samen meer dan 99% van de wereldeconomie.
De invoering van de milieukostenheffing vraagt veel voorbereiding en tijd. Dit heb ik uitgewerkt in mijn boek De Vergeten Oplossing. Na 5 jaar voorbereiding gaat elk bedrijf voor het eerst een deel van de heffing afdragen. Deze afdracht groeit gefaseerd, totdat vanaf het 10e jaar de milieukosten volledig in rekening worden gebracht. Veel bedrijven zullen dit niet afwachten, maar al sneller gaan investeren in de verduurzaming van hun bedrijfsvoering zodra duidelijk wordt dat de heffing er werkelijk komt. Zo komt de verduurzaming van de bedrijvensector al na enkele jaren op gang.
Tijdelijke prijsverhoging
Bedrijven zullen de milieukostenheffing (deels) doorberekenen in de prijzen naar hun afnemers. Zo krijgen ook die de prikkel om te kiezen voor duurzame alternatieven. Voor consumenten betekent dit eveneens dat zij te maken krijgen met een prijsverhoging. Dit kan leiden tot een stijging van het prijspeil voor consumptie van maximaal 15%, ofwel 1,5% per jaar over een periode van 10 jaar. Deze prijsstijging is echter tijdelijk. Daar de prijsverhoging het grootst is voor niet-duurzame producten en nul is voor duurzame producten, zal de voorkeur van consumenten verschuiven van niet-duurzame naar duurzame producten. Dit stimuleert bedrijven hun productaanbod te verduurzamen. Door de verduurzaming van het consumptiepatroon nemen de milieukosten weer af en daarmee ook de prijsverhoging. Wie dus duurzamer leeft en consumeert, is goedkoper uit.
De kracht van het collectief
De huidige politiek zal de verandering van het systeem door middel van de invoering van de milieukostenheffing niet inzetten. Ze maakt namelijk zelf te veel deel uit van het systeem. Zo’n systeemverandering vereist een langetermijnvisie die verder gaat dan de eerstvolgende verkiezingen, hetgeen we zelden aantreffen in de politiek. Daarnaast mijden politici impopulaire maatregelen. De focus ligt meestal op het behagen van kiezers en het veilig stellen van de gevestigde belangen. Ook bedrijven zullen hier niet snel het voortouw nemen. Het zal geïnitieerd moeten worden door de groeiende groep burgers die inziet dat we zo niet langer door kunnen blijven gaan en echte verandering noodzakelijk is.
Een steeds grotere groep mensen ziet dat prijsprikkels een krachtig instrument vormen om de verduurzaming op gang te brengen. Dat het slim benutten van de dynamiek van de vrije markt een ongekende veranderingskracht kan losmaken, waardoor de overgang naar een duurzame economie in enkele decennia zijn beslag kan krijgen. Als deze mensen elkaar gaan vinden en een groot collectief vormen kan het snel gaan.
We hebben één aarde tot onze beschikking en daarmee moeten we het doen. Niet alleen wij, maar ook alle generaties na ons. Willen we ook hen een goed leven kunnen doorgeven, dan is het onze taak ervoor te zorgen dat de roofbouw die nu plaatsvindt, zo snel mogelijk stopt. We moeten intelligenter omgaan met de mogelijkheden die de planeet ons biedt. De kansen daarvoor zijn er. Het is aan onszelf om die te pakken.