Het risico bestaat dat gemeenten hun bestemmingsplannen twee maal moeten aanpassen binnen vijf jaar. De reden hiervoor is de gebrekkige afstemming tussen doorwerkingstermijnen in de AMvB Ruimte én in de provinciale verordeningen. Rijk, IPO en VNG zoeken naar oplossingen.

Rijk en provincies willen de doorwerkingstermijnen van hun algemene regels onderling niet verplicht afstemmen. Hierdoor moeten bestemmingsplannen misschien twee keer wijzigen, wat veel tijd en geld kost. Terwijl gemeenten nu al een enorme opgave hebben om hun bestemmingsplannen voor de Wro op tijd aan te passen.

Bestemmingsplannen
Gemeenten moeten hun plannen straks aanpassen aan:
- De AMvB Ruimte (voor de nationale belangen uit de AMvB die rechtstreeks doorwerken).
- De provinciale verordening (voor de nationale belangen uit de AMvB-onderwerpen, die niet-rechtstreeks doorwerken en voor de provinciale belangen).

Termijnen
Voor de AMvB Ruimte en voor die verordeningen, waarin de nationale belangen worden doorvertaald, staan termijnen in de AMvB Ruimte die aansluiten bij de termijnen in de Wro. Bestemmingsplannen van vóór 1 juli 2003 moeten voor 1 juli 2013 worden aangepast, nieuwere bestemmingsplannen vóór 1 juli 2015.

Voor de provinciale verordeningen waarin de provinciale belangen zijn vastgelegd, bestaat geen verplichting om de termijnen voor doorwerking naar bestemmingsplannen gelijk te laten lopen met de termijnen die het rijk in de AMvB Ruimte stelt. Er zijn diverse mogelijkheden om te borgen, dat gemeenten niet in korte tijd tweemaal hun bestemmingsplanning hoeven aan te passen.

Oplossingen
In het Bestuurlijk overleg ruimte van 24 september stelden VROM, IPO en VNG gezamenlijk een bestuurlijke omgangscode bij de AMvB Ruimte vast. Eén van de onderwerpen in deze omgangscode is de harmonisatie van termijnen, zodat gemeenten niet gedwongen zijn tweemaal hun bestemmingsplannen aan te passen.

De VNG meent dat nu het moment is om aan te geven wie de extra bestuurlijke lasten - die veroorzaakt worden door gebrekkige afstemming - moet betalen. Vooralsnog wilde de minister hier in het Bestuurlijk overleg echter geen uitspraak over doen en zegt dat de termijnen gewoon goed op elkaar moeten worden afgestemd;

Een uiterste mogelijkheid is de verplichting voor het afstemmen van termijnen, wellicht op te nemen in de Wro. Alle drie partijen (rijk, IPO en VNG) brengen in beeld waar nu de problemen liggen, om daarna over die situaties afspraken te maken.

Bron: VNG