Wegbereider voor uitbreiding van stadswarmte
- Project
- Duurzame Energie & Energieopslag
Met een boring onder het Noordzeekanaal raakt de aansluiting van Amsterdam-Noord op het regionale warmtenet in een stroomversnelling.
Vlak naast de Tweede Coentunnel komen 2 pijpleidingen, onder de drukke vaarroute van het Noordzeekanaal. De cruciale boring vindt eind februari plaats in het kader van de aanleg van een stadswarmtenet in Amsterdam-Noord.
Met deze leidingen ontstaat een 16 kilometer lange aan- en afvoerroute voor het warmtenet tussen afval- en energiecentrale AEB Amsterdam en Amsterdam-Noord.
Meet in the middle
Bij de aanleg van de 2 warmtetransportleidingen, maakt Nuon gebruik van een boortechniek, die met meet-in-the-middle wordt aangeduid, vertelt Jamal Ghabri. Hij is als projecteider bij Nuon betrokken bij de ontwikkeling van het warmtenet in Amsterdam-Noord. “Normaal gesproken graaft een boorkop van 30 centimeter doorsnede een gat van de ene kant naar de andere kant van de oever. Om te voorkomen dat er te veel druk ontstaat aan 1 kant, boren we in dit geval van het Westerhoofd tot aan het midden van het kanaal. Daarna wordt vanaf de overzijde een tweede boring gestart. De beide boorgaten komen midden onder het kanaal bij elkaar.”
Hierna wordt het gat verder verruimd tot ongeveer 90 centimeter. Een vulling van bentoniet – een vloeibare, kleiachtige substantie – zorgt ervoor dat het gat niet in elkaar stort en dat de leiding er soepel doorheen kan worden getrokken.
Langlopende ambitie
Het netwerk voor stadswarmte in Amsterdam-Noord is eind 2016 volledig operationeel. Dan kunnen direct 4.000 woningen gebruikmaken van de restwarmte, die AEB Amsterdam levert voor verwarming en warm tapwater.
Het project Noorderwarmte past bij een langlopende ambitie om het stadswarmtenet in de hoofdstad uit te breiden, vertelt Bram van Beek van stadsdeel Noord. “Sinds 2005 voert de gemeente Amsterdam een ‘stadswarmte, tenzij’-beleid. Dit komt voort uit het besef dat er in de regio zo veel restwarmte beschikbaar is, dat de hele stad ermee verwarmd kan worden.” De warmte is afkomstig van een warmtekrachtcentrale in Diemen en van AEB Amsterdam.
Stadsverwarming is een kernonderdeel van het duurzaamheidsbeleid en de klimaatdoelstellingen van de gemeente Amsterdam. Het is de bedoeling dat de CO2-uitstoot in de hoofdstad in 2040 75% lager is dan in 1990. Stadswarmte vermindert de lokale CO2-uitstoot met 70 tot 80%.
Nieuwe én bestaande bouw
Omdat bij nieuwbouwprojecten een aansluitverplichting geldt, is de uitbreiding van het warmtenet in Amsterdam – net als in andere regio’s – tot nu toe vooral gerealiseerd bij nieuwe woningen en bedrijven. De grootschalige uitbreiding van lokale en regionale stadswarmtenetten vraagt om een landelijk beleid, zo zeggen betrokkenen. De Nederlandse energievraag bestaat voor 60% uit warmte. Om de doelstellingen van het Energieakkoord te realiseren, is een brede inzet van stadswarmte essentieel. “En dan heb je aansluitingen nodig in de bestaande bouw: daar wordt relatief veel gas verstookt, omdat de isolatie minder goed is dan bij nieuwbouw”, zegt Van Beek.
Dynamiek en interactie
Met de gloednieuwe warmtetransportleiding naar Amsterdam-Noord vertakt het stadswarmtenet zich steeds verder door de gemeente. De koppeling naar Almere laat zien dat de infrastructuur daarnaast een regionale functie kan vervullen. Ook in de regio’s rond Rotterdam en Nijmegen is sprake van koppeling van warmtenetten.
De ervaringen in Amsterdam-Noord kunnen zeker van pas komen bij de doorontwikkeling van stadswarmte in Nederland, denkt Ghabri. “De aanleg van warmtetransportleidingen vindt hier plaats in een omgeving, die continu in beweging is. We komen letterlijk langs speeltuinen, scholen, sportvelden, kantoren... Op het vlak van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie rond werkzaamheden in de openbare ruimte hebben we heel veel kennis en ervaring opgedaan. Daarmee kunnen ook andere wijken en gemeenten hun voordeel mee doen.”
Foto: Locatie van de boring in het Noordzeekanaal (foto: Jorrit Lousberg)