De nieuwbouw op de campus van de TU Delft huisvest de Academie voor Engineering en de Academie voor ICT & Media. Een hoog ambitieniveau op het gebied van duurzaamheid en energie-efficiëntie stond voorop als ontwerpuitgangspunt: minimaal halvering van de vereiste EPC-norm.
Om dit doel te bereiken is een zeer duurzaam energieconcept ontwikkeld waarbij de toepassing van betonkernactivering een grote rol speelt in combinatie met de nieuwste regeltechnieken. Met een extreem lage EPC behoort het gebouw tot de duurzaamste onderwijsgebouwen van Nederland.
Geen volledige nieuwbouw
Duurzaamheid en het zuinig omgaan met energie zijn bewust afleesbaar gemaakt in het gebouw. De Haagse Hogeschool geeft zo niet alleen zijn visitekaartje af, maar is tegelijkertijd een toonaangevend praktijkvoorbeeld voor zijn techniekstudenten. Hoewel energiezuinigheid een belangrijk duurzaamheidsaspect is, is het gebouwontwerp op meerdere punten duurzaam, zoals in vorm en flexibiliteit. Het gebouw oogt als volledige nieuwbouw, maar is gerealiseerd bovenop de kelder van het voormalige gebouw van Materiaalkunde. De kelder is benut voor de sprinklerinstallatie en een fietsenstalling.
De gebouworiëntatie draagt bij aan het efficiënt omgaan met de energievraag, waardoor enerzijds de energieprestatie verbetert en anderzijds het comfort toeneemt. Aan de noordzijde is het gebouw transparant en laat het maximaal licht toe. De zuidelijke gevels zijn juist veel meer gesloten. Hier bevinden zich werkruimten en collegezalen. Het gebouw is heel compact opgezet, telt drie verdiepingen en parkeren op het dak, waardoor het grondgebruik minimaal is.
Hoog ambitieniveau
Om het hoge ambitieniveau op energiegebied waar te kunnen maken, zijn het gebouw- en energieconcept ontwikkeld in nauwe samenhang met het installatieconcept. Het nieuwe gebouw combineert een zeer lage milieubelasting met een hoog comfort. Behalve een compact gebouwontwerp waardoor de energievraag vermindert, is het efficiënte energieconcept gebaseerd op de optimale integratie van energiebesparende technieken.
Hierdoor is het gebouw in de winter warm en in de zomer koel zonder hoge energieconsumptie. Betonkernactivering in combinatie met warmtepompen, energieopslag in de bodem en geavanceerde vraaggestuurde ventilatie vormen de basis van het energieconcept. PV-panelen, zonthermische panelen met een zonneboiler, actieve koelpanelen als piekopvang en de mogelijkheid voor plaatsing van twee windturbines dragen hun energiebesparingssteentje bij. Bovendien kunnen de techniekstudenten kennismaken met een breed scala aan mogelijkheden op energiebesparingsgebied.
Gratis energie
Opvallend is de inzet van betonkernactivering in het parkeerdak. In de dakvloer dienen watervoerende leidingen in de winter voor het ijsvrij houden van het parkeerdek, terwijl in de zomer koel water als buffer dient tegen de gebouwopwarming door zoninstraling. In de zomerperiode wordt de instralingswarmte via de leidingen in het dikke betondakpakket afgevoerd en opgeslagen in de bodem. 's Winters wordt de warmte opgepompt om het dek te verwarmen en wordt de koude afgevoerd naar de bodem voor gebruik in de zomer. Door de trage bufferwerking en het grote oppervlak van 5000 m2 betekent deze gratis energie een substantiële besparing op de aanvoertemperatuur van het betonkernactiveringssysteem.
Voor de klimatisering in de verblijfsruimten is gekozen voor verwarming en koeling door afgifte via het vloeroppervlak. De betonconstructie bestaat uit een combinatie van kanaalplaten en breedplaten. Vanwege maximale flexibiliteit zijn grote overspanningen toegepast. Om de overspanning van 18 meter te kunnen halen, was de grootst verkrijgbare kanaalplaat met een hoogte van 40 cm niet genoeg. De breedplaten dienen als balken om de overspanning te kunnen halen. Hoewel de leidingen van de betonkernactivering traditioneel onderin of in de kern van de vloerdoorsnede worden geplaatst, is hier gekozen voor opname in de druklaag van de kanaalplaten.
Bij verwarming en koeling via plafonds moet het betonoppervlak onbedekt blijven. Vanwege het belang van goede akoestiek in het schoolgebouw is gekozen voor gesloten plafonds. De vloeren zijn afgewerkt met een gietvloer die niet isoleert en akoestisch gunstig is.
Eeuwenoude koeltechniek
Door de dikte van de betonvloer is de thermische bufferwerking groot en kan met een aanvoertemperatuur van 16 graden toch in 90 % van de koelbehoefte worden voorzien. Voor temperatuuroverschrijdingen is een ingenieus koelsysteem toegepast gebaseerd op eeuwenoude technieken van koeltorens uit het midden oosten. Op strategische plekken zijn geperforeerde panelen in het plafond aangebracht, waarachter zich een koelelement bevindt dat snel tot 8 graden koelt.
De warme lucht glijdt boven het plafond en komt terecht op het koude element waardoor de lucht afkoelt en langzaam naar beneden zakt. Hiermee kan tot 5 graden af worden gekoeld. Doordat de lucht vanzelf langzaam zakt, ontstaat er geen tocht. Intelligente ventilatie en gebouwregeltechniek Ook het ventilatiesysteem maakt gebruik van natuurlijke luchtcirculatie. Behalve in de werkruimten en lokalen kan de lucht in het gebouw ongehinderd circuleren. Dit kan omdat het hele gebouw is gesprinklerd. Met een lichte overdruk wordt ventilatielucht in de werkruimten geblazen. Via natuurlijke luchtstroom gaat de lucht via een overstortrooster naar het atrium. Bovenin het atrium kan de afgewerkte lucht ontsnappen. Deze methodiek levert 5% energiebesparing op omdat er geen afzuiginstallatie nodig is.
Last but not least is in het gebouw een intelligent regelsysteem toegepast dat via sensoren reageert op de energiebehoefte. Het systeem meet het CO2-gehalte in de lucht en kan op basis daarvan zowel de ventilatie als de verlichting aansturen. Traditionele aanwezigheidsdetectie reageert op beweging, waardoor achter computers stilzittende personen worden geconfronteerd met licht dat uitgaat. De CO2-uitstoot in een ruimte verraadt aanwezigheid. Sensoren meten de ruimtetemperatuur en testen voortdurend of de installaties presteren volgens de afspraken. Het systeem kan door meten en regelen precies die energie leveren die nodig is. Dit systeem zorgt voor een energiebesparing van 15%. Het totale resultaat is een zeer energiezuinig comfortabel gebouw met een gezonde luchtkwaliteit. Het gebouw heeft 70% minder energiegebruik dan de normschool. Op grond van deze prestatie kreeg de Haagse Hogeschool de NET Trofee 2009, die jaarlijks door het ministerie van VROM wordt toegekend aan een initiatief dat uitblinkt door zijn energiezuinige aanpak.
Technische gegevens
- Gebruiksfunctie onderwijs;
- Capaciteit 1.600 studenten;
- Berekende EPC: 0,57 Qpres/Qtoel (37% van de norm-EPC);
- Greencalc-score: 256 voor het gebouw en 324 voor de bedrijfsvoering;
Projectgegevens
- Haagse Hogeschool, Delft
- Start bouw December 2007
- Oplevering September 2009
- Bruto vloeroppervlak 14.400 m2
- Stichtingskosten € 40 miljoen (all in, dus inclusief grond, inventaris en BTW)
- Meerinvestering duurzame energie en energiebesparing € 1,5 miljoen
Aanvullende projectgegevens
- Projectarchitect Syb van Breda (toentertijd werkzaam bij Royal Haskoning) van Syb van Breda & Co, architects en
en Jorge Moura van Royal Haskoning
- Opdrachtgever Stichting HBO Haaglanden en Rijnstreek
- Projectmanagement Alphaplan
- Aannemer BVR, Roosendaal
- Adviseur bouwfysica Peutz, Zoetermeer
- Adviseur installaties DWA installatie- en energieadvies, Bodegraven
- Constructeur DHV, Den Haag
Tekst archispecials.com, Ine ter Borch
Fotografie Michael van Oosten i.o.v. Syb van Breda & Co, architects
Dit artikel verscheen eerder in het magazine Duurzaam Gebouwd nummer 6.