IoT vergroot behalve gebruikersgemak ook duurzaamheid
Internet of Things (IoT) is aan een duidelijke opmars bezig. De verwachting is dat er in 2025 ruim 55 miljard IoT-apparaten in gebruik zijn. Een significante stijging in vergelijking met 2017 toen dit er nog slechts negen miljard waren. Niet iedereen is momenteel al overtuigd van deze nieuwe technologische ontwikkeling, maar ook over mobiele telefoons was men eind jaren negentig sceptisch. “Waarom zou ik overal bereikbaar moeten zijn?”, was een veelgehoorde reactie. Twintig jaar later is een leven zonder mobieltje ondenkbaar.
Hetzelfde scenario staat ook IoT te wachten, denken Senior Account Manager Maurice Rebel van LG Air Solutions en Manager Engineering Jeroen Peeters van LG Electronics. Sterker nog, de twee verwachten dat IoT zo’n enorme vlucht gaat nemen dat op den duur alle apparaten in en rondom onze woning met elkaar en het internet in verbinding staan. In combinatie met kunstmatige intelligentie, dat momenteel ook volop in ontwikkeling is, kan dit leiden tot een verbetering in gebruikersgemak maar ook op het gebied van duurzaamheid en energiebesparingen kan veel winst geboekt worden.
Gebruikersgemak en energiebesparing gaan hand in hand
Hoe dat precies zit, is het best te illustreren met een voorbeeld. Stel je voor, je wordt ’s morgens wakker met een vriendelijke begroeting van jouw virtuele spraak assistent. Deze begroeting triggert andere apparaten; de gordijnen gaan automatisch open, het koffiezetapparaat bereidt alvast een heerlijke cappuccino, de radio schakelt in op je favoriete zender en de verwarming springt direct naar de gewenste temperatuur.
Wanneer je de deur achter je dicht doet om naar het werk te gaan, daalt de temperatuur automatisch (er is immers niemand thuis). Als daarnaast op den duur via kunstmatige intelligentie patronen van de gebruiker worden herkend, is het nog eenvoudiger om energie te besparen zonder dat dit ten koste gaat van het gebruikersgemak voor de bewoner(s). Denk bijvoorbeeld aan een voorverwarmde huis- of slaapkamer die een kwartier voor gebruik (wanneer iemand thuiskomt van werk of naar bed gaat) op temperatuur wordt gebracht. Peeters: “Je ziet in deze voorbeelden duidelijk hoe ‘eenvoudig’ gebruikersgemak en energiebesparing hand in hand gaan.”
Duurzame energiebronnen rendabeler
Ook op het vlak van duurzaamheid zorgen IoT en kunstmatige intelligentie voor een inhaalslag. De salderingsregeling wordt namelijk langzaam afgebouwd, en uiteindelijk vervangen voor een nieuwe regeling. “De verwachting is dat het hierdoor voor zonnepanelenbezitters rendabeler wordt om zoveel mogelijk opgewekte stroom zelf te gebruiken in plaats van terug te leveren aan de energieleverancier . “IoT en kunstmatige intelligentie kunnen regelen dat consumentenelektronica zoals de wasmachine, droger en elektrische boiler worden ingeschakeld op momenten dat de zon schijnt. Daardoor wordt zoveel mogelijk direct gebruik gemaakt van zelf opgewekte energie, waardoor duurzame energiebronnen zoals zonne-energie interessanter en rendabeler worden”, vertelt Rebel.
Het is dan zelfs mogelijk om een huis volledig duurzaam te verwarmen of koelen. Dit kan via een all-electric warmtepomp die warmte van een lage temperatuur naar een hogere temperatuur brengt en dat doet ook nog eens doet met relatief weinig energie in vergelijking met de huidige gasketels. Rebel: “IoT en kunstmatige intelligentie kunnen precies berekenen hoe een huis het best kan worden verwarmd of gekoeld. Denk aan het herkennen van patronen, bijvoorbeeld wanneer bewoners vertrekken of thuiskomen van het werk, en dat in combinatie met de weersvoorspelling.”
Toegegeven, deze ontwikkelingen staan nog in de kinderschoenen maar maken tegelijkertijd wel grote stappen. Volgens Rebel moeten huishoudens nog wennen aan het idee. “IoT is op dit moment nog niet volwassen genoeg, de initiële kosten liggen nog te hoog. Om de energierekening laag te houden, trekken gezinnen nu nog liever een warme trui aan. Maar de ontwikkeling is volop gaande en zal sneller doorbreken dan we allemaal denken. Zo ging dat destijds ook met de mobiele telefoon, en dat kunnen we ons nu bijna niet meer voorstellen.”