Onno Dwars: ‘Meer woningen zonder verwarmingssysteem’
Als pionier in de energietransitie wijst Duurzaam Gebouwd-expert Onno Dwars velen de weg naar de noodzakelijke klimaatadaptatie. In gesprek met Velox verklaarde de CEO van gebiedsontwikkelaar Ballast Nedam Development: “Ik denk dat er binnen tien jaar veel meer woningen zonder verwarmingssystemen zullen zijn.”
Onno Dwars kijkt met een positieve blik naar de huidige energietransitie, ‘want dat moet wel’. Dat laatste niet alleen omdat het klimaat nog sneller opwarmt dan deskundigen eerder dachten, maar ook omdat de energietransitie volgens hem niet snel genoeg gaat. Dwars: “Het lonkende perspectief is echter zo groot, dat ik hoopvol ben dat als we eenmaal het licht zien, het heel snel gaat.”
Harder sturen
Dwars vindt dat de benodigde versnelling pas echt goed op gang gaat komen als er adequate normerende regelgeving komt. Dat betekent volgens hem dat het Rijk veel strengere regels moet stellen. Dé maatstaf daarvoor moet het totale CO2-budget zijn dat er nog voor ons resteert. Die weg gaat uit van de hoeveelheid CO2 die we met z'n allen nog mogen uitstoten, voordat we de 1,5 graad opwarming bereiken. En dat budget is nog maar heel beperkt. Dwars: “De kleine stapjes die nu vanuit de overheid worden gezet, gaan te langzaam. Daardoor wordt het resterende CO2-budget heel snel opgegeten. De overheid kan dus veel harder op dat CO2-budget sturen. De koplopers in het bedrijfsleven laten al zien dat het kan.”
Sinds Dwars directeur werd van Ballast Nedam Development (in 2017) doet het bedrijf geen projecten meer met gas. Mede daardoor besloot de politiek om die maatregel over te nemen en in 2018 in een wet te gieten. Dwars: “Daarna hebben vastgoedbedrijven nog drie maanden lang gepiept en daarna was het over en had iedereen een oplossing gevonden. Zo makkelijk is het echt.”
Het zijn mede daarom niet de bouwers die vooral ‘om’ moeten, maar de opdrachtgevers, vindt Dwars. En die opdrachtgevers gaan volgens hem pas andere opdrachten geven als er andere regels zijn. Dwars: “Daarom geloof ik zo in wetten. Die hebben niks met dictatuur te maken, maar met het collectief regelen van gemeenschappelijke belangen. Want het is ons gezamenlijke belang dat het kwik deze zomer niet boven de 40 graden uitkomt en dat de biodiversiteit in stand blijft. En het is ons gezamenlijke belang dat de CO2-uitstoot naar beneden gaat. Daarvoor moet je dus collectief afspraken maken, zodat je een gelijk speelveld krijgt. Het is echt geen rocket science.”
Meer kennis delen
Om grotere stappen te kunnen maken, is het nodig en belangrijk om meer kennis te delen, aldus Dwars, die erop wijst dat de overheid onvoldoende kennis en knowhow in huis heeft om te weten wat er precies in de markt speelt. Daarom ligt er een verantwoordelijkheid bij de markt zelf om die kennis te delen met de overheid. Dwars voegde de daad al bij het woord.
“Ik zie dat niet als lobbyen, maar als een maatschappelijke plicht. Toen wij gasloos gingen, heb ik daarover contact gezocht met de Tweede Kamer. En onlangs ben ik bij minister Hugo de Jonge geweest om hem uit te leggen wat wij allemaal al standaard toepassen op het gebied van natuurinclusiviteit. Vlak daarna kwam het nieuws dat het Bouwbesluit wordt aangepast voor een basiskwaliteit van natuur in de leefomgeving. In dit initiatief zie ik veel van onze eigen aanpak terug.”
Kansen zien
Die aanpak van Ballast Nedam Development bestaat uit vele pilots. Ook onderzoeken collega’s bijvoorbeeld wat een groen dak betekent voor het energie opwekken met zonnepanelen. Andere experimenten mikken op het in twee richtingen (ont)laden van de stroom in autoaccu's, waarbij auto’s energie bufferen om die aan de gebouwde omgeving te kunnen leveren.
“We doen dit soort dingen”, vervolgt Dwars, “omdat we de kansen zien. Daarvoor hebben we ook iemand in dienst. Die duikt in gave nieuwe ontwikkelingen en zoekt uit wat de kosten en de opbrengsten zijn in marketing- en in toekomstwaarde. En dan gaan we het gewoon proberen. We zijn continu aan het kijken hoe we de milieu-impact van onze gebouwen kunnen verkleinen. Om een voorschot te nemen op de toekomst en om uiteindelijk klaar te zijn voor die toekomst.”
“Neem ons project Horizons: een CO2-negatief gebouw van 3600 ton CO2. Als je het vergelijkt met de CO2-compensatie van Shell, heeft dat gebouw een maatschappelijke waarde van boven de miljoen euro. Door de waarde van gebouwen op zo’n manier te kwantificeren, kun je de discussie ook op een andere manier voeren.”
Maatschappelijke waarde
Met gebouwen kunnen we volgens Dwars dus bijdragen aan de transitie naar een CO2-negatieve omgeving (in plaats van CO2-neutraal), waarbij die gebouwde omgeving meer energie opwekt dan gebruikt. Dat levert maatschappelijke waarde op die velen nu nog onvoldoende zien. Dwars: “Voor ons zijn dergelijke projecten nog wel duurder, maar de maatschappelijke waarde is ook veel groter. Dus integraal bezien zijn ze juist goedkoper en die prikkel, dus de integrale business case, moeten we nog beter met elkaar gaan organiseren. Daarom bemoeien wij ons ook zo met het CO2-budget. Om er zo voor te zorgen dat er anders wordt nagedacht over de beprijzing van CO2.”
Dwars vindt daarom dat de bouw veel integraler naar projecten moet gaan kijken: niet alleen op woningniveau, maar ook op gebiedsniveau. Dwars: “Op dit moment gebeurt alles nog heel erg op huisadresniveau. Iedereen richt zijn eigen zonnepanelen bijvoorbeeld naar het zuiden. Maar er komt een moment waarop we het op gebiedsniveau gaan aanpakken: Hebben we wel voldoende panelen liggen op oost-west? Hebben we voldoende windmolens in de buurt? Hoe moet de totale mix eruitzien?”
Passiefhuis
“Ik denk ook dat er binnen tien jaar veel meer woningen zonder verwarmingssystemen zullen zijn. Woningen die goed geïsoleerd en georiënteerd zijn, hebben geen of bijna geen verwarming meer nodig. Zeker gezien de problematiek van het stabiliseren van de energievraag in de winter, die we niet kunnen compenseren met zonnepanelen, kan dit wel eens een belangrijke trend gaan worden.”
Volgens Dwars gaat het ‘passiefhuis-denken’ terugkomen. Het idee daarachter is dat je alles wat je niet gebruikt ook niet hoeft op te wekken. Dwars: “Met een energiepuzzel die steeds complexer wordt, is dit een belangrijk thema. Hoe zorgen we ervoor dat huizen steeds minder energie gaan gebruiken, in plaats van dat we steeds meer energie gaan opwekken?”
CO2-prikkels
Naast de rol van het Rijk is die van de bouwbedrijven van belang. Jan Rotmans heeft daarover verklaard dat de bouwsector minder hiërarchisch moet worden om de transitie te bespoedigen. Hoe kijkt Dwars daartegenaan? “Misschien ben ik te veel onderdeel van dat systeem, maar ik ervaar dit niet als de grootste hobbel. Deze transitie kunnen we versneld doorvoeren door goede prikkels en wet- en regelgeving te organiseren.”
“Dat wij gasloos konden gaan, had ermee te maken dat heel veel is gelobbyd voor andere waarderingsvormen vanuit de beleggingssector. Er is dus een heel financieel systeem omheen gebouwd, die andere prikkels geeft waarin duurzaamheid wordt beloond. Daarom stuur ik ten slotte zo aan op CO2-beprijzing. Daarmee creëer je enorme prikkels in het systeem om het anders te gaan doen.”
Bron tekst: Velox
Foto boven: project Floris (Delft, Ballast Nedam Development).
Zoek verder binnen deze onderwerpen
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Beste Onno, Dank voor het pleidooi over de noodzaak voor meer maatschappelijke regie om de energietransitie, het creëren van meer biodiversiteit en klimaatadaptatie gestructureerd en zonder No Regrets vorm te geven. Over passief-bouwen ben ik kritisch. Vooral in Duitsland is passief-bouwen een belangrijke stroom van het ontwerpen van woningen. Alleen is het buitenklimaat in grote delen van Duitsland behoorlijk anders dan de Nederlandse. Nederland kent een een mild en vochtig klimaat terwijl Duitsland in grote delen van het land een droger klimaat heeft. Passief bouwen leidt daarmee tot passief gezondheidsverlies als er geen adequate aandacht is voor het binnenklimaat. De vochthuishouding binnen woningen bepaald in hoge mate de biologische groei van verscheidene bacteriën en schimmels met luchtwegaandoeningen van bewoners tot gevolg. Een ander punt is het ontwerpen op een minimale warmtevraag. Dit kan ook leiden tot grotere koelvraag in de zomer. Ofwel moeten wij woningen ontwerpen op het verkleinen van de warmtevraag of het beperken van de koelvraag. Het beperken van de koelvraag kan gezien worden als een klimaat adaptieve maatregel. In essentie komen deze punten samen in het feit dat de energietransitie, het creëren van meer biodiversiteit en klimaatadaptatie altijd in samenhang gezien moeten worden met het effect op de volksgezondheid. Laten wij de fout van de kierenjacht eind jaren zeventig niet nog eens herhalen met een incourante woningvoorraad als gevolg. De pandemie heeft ons op een pijnlijke wijze laten zien hoe slecht onze woning- en gebouwenvoorraad ons bescherming biedt. Met vriendelijke groet, Francesco