Bedrijven ontwikkelen circulair product binnen 150 dagen
- Circulair Bouwen
- Artikel
- Circulariteit
Lukt het om binnen 150 dagen een nieuw circulair product te ontwikkelen met marktpotentie? De bedrijven ENGIE, ABB, Legrand en Technische Unie gingen de uitdaging aan. Ze namen deel aan het Living Lab Bouwstof van circulaire hub BlueCity in Rotterdam. Afgelopen week presenteerden zij de eerste prototypes: circulaire noodverlichting en elektrische infrastructuur ‘as a service’. Wat zijn de ervaringen van circulair innoveren bij de deelnemers?
Tekst: Matthijs Timmers, Beeld: Mark Bolk, BlueCity
Foto bovenaan: Laurens Peterse (ENGIE) presenteert de circulaire noodverlichting van ENGIE, ABB en Technische Unie
Het idee voor dit Living Lab kende zijn oorsprong in het partnerschap dat ENGIE al had met BlueCity. In het voormalige Rotterdamse subtropische zwemparadijs, nu het thuis van circulaire ondernemers, zorgt ENGIE voor de technische dienstverlening. “Maar we wilden meer, ook samen met andere bedrijven”, vertelt Simone van Tongeren, innovatie manager van ENGIE. “We merken namelijk dat steeds meer van onze klanten vragen naar een meer circulaire dienstverlening. Wij kunnen dit op dit moment nog niet altijd leveren. Maar samen met onze leveranciers wellicht wel. Hoe krijgen we dit gat gedicht?”
Circulaire busbar en noodverlichting
ENGIE ging samen met ABB en Technische Unie aan de slag met de ontwikkeling van circulaire noodverlichting inclusief bijbehorende samenwerking in de keten. Legrand richtte zich op de ontwikkeling van een circulaire busbar. Dit is een spanningsrail in een gebouw waarvandaan op een eenvoudige manier stroompunten kunnen worden afgetakt, door gebruik te maken van aftakkasten.
Draagvlak is cruciaal
Het living Lab Bouwstof startte met een aantal strategische sessies met de beslissers van de betreffende organisaties. Deelnemer Lion van Nuenen van Legrand vertelt hierover: “Draagvlak is de eerste cruciale stap. Je kunt in een hoekje van je bedrijf wel ‘even lekker gaan innoveren’, maar als je verder niemand binnen je organisatie meekrijgt, dan is het verloren tijd.”
Tino van der Veen (Legrand) geeft uitleg over 'power infrastructure as a service'.
Kom uit de eigen kantooromgeving
Daarna volgden de designsprints van een week. Hierin werkten de teams aan de ontwikkeling van de producten. Volgens Gerben Achterberg van ABB is het waardevol om hierbij even uit je eigen kantooromgeving te stappen. “Om met een concreet product aan de slag te gaan, heb je een kickstart nodig. Die omgeving van BlueCity, een oud subtropisch zwemparadijs vol circulaire ondernemers, helpt daarbij.” Dat heeft Simone van Tongeren ook ervaren. “Zo’n manier van werken brengt mensen in beweging. En dat is ook nodig, willen we de beweging erin houden.”
Vraag feedback aan potentiële klanten
Tijdens de designsprints legden de deelnemers de in een week uitgewerkte prototypes voor aan potentiële klanten. “Klanten zijn kritisch op greenwashing”, aldus Van Nuenen van Legrand. “Ze zijn in het verleden overspoeld met icoontjes en groene stickertjes. Je moet dus echt met een goede oplossing komen om ze enthousiast te maken.”
Kies een product met impact
Legrand wilde aan de slag met een product waarmee het bedrijf impact kan maken. Bovendien moest het een product zijn dat voldoende omzet en volume in de markt heeft. Met de busbar is veel energie- en materiaalwinst te behalen. Van Nuenen: “We kunnen bijvoorbeeld de busbar opnieuw gebruiken. Nu wordt de busbar gerecycled. Dat is zonde, want vaak functioneert het product nog prima. Daarnaast kunnen we de busbar energiezuiniger maken en beter geschikt voor latere uitbreidingen.”
Wil je meer weten over de eerste prototypes? In het Duurzaam Gebouwd Magazine #44 (verschijning rond september 2019) verschijnt de uitgebreide versie van dit artikel. Dit magazine is rond september 2019 ook online te lezen.
Over de auteur: Matthijs Timmers is partner van de DuurzaamheidsRapporteurs, bureau voor duurzame journalistiek, stakeholderonderzoek en jaarverslaggeving. Meer informatie vind je op de officiële website van de DuurzaamheidsRapporteurs.