Beter wonen in NL: Integrale waardering van modulaire verbeterscenario’s vanuit welzijn, duurzaamheid en kosten 

Beter wonen in NL: Integrale waardering van modulaire verbeterscenario’s vanuit welzijn, duurzaamheid en kosten 

Eerder dit jaar startte het onderzoek Beter Wonen in Nederland. Het onderzoeksteam streeft hiermee naar modulaire verbeterscenario’s voor woningrenovatie en -transformatie, specifiek gericht op bewoners. De koppeling tussen theorie en praktijk is hierin onmisbaar. Dat was dan ook de focus voor de tweede integrale sessie van het onderzoek. De belangrijkste conclusies lees je in dit verslag.

Tekst: Reinoud Schaatsbergen
Foto boven: © Martin Hols

Het onderzoek

Begin 2021 startte Saint-Gobain, producent van innovatieve oplossingen voor o.a. de gebouwschil en inbouw, het onderzoek Beter Wonen in Nederland. Het onderzoek richt zich op renovatie (kwaliteit verbeteren) en transformatie (aanpassen) van bestaande woningen, waarbij modulaire verbeterscenario’s worden geformuleerd. In deze scenario’s staat welzijn voorop zonder dat afbreuk wordt gedaan op de duurzaamheid en het budget. 

In de eerste integrale sessie van het onderzoek zette het onderzoeksteam de uitdagingen en kansen op een rij voor de verbeterscenario’s. Het verslag lees je hier. Een tweede sessie vond plaats op 6 juli, met een focus op het aantoonbaar maken wat de kosten en baten van de scenario’s zijn. Aanwezig waren Nelleke Nelis (Making Space), Rüdiger Drissen (DWA), Marjan Peppelman en Freek Pijman (Arcadis), David Anink en Roy Venhuizen (W/E) en Michiel Susebeek, Ivo van Rooy en Pascal Temming (Saint-Gobain).

Integrale bewustwording

De modulaire verbeterscenario’s van Saint-Gobain zijn bedoeld om woningen van voor 1970 te renoveren of transformeren. Dit omdat de potentiële kwaliteitsimpuls voor deze woningen het grootst is, gelet op o.a. (geluid)isolatie, wooncomfort en het energieverbruik. De scenario’s zijn bedoeld voor gemeenten, ontwikkelaars en woningcorporaties om kant-en-klare oplossingen door te voeren die aansluiten op de gezondheid, comfort en wensen van de bewoners.

Dit start met meer integrale bewustwording. Hieronder staat het dashboard (nu nog in concept) dat gebruikt wordt om modulaire verbeterscenario’s integraal te waarderen en te voorkomen dat er wordt ondergepresteerd op zaken als welzijn, natuur of materiaalimpact. Het dashboard biedt ook kansen doordat te hoge investeringen/exploitatiekosten of potentiële waardevermeerdering vooraf beter zichtbaar zijn. 

Beter wonen in NL: Integrale waardering van modulaire verbeterscenario’s vanuit welzijn, duurzaamheid en kosten 

Focus op welzijn en sociale context

Het onderzoek Beter Wonen in Nederland legt de focus op welzijn. Dit omdat doorgaans bij renovatie de nadruk op energetische duurzaamheid en budget ligt, terwijl de wijze waarop bewoners omgaan met duurzaamheidsoplossingen een belangrijke rol speelt in de daadwerkelijke energiewinst. Het doel is dan ook een aansluiting van theorie op praktijk te behalen door te anticiperen hoe bewoners omgaan met de verbeterscenario’s; de sociale context. 

Dat er vaak een gebrek is aan deze sociale context wordt treffend geïllustreerd door Nelleke Nelis van Making Space: “Voor een Spaans woningbouwproject werden allerlei duurzaamheidsoplossingen doorgevoerd, waaronder een warmtepomp en veel zonnepanelen”, vertelt ze. De bewoners maakten hier praktisch geen gebruik van, omdat zij arm waren en geen stookkosten wilden maken. “Beter nog: als zij hun beddengoed uithingen, deden ze dat over de zonnepanelen heen. Denk dus vanuit de sociale context na en verzin vanuit dat standpunt oplossingen.”

Simpele en robuuste oplossingen

Voor de modulaire pakketten worden eerst de passieve gebouwdelen (schil en de inbouw) geoptimaliseerd. Elk niveau (basis, beter, best) voegt een stapje toe qua comfort en gezondheid. Hierbij wordt gestuurd op energie door met lage temperatuurverwarming te werken en wordt er gecompenseerd met pv om energieneutraliteit te behalen. Voor deze pakketten wordt gekeken naar verschillende gebouwtypen.
Hoge technische prestaties in de praktijk introduceren meteen een tweede belangrijke pijler van het onderzoek: streven naar robuustheid. Elk toe te voegen duurzaamheidsoplossing moet helder uit te leggen en simpel te bedienen zijn. Immers is bewonersgedrag leidend in het behalen van een lager energiegebruik. Belangrijk is dus dat bewoners geen last ervaren van de systemen, zodat er niet ‘mee geklooid wordt’.

Sociale faalkosten in de praktijk

De te leveren maatregelen vanuit de modulaire pakketten hebben invloed op de huurprijs. Het team neemt daarvoor het woningwaarderingsstelsel (WWS) als uitgangspunt, waarbij de technische aspecten uit de pakketten gemakkelijk te waarderen zijn. Voor welzijnsaspecten is dit nog lastig; hoe bepaal je daar de waarde van? Een mogelijkheid is door sociale faalkosten inzichtelijk te maken: als je enerzijds zaken achterwege laat, kan het zijn dat je tijdens de exploitatie kosten moet maken om zaken als tocht, geluidoverlast of koudeval op te lossen. 

Of dergelijke aannames altijd te meten zijn, is echter de vraag. Risico’s hierin kunnen opgevangen worden door ze te vertalen naar prestaties. Immers hebben sociale faalkosten regelmatig met techniek te maken. Zo kan het geheel holistisch worden bekeken, waarbij zoveel mogelijk faalkosten worden vermeden door zaken op voorhand in prestaties vast te leggen, zodat wat je bedenkt in de conceptfase daadwerkelijk behouden wordt.

Exploitatiekosten

Een belangrijk punt om rekening mee te houden, is dat de communicatie over de te maken ingrepen tijdens de exploitatie, zoals onderhoud, goed geregeld is. Zo blijven bewoners op de hoogte en houd je (sociale) faalkosten laag. Deze faalkosten staan vaak in verband met de samenwerkingsvorm die wordt gekozen bij een woonproject. Zo kan gekozen worden om kwaliteitsborging op hoger niveau in te passen (bijvoorbeeld bij de beter- en best-niveaus) zodat het verschil in de faalkosten kan worden aangetoond en gewaardeerd.

Een ander risico voor de berekeningen is de ontwikkeling van energieprijzen. Is hierop te anticiperen vanuit een basisscenario? Dat heeft met talloze details te maken, is te horen vanuit het onderzoeksteam, maar de exploitatiekosten zijn daarin leidend. Wat die kosten zijn, volgt uit de beslissingen die per modulair verbeterscenario worden gekozen en hoe de kwaliteit daarvan wordt geborgd.

Om het welzijnsplaatje opnieuw te verankeren, kan ook gedacht worden om per verbeterscenario te inventariseren wat voor overlast bepaalde ingrepen veroorzaken tijdens het wonen. Denk aan tijdsplanning, stof- en geluidsoverlast. Door deze elementen aan een pakket te koppelen, kan op voorhand rekening worden gehouden met de sociale impact.

Belangrijke conclusies

Met de tweede integrale sessie van het onderzoek Beter Wonen in Nederland werd voor diverse aspecten van de verbeterscenario’s een koers gezet. Een belangrijke conclusie was telkens dat welzijn voorop staat, wat weer een sterke relatie heeft met bewonersgedrag. Pakketten dienen niet gemaakt te worden vanuit het idee dat ze in theorie werken, maar op basis van het werkelijke gebruik. Een gebruikershandleiding blijkt dus een noodzaak te zijn.

Daar eindigt het niet mee, stipt Nelis aan. “Zo’n handleiding wordt vaak niet gelezen”, zegt ze. Oftewel: een goede begeleiding van gebruik moet hiermee gepaard gaan. In de pakketten moeten dus belangrijke aandachtspunten op simpele wijze uitgelegd worden, zodat het gebruik ervan gestimuleerd wordt. “Realiseer je vooral dat mensen er geen tijd voor over hebben en pas in actie komen als ze het nodig hebben, wat best een jaar later kan zijn.” Zo valt te denken aan een beknopte handleiding voor vlugge klussen en een naslagwerk voor detailwerk. 

Duidelijke terminologie is dan ook cruciaal. Zaken als MPG lijken ver weg te staan van bewoners en hoewel de term weinig impact zal hebben, zijn onderwerpen als milieu, CO2 en circulariteit wel degelijk belangrijk voor mensen. Alles is uit te leggen, beaamt het team, zolang het in begrijpbare termen wordt overgebracht. “Maak het menselijk”, was het devies.

Vooruitblikken: resultaten onderzoek op 31 augustus

Saint-Gobain werkt in de zomerperiode de berekeningen voor de modulaire verbeterscenario’s uit, waarbij onder andere de keuze voor enkele gebouwtypen wordt gemaakt, alsook voor de installatiecomponenten. Zodra deze keuzes staan, is de waardering voor vooral het welzijnsaspect al een stap dichterbij. 

Op 31 augustus worden de eerste resultaten gedeeld tijdens het online Pitstop event.

Ben je nieuwsgierig over het onderzoek en de integrale aanpak of wil je meepraten met een volgende sessie? Neem dan contact op met Pascal Temming van Saint-Gobain Projects.

Telefoon: +31 (0)6 57 79 60 71
E-mail: Pascal.Temming@saint-gobain.com

Zoek verder binnen deze onderwerpen

Gerelateerde artikelen, events & downloads

c21 c225 c237 c265
Volgende mijlpaal Net Zero: verplichte toepassing CO2-arm beton

Volgende mijlpaal Net Zero: verplichte toepassing ...

Lizzy Butink heeft als manager Duurzaamheid binnen Dura Vermeer Divisie Bouw en Vastgoed BV de afgelopen tijd flink geknokt om de Net Zero-strategie hoog op ...

Lees verder

c21 c225 c243 c265
Kijkje in de keuken bij verduurzaming industrie

Kijkje in de keuken bij verduurzaming industrie

Met de klimaatdoelstellingen en forse ambities voor verduurzaming van ons kikkerlandje in het achterhoofd, is kennisdeling onontbeerlijk. Dat houdt niet op bij ...

Lees verder

c21 c41 c225 c237 c243 c265
GACS: verplichting brengt voordelen met zich mee

GACS: verplichting brengt voordelen met zich ...

Als je een gebouw met verwarmings- of airconditioningsysteem hebt met een nominaal vermogen van 290 kW, heb je wellicht een nieuwe verplichting voorbij zien komen. ...

Lees verder

c21 c225 c265
Netcongestie oplossen met grootschalige batterijopslag

Netcongestie oplossen met grootschalige batterijopslag

Een batterijpark met een vermogen van 32,6 Megawatt en een opslagcapaciteit van 65,2 Megawattuur wordt gerealiseerd in Zeewolde. Hiermee wordt het park een van ...

Lees verder

c21 c41 c225 c237 c265
Wapeningsstaal emissieloos op de bouwplaats

Wapeningsstaal emissieloos op de bouwplaats

Het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) moet de uitstoot van bouwmateriaal en logistiek op en om de bouwplaats fors verminderen. Een van de doelen is om ...

Lees verder

c21 c41 c225 c237 c265
Afvalmonitor brengt afvalstromen en CO2-uitstoot in beeld

Afvalmonitor brengt afvalstromen en CO2-uitstoot ...

De ‘Afvalmonitor’ is het eerste afvaldashboard in de bouwsector. Deze helpt om afvalstromen, scheidingspercentage en CO2-uitstoot te monitoren.

Lees verder

c21 c26 c41 c134 c243 c265
Eerste woongebouw voor gebiedsontwikkeling Hero van Breda

Eerste woongebouw voor gebiedsontwikkeling Hero ...

Gezondheid en duurzaamheid zijn speerpunten van de gebiedsontwikkeling Hero van Breda. Voor de realisatie van het eerste woongebouw ‘De Meeker’ ondertekenden ...

Lees verder

c21 c41 c225 c265
CO2-arm beton standaard voor bouwers en ontwikkelaars

CO2-arm beton standaard voor bouwers en ontwikkelaars

CO2-arm beton wordt de standaard voor vastgoedontwikkelaars en bouwers. Verschillende partijen nemen het voortouw en ondertekenden een intentieverklaring, om de ...

Lees verder

c21 c41 c225 c237 c243 c265
Integrale verduurzaming vraagt om procesinnovatie en synergie

Integrale verduurzaming vraagt om procesinnovatie ...

De nieuwe stadswijk Merwede Utrecht komt tot wasdom, met de nadruk op een flinke diversiteit aan innovatie: op het vlak van duurzame energie, mobiliteit én ...

Lees verder

c21 c41 c225 c237 c265
Sturen op Paris Proof en Quick Carbon Indicator met GPR Materiaal

Sturen op Paris Proof en Quick Carbon Indicator ...

Om binnen de 1,5 graad opwarming van de Aarde te blijven, moeten we sturen op onze korte termijn emissies: de bouwsector moet in 2030 55% minder CO2-uitstoten ten ...

Lees verder

c21 c185 c225 c265
Samen tegen materiaalobesitas

Samen tegen materiaalobesitas

“Stop met massief bouwen, tenzij het echt niet anders kan.” Die oproep doet Herre Elsenga, algemeen directeur van VBI, aan opdrachtgevers, architecten, ...

Lees verder

c21 c41 c225 c243 c265
Utiliteitsbouw na 2030: geen label A, wel ‘zero emission’

Utiliteitsbouw na 2030: geen label A, wel ‘zero ...

Er verschenen de laatste tijd berichten waarin sprake is van een label A-verplichting voor utiliteitsbouw vanaf 2030, maar dat klopt niet. Wat moet er in 2030 wél ...

Lees verder

Reactie plaatsen

keyboard_arrow_up