‘Kwaliteit vastgoed moet aansluiten op behoefte’
- Gebiedsontwikkeling
- Artikel
Zo’n 2 jaar geleden ontving Fontys Hogeschool een stimuleringssubsidie uit de regeling RAAK voor het onderzoeksprogramma ‘Vastgoed van de toekomst’. Begin deze maand vond de afronding van dit onderzoek plaats, met het congres ‘Leren van leegstand’. “De kwaliteit van vastgoed moet aansluiten op de behoefte.”
Tijdens dit congres kreeg de Eindhovense wethouder Stef Depla de eindpublicatie ‘Leegstand leeft’ uitgereikt uit handen van vastgoedlector Cees-Jan Pen van Fontys Hogeschool-faculteit Management Economie en Recht. “We zijn dit programma begonnen om meer inzicht te krijgen te krijgen in de leegstandproblematiek”, vertelde de laatstgenoemde. “De aanpak hiervan en de rol van de overheid vormden hierbij de rode draad. Dat we ook voor duurzaamheid zorgen, is mooi meegenomen.”
Volgens Pen is leegstand een probleem dat de markt en de overheid gecreëerd hebben. “Dat vraagt om een gezamenlijke oplossing. Depla vond dat echter niet alle leegstaande gebouwen in de regio in één keer afgeboekt moeten worden. “Leegstand biedt namelijk ook kansen. Kijk maar eens wat er in de wijk Strijp-S is gebeurd.”
Aansluiting op behoefte
Aan het begin van de middag verzorgde Fontys-docent Bart de Zwart de aftrap van dit congres. “Leegstaand vastgoed is een symptoom van een economie in transitie”, vertelde hij. “Beschouw het als een thermometer van wat er gebeurt. De kwaliteit van het vastgoed moet namelijk aansluiten op de behoefte.”
Volgens hem is een tendens merkbaar dat de provincies steeds nadrukkelijker invulling geven aan de regierol. “Dat gebeurt bijvoorbeeld in Noord-Brabant, maar ook in Limburg en Utrecht.”
Kijk naar kwaliteit in vastgoed
Zo wil de provincie Limburg dat de gemeenten de leidende rol op zich nemen. Samen met de gemeenten ontwikkelde gedeputeerde Hans Teunissen een Provinciaal Omgevingsplan. “Eerst zagen ze de urgentie van de krimp niet”, lichtte hij toe. “In 2013 hebben we met de gemeenten afspraken gemaakt over hoe wij denken onze fysieke omgeving opnieuw in te richten. Denk hierbij aan compacte winkelcentra en de afwezigheid van detailhandel op bedrijventerreinen. Het moet echt gaan om kwaliteit.”
Zo liggen er in Midden-Limburg 7 plannen voor hotels voor in totaal 700 bedden. “Maar in dit gebied zijn al 1.000 bedden. Gezamenlijk moeten de gemeenten hier uitkomen. We zeggen dan niet dat er geen nieuwe hotels mogen komen, maar ze dienen wel naar de balans te kijken en op een grotere schaal te denken.”
Kantoren uit bestemmingsplannen
Gedeputeerde Bart Krol van de provincie Utrecht liet weten dat in zijn provincie 1,2 miljoen vierkante meter aan kantoren leeg staat. “Die bestaande leegstand is echter niet het voornaamste probleem. Volgens bestaande bestemmingsplannen heeft Utrecht een plancapaciteit van nog eens 4 miljoen vierkante meter aan kantoren. Hiervoor hebben gemeenten contracten afgesloten. Als ze die contracten niet nakomen, dan moeten ze betalen.”
Hiervoor heeft hij een middel gevonden in de wet Ruimtelijke Ordening: het Provinciaal Inpassingsplan (PIP). “Hiermee kunnen we bestemmingsplannen aanpassen. Met deze PIP is de kans op planschade voor gemeenten kleiner. Het gaat voor hen om overmacht en daar kunnen gemeenten niets aan doen.”
Na diverse workshops en de uitreiking van ‘Leegstand leeft’ was het slotwoord aan Pen. “De overheid zet dus stappen om hun veranderende rol op te pakken. Waar blijft de markt in deze discussie?”