De timing van hout
Onlangs werd ik getriggerd door het NRC-artikel ‘Bouwen met hout? Dat is niet duurzaam, zegt de norm’. In het artikel wordt een simpel biologieprincipe aangehaald waar ik wel wat aan wil toevoegen.
Het artikel gaat over de rapportage van TNO en de methode waarin hout is opgenomen in de berekeningen van de overheid. Het werd gepubliceerd naar aanleiding van het manifest om de rekenmethodieken die worden gebruikt voor het berekenen van de milieubelasting van bouwmaterialen te herzien. Zo zegt het artikel: 'Bij kappen en verwerken van bomen blijft de koolstof gevangen in het hout. Als je voor elke gekapte boom een nieuwe plant, neem je door bouwen met hout per saldo CO2 weg uit de atmosfeer.'
Hoewel dit correct is, wil ik hier toch nog wat aan toevoegen. Biomassa is een bijzonder iets wanneer dit wordt gekoppeld aan de duurzaamheidsambitie. Het gaat hierbij namelijk allemaal over timing van de CO2-opname. Een boom heeft CO2 opgenomen in het verleden, in de periode dat deze groeide. Als je dan een volwassen boom vervangt voor een nieuwe boom, zorgt dat ervoor dat de cyclus in stand blijft. De jonge boom neemt daarentegen weinig CO2 op uit de atmosfeer.
Als we dit koppelen aan het beleid om de komende dertig jaar de CO2-uitstoot substantieel te verlagen, ontstaat er iets raars. Als we structureel overstappen op CLT en we bomen gaan kappen en vervangen door jonge bomen, gaan we er dan op dit moment niet netto op achteruit? De oude boom haalde namelijk meer CO2 uit de atmosfeer dan de jonge boom. Natuurlijk is het altijd beter dan bouwen met beton, of zelfs circulair beton.
Vergis je niet, wij gaan met hout bouwen. Maar we kiezen ervoor om na te denken over de hoeveelheid biomassa met een groeicyclus van >30 jaar en de hoeveelheid jonge snelgroeiende biomassa. Dit is een van de redenen om lisdodde te gebruiken als vervanger voor cellulose. Een biomassastroom met een langere groeicyclus voor een biomassa met een kortere groeicyclus. Alleen al tijdens het jaarlijkse groeiproces van lisdodde reduceren we 2.000 ton CO2 bij de realisatie van het isolatiemateriaal voor 1.000 woningen. Daarnaast kunnen we dit elk jaar opnieuw oogsten, voorkomen we bodemdaling en ontstaat er een nieuw verdienmodel voor de landbouwer. Het is bovendien te realiseren in kleine productiecirkels met nauwelijks transportbewegingen, het is biodivers en écht circulair.
Met hout besparen we veel CO2 ten opzichte van beton. En met lisdodde besparen we weer veel CO2 ten opzichte van hout. De timing van CO2 zit hem in de kleine letters.
Tekst: Folkert Linnemans