Verslag: Congres Bouwen onder Omgevingswet
Alles wordt anders, maar heel veel blijft hetzelfde. Dagvoorzitter Harm Valk, senior adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs, gaf in zijn slotwoord deze samenvatting van het congres Bouwen onder de Omgevingswet. Bij dit congres draaide het voor architecten, bouwers en ontwikkelaars met name om een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet, het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving), dat op 1 januari 2024 het Bouwbesluit vervangt.
Bij de start van het uitverkochte congres heette Harm de ruim 120 bouw- en vastgoedprofessionals welkom. De grote belangstelling was het bewijs dat Nieman Academie, sinds een jaar een zelfstandig kenniscentrum binnen Nieman Groep, voor haar eerste congres een onderwerp heeft gekozen dat breed leeft binnen de doelgroep.
Bij die gewijzigde bouwregelgeving en de Omgevingswet draait het met name om het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving), dat op 1 januari 2024 het Bouwbesluit vervangt. “In feite is dit congres in december daarmee een soort overgangsrite”, zo stelde Harm.
Harm Valk: "In feite is dit congres een soort overgangsrite."
Kennisdag
De eerste spreker, Henk Koekoek, directeur van Nieman Groep, schetste vervolgens het belang van de Omgevingswet en het Bbl. Hij wees erop dat op 1 januari 2024 26 wetten worden teruggebracht naar één Omgevingswet en dat 75 ministeriële regelingen worden teruggebracht naar één Omgevingsregeling. Ook vond hij, omdat de dag draaide om de inhoud ‘kennisdag’ eigenlijk een betere typering dan ‘congres’. Hij stipte aan, dat er deze dag aandacht was voor wijzigingen – zowel versoepelingen als aanscherpingen – maar ook voor zaken die wél worden opgenomen in de Omgevingswet en het Bbl maar die toch nog niet per 1 januari 2024 in werking treden. Daarmee deed hij een eerste toespeling op de vertraging die de introductie van de Omgevingswet de afgelopen jaren heeft opgelopen. Henk sloot zijn bijdrage af met de hoop dat de bezoekers met veel vragen waren gekomen, maar na afloop met nog meer antwoorden naar huis gaan.
Maatschappelijke uitdagingen
Na Henk schakelde het congres over naar de inhoud. De aftrap was daarbij voor Saskia Hegeman, Business development Nieman Groep & senior adviseur Brandveiligheid bij Nieman Raadgevende Ingenieurs. Saskia legde in haar presentatie uit hoe het Bbl past in de Omgevingswet, hoe het Bbl is opgebouwd en waarin dat weliswaar anders is dan het Bouwbesluit maar op sommige plekken toch ook heel herkenbaar. De kern van haar boodschap was dat er momenteel een aantal maatschappelijke uitdagingen zijn, zoals het woningtekort, de energietransitie en de materialentransitie, die in de bouw allemaal bij elkaar komen.
Volgens Saskia kon alle kennis van deze dag aan deze uitdagingen worden opgehangen: “Straks zijn jullie op de hoogte van wat er al veranderd is in de bouwregelgeving en wat er nog gaat veranderen.” Ze wees de deelnemers er ook op dat het belangrijk is richting opdrachtgevers en eindgebruikers om getallen uit de bouwfysica te vertalen in de beleving en de bijbehorende kwaliteit. Daarnaast moet de regelgeving steeds vaker de markt in beweging brengen: “De bouwregelgever zegt door grenswaarden aan te scherpen en uit te breiden naar meerdere functies dat ze een gedragsverandering wil zien in de markt. Dat is interessant, omdat het gelijk opgaat met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) waarmee je aantoont dat alles in de bouw een aantoonbaar kwaliteitsniveau heeft.”
Vervolgens ging ze in op een aantal zaken die opvallen in de nieuwe bouwregelgeving: zo is zijn er veel onnodige eisen bij gebruiksfuncties geschrapt, waarbij bruikbaarheid de opvallendste is. Verder is er meer aandacht voor kwetsbare gebouwgebruikers en is de energie- en materialentransitie in volle gang. Een andere ontwikkeling is dat bouwregelgeving en het private normenstelsel steeds meer in elkaar grijpen. Ook leidt de integratie van gebouw en omgeving steeds meer tot nieuwe begrippen, wordt de invloed van Europese regelgeving steeds groter en volgen wijzigingen elkaar in een steeds hoger tempo op. Tenslotte wees ze erop dat veel technische eisen uit de bouwregelgeving nu in het Omgevingsplan terechtkomen. “Daarmee moet de toegankelijkheid van de bouwregelgeving geborgd worden.”
Saskia Hegeman: "De bouwregelgever zegt door grenswaarden aan te scherpen en uit te breiden naar meerdere functies dat ze een gedragsverandering wil zien in de markt."
Bbl als opvolger van Bouwbesluit
Adriaan de Jong, senior adviseur Bouwregelgeving bij Nieman Raadgevende Ingenieurs, ging in zijn bijdrage in op het Bbl als opvolger van het Bouwbesluit. Hij legde uit dat het Bbl een van de vier Algemene Maatregelen van Bestuur is, die onderdeel zijn van de Omgevingswet. Ook lichtte hij toe dat het Bbl gericht is op burgers en bedrijven en rechtstreeks werkende voorschriften bevat waar bouwwerken aan moeten voldoen.
Die voorschriften komen voor 90 procent uit het Bouwbesluit en voor 10 procent uit andere regelgeving zoals de bouwparagraaf van de Woningwet, het Activiteitenbesluit, het Asbestverwijderingsbesluit, het Besluit Energieprestatie Gebouwen en de voorschriften voor vergunningvrij bouwen. Nieuw in het Bbl is de Wkb. Adriaan vertelde ook dat bepaalde begrippen vanuit het Bouwbesluit en vanuit andere ‘oude’ wetgeving in de Omgevingswet landen – een niveau hoger dan het Bbl. Een belangrijke daarvan is gelijkwaardigheid: “Dat betekent namelijk dat die eisen straks mogelijk niet meer alleen voor bouwen gelden, maar ook voor bepaalde milieumaatregelen.”
Adriaan de Jong: "Gelijkwaardigheid betekent namelijk dat die eisen straks mogelijk niet meer alleen voor bouwen gelden, maar ook voor bepaalde milieumaatregelen.”
Bij de indeling van het Bbl wees Adriaan op een belangrijke wijziging. Door de nieuwe hoofdstukindeling krijgt ‘verbouw’ veel meer aandacht als zelfstandig niveau. ‘Verbouw’ zat wel al in het Bouwbesluit, maar zat enigszins ‘verstopt’ in de voorschriften voor nieuwbouw. Toch stelde Adriaan overall dat niet alles op zijn kop gaat. Zo blijft het Bbl bij de technische voorschriften lijken op het Bouwbesluit, in onder meer systematiek, tabelstructuur en begrippen en blijven ook de meeste voorschriften intact. Ook wordt er volgens Adriaan straks met het Bbl gewerkt op een manier die vergelijkbaar is met die waarop tot nu toe met het Bouwbesluit wordt gewerkt.
In de nieuwe bouwregelgeving wordt er wel meer overgelaten aan gemeenten, waardoor het maatwerk wordt. Daarbij zijn de maatwerkregels – bijvoorbeeld hernieuwbare energie op daken – gebiedsgericht en komen ze terecht in het Omgevingsplan, terwijl de maatwerkvoorschriften – bijvoorbeeld een brandweeringang – projectgericht zijn en terechtkomen in een beschikking of vergunning.
Adriaan beëindigde zijn toelichting op de structuur van het Bbl met een verwijzing naar twee websites, die geschikt zijn voor verdere verdieping: de website ‘Aan de slag met de Omgevingswet’ en Informatiepunt Leefomgeving.
Wijzigingen
Na het overall-verhaal van Saskia en de toelichting op de structuur van het Bbl van Adriaan was het de beurt aan Femke Schrama, specialist Bouwregelgeving bij Nieman Raadgevende Ingenieurs, om in haar bijdrage de bezoekers op hoofdlijnen mee te nemen in de wijzigingen in het Bbl. Dat deed ze vanuit het oogpunt van de eindgebruiker met aandacht voor het menselijke aspect, omdat ze zowel een achtergrond als ingenieur en psycholoog heeft. Ze lichtte daarbij toe dat veel van de wijzigingen te maken hebben met actualiteiten die zich hebben voorgedaan.
In het eerste deel ging Femke in op wijzigingen die vanaf juli 2020 al zijn opgenomen in het Bouwbesluit. Vervolgens behandelde ze de wijzigingen die op 1 januari 2024 ingaan en tenslotte lichtte ze de wijzigingen toe die de komende jaren te verwachten zijn.
Wijzigingen vanaf juli 2020
Bij het eerste deel kwamen onder meer de thema’s gebruiksveiligheid, brandveiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid en bruikbaarheid aan de orde. Allemaal eisen die bedoeld waren voor het Bbl, maar die in het Bouwbesluit werden opgenomen, omdat de invoering van de Omgevingswet steeds werd uitgesteld en invoeren niet kon wachten. Daarbij waren er twee redenen: omdat het Europees verplicht was of omdat Nederland vond dat invoering nodig was.
Wijzigingen vanaf 1 januari 2024
Bij de behandeling van het tweede deel, de wijzigingen per 1 januari 2024, wees Femke erop dat sommige wijzigingen de nodige impact hebben in de praktijk. Een voorbeeld daarvan is de toegankelijkheid. Die gold eerst alleen voor utiliteitsbouw, maar geldt nu voor alle woonfuncties. Bovendien wordt toegankelijkheid integraal benaderd.
Een andere belangrijke wijziging is dat de bruikbaarheidseisen vervallen. Uitzonderingen daarbij zijn de woningen en de toegankelijkheid. Dat laatste blijft gelden voor zowel utiliteitsbouw als woningbouw. Andere eisen die vervallen, zijn onder meer de omvang van verblijfsruimten en verblijfsgebieden. Femke: “Dat betekent wel dat de opdrachtgever er zelf over moet nadenken.” Ook waarschuwde ze: “Dat eisen nu vervallen, wil niet zeggen dat ze nooit meer terugkomen. Zeker als de markt het zelf niet oppakt.” Het verleidde Harm later tot de speelse opmerking dat de bouwregelgeving – vaak onder invloed van de politiek – soms wel leek op ‘jojo-wetgeving’.
Femke Schrama: "Dat eisen nu vervallen, wil niet zeggen dat ze nooit meer terugkomen. Zeker als de markt het zelf niet oppakt."
Op het gebied van brandveiligheid verandert er ook veel in het Bbl, vertelde Femke. Voor Nieman Academie een goede reden om daar later in het congres een aparte workshop aan te wijden.
Actualiteiten
Femke noemde in haar presentatie ook voorbeelden die in het Bbl terecht waren gekomen, naar aanleiding van actualiteiten. Zo leidde het mislukte verplaatsen van een brugdeel in Alphen aan den Rijn tot het opnemen van de verplichting van een veiligheidsplan, veiligheidscoördinator en risicomatrix op het punt van bouw- en sloopveiligheid. Een ander bekend voorbeeld is ineenstorting van het dak van het AZ-stadion. Dat leidde in het Bbl tot de verplichting voor een periodieke inspectie van gebouwen met meer dan 5000 mensen en ruimte met meer dan 500 mensen.
Aan het eind van dit deel van haar presentatie ging Femke in op een groot aantal maatregelen die last minute nog in het Bbl zijn opgenomen zodat ze op 1 januari 2024 kunnen ingaan. Om steeds op de hoogte te zijn van de actuele stand van zaken adviseerde ze om regelmatig te kijken op de website van het Bouwbesluit Online.
Wijzigingen de komende jaren
In het laatste deel ging Femke in op maatregelen die nog niet zijn gepubliceerd in de Staatscourant en ‘in voorhang’ zijn. Een voorbeeld daarvan is het duurzaam gebruik van daken bij industrie- en overige gebruiksfuncties. Andere voorbeelden zijn onder meer de verplichting voor nestkasten en CO2-melders op scholen en de inpassing van droge blusleidingen. Omdat bij sommige maatregelen nog een consultatieronde moet plaatsvinden, is het nog de vraag wanneer ze exact in werking treden.
Hoe het Bbl te gebruiken
Na de lunch was het de beurt aan Jacco Huijzer, jurist Bouwbesluit en brandveiligheid bij Nieman Raadgevende Ingenieurs. Hij zoomde in zijn presentatie nog verder in op wat er precies staat in het Bbl en hoe we dat moeten gebruiken. Daarvoor koos hij twee thema’s, ‘bouwen’ en ‘toestemmingsvereisten’.
Bouwwerk en bouwen
Net als eerdere sprekers wees Jacco op het belang van begrippen bij de bouwregelgeving. Het deed hem als jurist deugd dat zich op 1 januari 2024, 123 jaar (!) na de introductie van de Woningwet, een uniek feit voordoet: voor het eerst staat er een definitie van het begrip ‘bouwwerk’ in de wet.
Jacco Huijzer: "123 jaar na de introductie van de Woningwet doet zich een uniek feit voor, want voor het eerst staat er een definitie van 'bouwwerk' in de wet."
Tot nu toe werd de term voor een bouwwerk gehanteerd door de bestuursrechter die zich daarbij gebruik maakte van de gemeentelijke bouwverordening. Die definitie is nu in de Omgevingswet opgenomen. Bij de introductie van de definitie van bouwwerk komt ook een ‘bruidsschat’ mee, vertelde Jacco: de jurisprudentie tot nu toe. Die blijft nog steeds van toepassing.
Jacco wees ook op de juridische consequenties wanneer iets wel of niet als een bouwwerk wordt beschouwd. Ook benadrukte hij dat de regel die sinds 2012 in de Woningwet staat dat installaties die onderdeel zijn van een gebouw ook horen bij het bouwwerk straks ook in het Bbl staan. Jacco memoreerde eveneens de definitie van bouwen: het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.
Voorschriften van toepassing
Daarna ging Jacco in op de voorschriften die van toepassing zijn. Daarbij is er een belangrijk verschil tussen het Bouwbesluit en het Bbl. De juridische verhouding tussen de regels van het Bouwbesluit en Bbl enerzijds en een verleende omgevingsvergunning voor bouwen anderzijds lijkt te wijzigen. Bij het Bouwbesluit ging de vergunning voor op de regels van het Bouwbesluit, bij het Bbl is daar geen regeling over opgenomen. Jacco durfde echter wel de voorspelling aan dat bij de bestuursrechter uiteindelijk ook bij het Bbl de vergunning voor zal blijven gaan op de regels van het Bbl. Een vergunning blijft ook nadat een gebouw gebouwd is relevant om te beoordelen of volgens die vergunning is gebouwd. Aan dat laatste voegde hij tot hilariteit van de aanwezigen toe dat in Nederland een moord wel verjaart, maar een afwijking van de vergunning niet.
Toestemmingsvereisten
Bij toestemmingsvereisten zijn er drie mogelijkheden: is er wel of niet een vergunning vereist, is er wel of niet een melding vereist of is het toestemmingsvrij. De belangrijkste wijziging tussen Bouwbesluit en Bbl is dat daarbij nu een knip wordt gemaakt tussen ruimtelijke bouwactiviteiten en technische bouwactiviteiten. Nu zijn die regels nog nauw met elkaar verweven. Straks komen er twee systemen en twee afwegingskaders. Daarbij moeten ruimtelijke bouwactiviteiten voldoen aan gemeentelijke en landelijke eisen en technische activiteiten alleen aan landelijke eisen. Dit betekent, zo vertelde Jacco, dat we per gemeente een ander regime gaan krijgen.
Renovatie en herbestemming in het Bbl
Na het plenaire deel waren er verschillende workshops. In een daarvan ging Peter-Willem van Calis, partner bij VPRC, in op renovatie en herbestemming in het Bbl. Daarbij is nu expliciet vermeld dat het gaat om het verbouwen, verplaatsen en wijzigen van een gebruiksfunctie. Peter-Willem lichtte daarna toe wat in dit verband onder verbouwen, verplaatsen en wijzigen wordt verstaan en welke onderverdelingen er zijn.
Ook behandelde hij aan de hand van voorbeelden het rechtens verkregen niveau en de uitzonderingen en ging hij in op de eisen voor een gebruiksfunctie. Over het algemeen was zijn conclusie dat er geen grote wijzigingen waren tussen het Bouwbesluit en het Bbl bij renovatie en herbestemming. Wel is ten gevolge van bepaalde incidenten soms bepaald dat de eisen op bepaalde punten hoger moeten zijn dan het rechtens verkregen niveau.
Brandveiligheid en het Bbl
In een andere workshop behandelde Maaike van Bussel van Amersfoort, brandveiligheidsadviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs, de brandveiligheid en het Bbl. Daarbij ging ze eerst in op een aantal eisen die naar voren werden gehaald naar het Bouwbesluit, omdat de invoering van het Bbl te lang duurde. Het ging onder meer om de rookdoorgangseisen, de zelfsluitendheid van woningtoegangsdeuren en de aanwezigheid van rookmelders in vluchtroutes.
Ook behandelde ze elementen die uit de ‘bruidsschat’ van het Bouwbesluit worden meegenomen in het Bbl zoals de bluswatervoorziening, bereikbaarheid bouwwerken voor hulpverleningsdiensten, de opstelplaats voor brandweervoertuigen en de aanwezigheid brandgevaarlijke stoffen bij brandwerken.
Ze lichtte vervolgens ook een aantal wijzigingen toe. Zo wordt de gebruiksmelding bij brandveiligheid voor minder situaties van toepassing bij kantoren en industriegebouwen, met als gevolg dat gemeenten minder zicht op de brandveiligheid van die gebouwen hebben. Omgekeerd is er vanwege de vergrijzing wel een extra melding gekomen voor de gebruiksfunctie met zorg. Net als sprekers voor haar benadrukte ook Maaike dat gemeenten in het Bbl meer mogelijkheden hebben voor maatwerkregels (voor gebieden) en maatwerkvoorschriften (voor gebouwen).
Informatietsunami
In zijn slotwoord vertelde Harm dat één van de bezoekers de dag omschreef als ‘een informatietsunami’. Hij beschouwde dit als een compliment: “Dit was namelijk precies onze bedoeling, want we wilden jullie overvoeren met informatie die past bij je bouw-, installatie- en ontwerppraktijk.” Zelf vatte hij de inhoud van de dag kernachtig samen in één zin: “Alles wordt anders, maar heel veel blijft hetzelfde.” Hiermee stelt hij de bezoekers enerzijds gerust en houdt ze anderzijds alert.
“Aan het niveau van de vragen die gedurende de dag worden gesteld, valt op dat er bij de bezoekers al veel deskundigheid over bouwregelgeving aanwezig is. Nu draait het erom om die kennis te operationaliseren en om in 2024 bij bouwen onder de Omgevingswet over te schakelen van theorie naar dagelijkse praktijk", aldus Harm Valk, dagvoorzitter van het congres Bouwen onder de Omgevingswet. Het eerste congres van Nieman Academie. En dit succesvolle begin smaakt naar meer. Want er is altijd meer te leren!
Harm Valk bij de afsluiting van het eerste congres van Nieman Academie: "Nu draait het erom om die kennis te operationaliseren en om in 2024 bij bouwen onder de Omgevingswet over te schakelen van theorie naar dagelijkse praktijk."
Bezoekers van het congres kunnen vragen mailen naar congres@niemanacademie.nl. Nieman Academie komt in januari 2024 terug met antwoorden op deze vragen.
Tekst: Peter Bekkering, Beeld: Bjorn Goossens, BGCREATIVE VIDEOPRODUCTIES