‘Bibliotheek met ruim 200 voorbeeldige duurzame projecten’
- Project
- Gebiedsontwikkeling
Waarom verschillen de duurzaamheidsambities in verschillende wijken van elkaar? Die vraag stond zo’n 3 jaar geleden centraal bij TNO en Imperial College London, die in de vorm van Eurbanlab hiernaar een onderzoek initieerden. Eind 2014 is dit afgerond. “Nu willen we de kennis en producten graag verder verspreiden en toepassen.”
Abonneer je op ons Youtube-kanaal:
Vanuit zijn masterscriptie voor de Universiteit Utrecht over de stimulerende factoren voor de duurzame stedelijke ontwikkeling in de Europese Unie kwam Roger Toussaint in contact met TNO. “Samen met onder meer het Engelse Institute for Sustainability en het ingenieursbureau Arcadis wilde deze kennisorganisaties onderzoeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat succesvolle innovaties meer worden toegepast. Hierbij zorgde Climate KIC, een kennis- en innovatiecentrum vanuit de Europese Unie, voor financiële ondersteuning.”
Opschaling als uitdaging
Als onderzoeker draaide Toussaint mee in dit onderzoeksprogramma, dat de naam Eurbanlab kreeg en bestond van 2012 tot en met eind 2014. “De ene wijk verduurzaamt sneller dan de andere. Dat ligt niet aan de beschikbaarheid van de nieuwste technieken, want dat is overal hetzelfde. Dus wilden we uitzoeken wat de achterliggende succesfactoren zijn van de koplopers in duurzaamheid. Hierbij gaat het niet om de implementatie van 1 innovatie, maar om stedelijke projecten waarin meerdere noviteiten op elkaar aansluiten."
Dat was niet het enige doel van Eurbanlab. “De uitdaging ligt in het opschalen en herhalen van succesvolle concepten. Door onduidelijk over de impact, terugverdientijden en onbekendheid van innovaties, ontstaat terughoudendheid voor toepassingen in een toch al conservatieve sector. We wilden een beoordelingsmethode ontwikkelen, om die terughoudendheid te helpen verminderen."
De bibliotheek van Eurbanlab met zo'n 250 projecten in Europa.
Om deze methode te testen zijn 25 projecten in Europa onderzocht: voornamelijk op straat-/wijkniveau, schoolgebouwen en kantoorpanden. "Daarbij keken we naar behaalde resultaten (people, planet, profit), het ontwikkelingsproces (proces) en herhaalbaarheid van de toegepaste technieken en concepten (propagation). Een van die duurzame woonwijken, het Duitse Vauban in Freiburg, geldt hierbij als paradepaardje", vindt Toussaint. "Politiek leiderschap en hoge mate van burgerparticipatie hebben hier geleid tot een wijk, waar zo'n 90% van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen wordt gewonnen.
Het resultaat van het onderzoek is een unieke evaluatiemethode om met bovenstaande thema's snel inzicht te verkrijgen in impact en herhaalbaarheid en geleerde lessen te extraheren, verklaart Toussaint. "De methode kan bijvoorbeeld worden ingezet bij aanbestedingsprocedures als selectiemethode of als evaluatie van gerealiseerde projecten."
Innovaties implementeren
Tijdens Building Holland 2015 (zie het bovenstaande filmpje) presenteerde Toussaint samen met toenmalig Arcadis-projectleider Anne-Marie Spierings de resultaten. “Uiteindelijk bestaan de succesfactoren in zo'n proces grofweg uit 3 onderdelen: leiderschap, samenwerking en degelijke implementatie. We merken dat ieder project 1 of 2 leiders heeft, die duurzaamheid nadrukkelijk naar voren schuift”, vertelt Toussaint. “Daarnaast speelt het implementeren van heldere communicatie bij het implementeren een belangrijke rol: bewoners vinden het bijvoorbeeld niet altijd even eenvoudig om noviteiten te accepteren en te omarmen, zeker niet als dit in het verleden een keer fout is gegaan.”
Kennis verzamelen en verspreiden
Inmiddels is het onderzoeksproject afgelopen, maar sinds begin dit jaar heeft Toussaint zich met zijn bedrijf JCsolutions eraan gecommitteerd om Eurbanlab onder de arm te nemen. “Het voornaamste doel van Eurbanlab is het verspreiden van kennis en voorbeelden: eerst binnen Europa, daarna eventueel wereldwijd. Wederom met de ondersteuning van Climate-KIC werk ik daarom aan het maken van projectbeschrijvingen en een Europese bibliotheek van voorbeeldprojecten. Voorlopig bestaat deze bibliotheek uit zo’n 250 projecten met voorbeelden van zonne-energie, urban farming, wko-systemen en innovatieve financieringsmethoden.”
Daarnaast biedt hij de beoordelingsmethode aan (semi-)overheidsinstanties aan, om met hem samen te werken. “Het zou fijn zijn als dat soort instanties en milieuorganisaties duurzame projecten met deze tool evalueren om kennis te genereren voor vervolgprojecten en de ontwikkeling van effectief beleid.”