Cramer roept op tot werken in consortia
- Circulaire Economie
- Artikel
“Toen ik 10 jaar geleden minister was, was de bouwwereld sceptisch over duurzaamheid. Maar ik heb bouwpartijen zien ontdooien en inmiddels praten we over hoe we dit moeten doen.” Dit vertelde Jacqueline Cramer (bovenstaande foto) vanochtend tijdens Building Holland.
Volgens Cramer, nu voorzitter van het ESCo-netwerk, is het belangrijk om in consortia te werken. “Dus niet alleen voor jezelf. Dit is een andere manier van werken. Daarbij dient ook de opdrachtgever te zorgen voor een circulaire opdracht.” Daarnaast is het in haar ogen van belang om genoeg draagvlak te realiseren. “Dit is bijvoorbeeld in Enschede, waarbij de gemeente als pilot het Nationaal Muziekkwartier succesvol als ESCo heeft gerenoveerd. Dit heeft bijvoorbeeld gezorgd voor een besparing van € 80.000. Inmiddels is deze gemeente aan het opschalen.”
Leegstaand pand verduurzamen
Eerder vertelde Esther Wubben van de Nationale Goede Doelen Loterijen hoe deze organisatie een leegstaand pand aan het verduurzamen is. “We zochten een nieuw pand voor onze missie: de wereld beter maken. Dit willen we graag doen in een duurzaam pand.” Om iedereen zich hierin thuis te laten voelen, werd aan medewerkers gevraagd om met ideeën te komen. “Dit hebben we als longlist voor ons Programma van Eissen gebruikt.” De geselecteerde bouwers kregen een rondleiding door het huidige en het nieuwe pand. “We vinden het belangrijk dat ze voelen wie we zijn. Anders past het nieuwe pand niet bij ons en is het dus niet duurzaam”, liet Wubben weten.
Naar healing environments en welbevinden
Om onze toekomst niet in de prullenbak te gooien moet de transitie naar healing environments en welbevinden veel sneller. “Durf verder te kijken dan vandaag en zet in op gezonde omgevingen.” Dat vonden Marianne Davidson, vastgoedontwikkelaar en manager innovatie bij VolkerWessels en architect Thomas Bögl van LIAG Architecten.
Marianne Davidson: ZuiverWonen focust op levenskwaliteit en is voor bijna 90% circulair
“Ik ben trots op wat de bouw- en vastgoedsector maakt, maar durven we wel verder te kijken dan vandaag?”, vond Davidson. “Een gebouw moet er tot de eeuwigheid kunnen staan. Als we het dan toch moeten weghalen, laten we dan goed nadenken over hoe we dit circulair kunnen oplossen.”
Sectorbreed moeten we beter nadenken over hoe we de gebruiker gezonder kunnen maken.'
Marianne Davidson, VolkerWessels
Naast een grotere inzet op circulariteit zag zij kansen om het welbevinden van de mens centraal te stellen. “Daar zetten we al goede stappen in, bijvoorbeeld met ZuiverWonen. Dit concept focust op levenskwaliteit. De woning is voor bijna 90% circulair en bestaat voor bijna de helft uit biobased materialen.” Ze pleitte om meer te leren van de wetenschap, om zo een healing environment te scheppen “Sectorbreed moeten we beter nadenken over hoe we de gebruiker gezonder kunnen maken. De 17 doelen die je deelt vormen een goede kapstok om de leefomgeving ingrijpend te verbeteren”, vertelde Davidson.
De uitdaging van de toekomst
Bögl zag vooral een tendens van circulariteit naar welbevinden. “Dat wordt de uitdaging van de toekomst. Wanneer er discussies zijn over de circulaire economie gaat het vrijwel altijd over hergebruik van materialen en wat we ermee kunnen doen in de toekomst. In mindere mate gaat het over hoe we op een andere manier ons design inzetten om gezondheid te bevorderen. Naar die situatie moeten we wel toe.”
Volop belangstelling tijdens de presentaties van Davidson en Bögl op het Nexus-podium
Wellbeing memten en verbeteren
WELL-certificeringen dienen om welbevinden in vastgoed voorop te stellen. De certificeringsmethodiek kent diverse pijlers om wellbeing te meten en verbeteren. Een van de onderdelen is licht. “Dit heeft invloed op hoe we ons voelen. Zo hebben Alzheimerpatiënten in een goed verlichte ruimte minder medicatie nodig.” Ook fitness maakt onderdeel uit van de beoordeling. “Door onze gebouwde omgeving slimmer in te richten kunnen we zaken die minder leuk zijn, zoals een trap beklimmen, interessant maken. Zoals ook wordt gedaan in een parkeergarage in Kopenhagen, met een hoge trap en veel belangstelling van hardlopers. Hier kun je erachter komen hoe snel je de trap op loopt.”