Steden bouw je óók voor voetgangers
Tijdens het congres Gamechangers in de Bouw & Infra is er extra veel ruimte voor lopen. Als de wandelvriendelijke stad voortaan de norm wordt, draagt dat bij aan veel beleidsterreinen. Het specifiek daarvoor ontwerpen is een echte gamechanger, aldus Martine de Vaan. Loop je met haar mee?
Het congres Gamechangers in de Bouw & Infra biedt je drie mogelijkheden om met Martine de Vaan nieuwe paden te bewandelen. Zij is de programmaleider van de City Deal Ruimte voor lopen en gaat, naast een workshop, het programma ook verlevendigen met twee wandelingen. ’s Ochtends een netwalk vanaf het station Den Dolder naar het congres in Soesterberg (via een nagenoeg autovrije route over de oude vliegbasis Soesterberg). En daarna ook tijdens één van sessieronden, voor liefhebbers die er graag even op uitgaan.
Weeting
Tijdens de eerste coronajaren werd er nog heel veel gewandeld, aldus De Vaan, “maar de mensen keren weer terug naar hun oude gedrag. Ze missen het bewegen en buiten zijn wel, maar weten niet meer hoe ze dat een plek moeten geven. Ik liep altijd al veel, vooral in de weekenden, en heb dat op een gegeven moment geïntegreerd in mijn werkdag. Ik ging wandelend vergaderen en startte het platform weeting.nl met speciale wandelroutes om te kunnen vergaderen.” Bovendien publiceerde De Vaan (ook werkzaam bij het Rijksvastgoedbedrijf) vorig jaar haar boek Walk Your Meeting. “Het concept groeit, maar de meeste mensen zitten nog hele dagen binnen.”
“Je merkt in de praktijk”, vervolgt De Vaan, “dat het met stoepen van drie tegels breed al lastig is om met twee mensen naast elkaar te lopen. Of neem haltes van het openbaar vervoer. De meeste mensen die de bus nemen, komen daar lopend aan. Over die looproutes wordt echter niet nagedacht, terwijl de waardering van een ov-reis daar voor een groot deel door wordt bepaald.
Gelukkig hebben we in Nederland best veel stoepen, maar die worden - je gelooft het niet - nog regelmatig vergeten in de ontwerpen. De ruimte voor voetgangers is een restpost en ondertussen staan de stoepen vol met obstakels als lantaarnpalen, afvalbakken, fietsen en tegenwoordig ook laadpalen. Op de rijbaan zie je dat nooit. Heb je weleens een lantaarnpaal midden op de rijbaan gezien?”
“Te makkelijk wordt gedacht”, vervolgt De Vaan, “dat de voetganger flexibel is. Als hij volwassen, gezond en fit is, klopt dat. Er wordt ook niet veel geklaagd. Als er bijvoorbeeld een busje op de stoep staat, loop je er gewoon omheen. Maar is dat de stad die je zou willen? Voor veel meer mensen dan je denkt, is dit problematisch, terwijl wandelvriendelijke steden voor ons allemaal veel aantrekkelijker zijn. Denk ook aan het gedrag dat je uitlokt. Mensen pakken soms al de auto om vijfhonderd meter verderop de hond uit te laten.”
Hoofdstructuur voor voetgangers
De City Deal Ruimte voor Lopen die De Vaan leidt, gaat onder meer over:
- de ideale voetgangersstad;
- samen oplopen;
- verleiden om te lopen.
Rond die thema’s moet er voor voetgangers veel meer gebeuren, aldus De Vaan. “Natuurlijk hebben stedenbouwers wel aandacht voor met name een leefbare binnenstad en dus voor een aangenaam klimaat om te verblijven. Als je echter een mobiliteitsplan van een willekeurige gemeente bekijkt, moet je geluk hebben om iets te vinden over voetgangers. Meestal worden lopen en fietsen op één hoop gegooid en wordt er geen hoofd-voetgangersstructuur ontworpen. Voor rolstoelgebruikers is het zelfs nog erger.”
Een structurele verankering van het belang hiervan ontbreekt in het beleid, aldus De Vaan. “Het hangt erg af van de betrokkenheid van een bevlogen ontwerper of politicus en dat zie je met name als dit onderwerp wordt gekoppeld aan centrumgebieden of publiekstrekkers. Maar ook dan wordt niet de hele gebouwde omgeving getransformeerd naar iets dat goed is voor voetgangers, de mens in het algemeen of voor spelende kinderen. In de City Deal brengen we de op kop lopende steden en andere partijen bij elkaar om hier iets aan te doen.”
Kinderen
“Neem de kinderen: uit onderzoek blijkt dat kinderen zelfstandig steeds minder ver van huis mogen spelen. Die afstand was vroeger misschien wel vijf kilometer en nu ongeveer maar driehonderd meter. Mensen verhuizen dan om meer veilige speelruimte voor hun kinderen te zoeken. Maar om naar hun werk te komen, moeten ze dan wel verder reizen en stappen ze in de auto. Paradoxaal genoeg maken juist ouders de omgeving van de school onveilig door hun kinderen met de auto te brengen.”
“Wat er dan gebeurt, zie je in Amerika aan de enorme hoeveelheid auto’s en infrastructuur die daarvoor nodig is. Ondertussen staat het verkeer er nog vast, wordt er een enorme hoeveelheid energie verspild en wordt de lucht vervuild. In het licht van de duurzaamheidsdoelstellingen is dat niet hoe de stad van de toekomst er moet uitzien.”
Steeds meer steden werken nu met het STOP-principe (Stappen-Trappen-OV-Privaatvervoer). Soms komt er een M bij, van ‘mobiliteit’ als dienst. “De essentie”, aldus De Vaan, “is omgekeerd ontwerpen en beginnen met ruimte voor de voetganger. Voor auto’s en fietsen zijn er ontwerprichtlijnen, maar een verkeerskundige heeft door het ontbreken van richtlijnen voor voetgangers geen houvast hiervoor. Door het omgekeerd ontwerpen te omarmen, ontwerp je steden met de voetganger voorop. Nu is het de auto die veel ruimte inneemt, en steeds meer zelfs, want auto’s worden steeds langer, hoger en breder.
We werken nu ook met CROW aan richtlijnen voor voetgangers. Dat begint met het maken van de goede dingen. Zo is het bijvoorbeeld aangetoond dat het verbeteren van een voetpad mensen tevredener maakt. Ze gaan er echter pas substantieel meer van gebruikmaken als het pad echt heel fijn en aangenaam is. Dat maakt het verschil.”
Schaken op alle borden
“Het ontwerpen voor voetgangers gaat over bijna alles", vervolgt De Vaan, “over gezondheid, duurzaamheid, verkeer, rechtvaardigheid, vergroening. Het is in eerste instantie een heel fysieke aangelegenheid, met de ontwerpers van de openbare ruimte, de stedenbouwers en de verkeerskundigen, maar je moet ook zorgen voor een loopcultuur. We zijn dat helemaal verleerd. Nog niet de helft van de Nederlanders voldoet aan de beweegrichtlijn en van de jongeren is het percentage nog lager: slechts 36%. Dat los je niet op met het stimuleren van sport. In de internationale gezondheidsstatistieken valt sport weg tegen alledaags bewegen en actieve mobiliteit.
Actieve mobiliteit heeft de meeste potentie. Er is daarom een cultuur nodig waarin organisaties de mensen stimuleren om lopend of fietsend te reizen. In de City Deal werken we nadrukkelijk daaraan samen met alle overheidslagen, private partijen, ziekenhuizen, ontwikkelaars en organisaties als Wandelnet en Staatsbosbeheer. Het is een kwestie van schaken op alle borden tegelijk.”
Groningen
Integrale samenwerking is volgens De Vaan op elk schaalniveau van belang, ook bij het herinrichten van een straat. “Netbeheerders, kabelmaatschappijen of de stadsverwarming komen nu apart langs, waardoor er straks geen ruimte meer is voor wortels van de bomen die iedereen wel graag wil. We werken daarom ook samen met een andere City Deal, die gaat over de Openbare Ruimte. Er moet een soort stadsbrede grondexploitatie van de straat komen, waarbij je alles tegelijk aanpakt om ruimte te maken voor alle doelstellingen. Oók voor de verblijfsfunctie en voor lopen.”
In dit kader heeft de stad Groningen een internationale prijs gewonnen voor de ontwerpleidraad Leefkwaliteit Openbare Ruimte. “Daar gaat het echt anders. In Groningen beginnen ze niet met de meters die nodig zijn voor de auto en de fiets, om pas daarna te kijken naar de ruimte die nog over is voor groen en voetgangers. Die twee worden daar vanaf het begin gelijkwaardig meegenomen”, besluit De Vaan.
Doe jij ook actief mee of wil je hier veel meer over te weten komen? Sluit je dan, wandelend of niet, aan bij De Vaan en kom op 13 februari 2023 ook naar het congres Gamechangers in de Bouw & Infra. Naast twee wandelingen - waarover binnenkort hier meer - houdt De Vaan daar een presentatie met veel meer details die haar pleidooien onderbouwen.
Lees ook: Ruimte voor lopen (PDF)
Tekst: Ysbrand Visser
Foto boven: Gemeente Rotterdam (foto Eric Fecken)
Foto onder: Shutterstock