Breed spectrum innovaties geeft circulariteit nú al vorm
- Artikel
- Circulariteit
- Biobased Bouwen
De definities van circulariteit zijn anno 2020 even divers als de hoeveelheid meetmethodieken die beschikbaar zijn. Je een weg banen door het oerwoud aan leidraden, methodieken en definities lijkt onbegonnen werk. Betekent dit dat de bouw- en vastgoedsector moeten wachten tot er één standaard is? “Nee, we steken nú al de handen uit de mouwen.”
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Dura Vermeer
Foto boven: Aan de Molenbeek in Laren zien we de toepassing van het concept Blokje Om.
Die overtuiging komt voor Dura Vermeer niet uit de lucht vallen. “Hoewel nog niet alle puzzelstukjes op hun plek liggen om 100% circulair te bouwen, vinden we dat we nu al moeten innoveren, omdat de uitdaging enorm is”, vertelt Jurgen Schoenmakers. “Als we het over circulariteit hebben is de verbinding met commercieel en maatschappelijk vastgoed relatief eenvoudig te maken. En bij utiliteit gebeurt ook al heel veel. Maar vergeten we niet de woningbouw?”
De cijfers liegen er in ieder geval niet om: tot 2030 moeten 845.000 nieuwe woningen worden gebouwd, dat betekent 90.000 per jaar. Ook de bestaande voorraad moet onder handen worden genomen. Veel van die woningen zijn eigendom van woningcorporaties. Als zij in actie komen, dan kunnen meteen grote circulaire stappen gezet worden. “Zij hebben de uitdaging om 80.000 corporatiewoningen per jaar te verduurzamen. De focus ligt bij hen nog vaak op gezonde en betaalbare woningen. Daarmee is de link met de energietransitie snel gelegd, want je verlaagt met die verduurzamingsmaatregelen de woonlasten. Krijgen materialen- en afvalstromen, demontagemogelijkheden en andere elementen van circulaire bouw wel voldoende aandacht?”
‘Dat moet anders kunnen’
Dura Vermeer ging aan de slag met de ontwikkeling van diverse scenario’s en concepten die woningcorporaties kunnen helpen bij de circulaire bouwopgave. Zo werkt Schoenmakers’ collega Marc van Os vanuit Dura Vermeer Bouw Zuid West aan de doorontwikkeling van het PCS-concept, een totaaloplossing voor nieuwbouwwoningen. De eerste schetsen van dit circulaire houtbouwconcept kwamen zes jaar geleden van de tekentafel. “Toen ontstond er een discussie rondom het gasloos maken van woningen en de sterk slinkende voorraad grondstoffen. Dat moet anders kunnen, dachten we toen.”
Het was het begin van een zoektocht naar andere, meer circulaire materialen om woningen te bouwen. “BENG-woningen en energieopwekkende woningen zijn relatief eenvoudig te maken. Maar we staan nog maar aan het begin van de circulariteitsbeweging, met allerlei afwegingen die we moeten maken. Welke biobased materialen kunnen we bijvoorbeeld inzetten en welke demontagemogelijkheden hebben we en waar levert het waarde op voor onze klanten? We bogen ons over deze vragen en moesten daarbij niet vergeten dat het concept ook haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar zou blijven.”
Acht houtskeletbouwwoningen van De Zangvogel fase 2 in gemeente Vlaardingen; gasloos en energieneutraal.
Circulariteit onderbouwen
Om de PCS-woning circulair te ontwikkelen en dit te onderbouwen, werd samen met Alba Concepts data verzameld. “We meten het circulariteitsniveau van de PCS-conceptwoning met de BCI-benadering. Deze bekijkt niet alleen het materiaalgebruik, maar ook de losmaakbaarheid van die materialen.” Daarnaast wordt de maatlat van de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) ingezet, die in 2030 wordt aangescherpt naar 0,5. “Dat mag nog wel een tandje sneller. Met de MPG onderbouwen we de circulariteit van de woning. Daarnaast richten we ons op het minimaliseren van de CO2-uitstoot.”
De kansen om het concept bij gebiedsontwikkelingen en woningbouwprojecten van corporaties in te zetten, zijn aanzienlijk, onder andere vanwege de mogelijkheid tot opschalen. “Dat laten we nu in de praktijk zien, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling Holy-Zuidoost in gemeente Vlaardingen. Hier worden 850 woningen gesloopt en komen er 4210 grondgebonden woningen in de plaats. Wij nemen bouwrijpe grond af en gaan hier aan de slag met het concept.” Via verschillende deelplannen wordt het concept in haalbare stappen neergezet. “Een eerste onderdeel is het neerzetten van houtskeletbouw-skeletten. De volgende stap is het aanbrengen van veranderingen in gevel, isolatie en dak. Vervolgens is er wellicht de mogelijkheid om een CLT-variant van het concept te ontwikkelen.”
Razendsnelle verduurzaming
Waar het PCS-concept vooral de nadruk legt op nieuwbouw, is er natuurlijk ook een grote vraag naar oplossingen voor gebouwen die niet meer meekunnen met de tijd. Soms is zelfs een ingrijpende renovatie niet aan de orde, bijvoorbeeld omdat het onvoldoende effect heeft of te kostbaar is. “Dan is sloop-nieuwbouw een interessante keuze. Dan kan je een grote verduurzamingsstap maken in de wijk en die weer een frisse uitstraling geven”, geeft collega Jeroen de Blok aan. “Traditioneel duurt sloop-nieuwbouw eigenlijk te lang en het ontwricht bestaande buurten. Dat wilden we aanpakken toen we ‘Blokje Om’ ontwikkelden. Met dit concept is het mogelijk om een volledige bestaande woning te vervangen door een duurzamer exemplaar. Dat kan gebeuren terwijl bewoners op een korte woonvakantie zijn. Het concept werd oorspronkelijk ontwikkeld snel te kunnen bouwen en tegelijkertijd een duurzaamheidssprong te maken. In de basis is het concept ook al heel circulair.”
‘Blokje Opnieuw’ gaat een stap verder dan ‘Blokje Om’ en is volledig circulair. Het bestaande houtskeletbouw casco wordt losmaakbaar en voorzien van een demontagehandleiding. “Hoewel we zien dat de vraag in de markt voor deze oplossingen toeneemt, ontbreekt nog de kritische massa, ook bij corporaties. Door goede voorbeelden te laten zien, verwachten we dat dit niet meer wordt gezien als pionieren, maar als de nieuwe standaard.”
In TudorPark worden 24 circulaire appartementen gerealiseerd, met prefab stalen modules geschikt voor hergebruik en demontage.
Aandacht voor conceptmatig bouwen
Een voorbeeld van een corporatie die het voortouw neemt is Welbions. Deze corporatie werkte eerder met Dura Vermeer samen in energieproeftuinen. Nu start Welbions een pilot met het concept Blokje Opnieuw in Hengelo. “We hergebruiken het gesloopte materiaal en zorgen ervoor dat het na gebruik weer gemonteerd kan worden. Het gaat niet alleen om de aanpak van de zestien woningen, maar ook om de aanpak van de leefomgeving. We zorgen bijvoorbeeld voor regentonnen voor de opvang van regenwater en passen natuurlijke zonwering toe.” De concepten van Dura Vermeer zijn nu al bij meer dan honderd woningen toegepast, zegt De Blok, die de aandacht voor conceptmatig bouwen ziet stijgen. “Corporaties willen in rap tempo jaren 60-woningen in blokjes van vier of zes gebouwen aanpakken en daar is deze methodiek bij uitstek geschikt voor.”
Een overzichtelijk schema
Om het voor onder andere corporaties eenvoudiger te maken om een duurzaamheidsstrategie op te zetten, werkten Mo Sedighi en Ruben Raadschelders aan een Strategiemodel Circulariteit. Het tweetal bemerkte dat opdrachtgevers de wens hadden om laagdrempeliger duurzaamheidsonderdelen tegen elkaar af te wegen. “Daarom kwamen we met een model dat het mogelijk maakt om diverse eigenschappen onder de loep te nemen”, vertelt Sedighi, die naast zijn betrekking bij Dura Vermeer bij TU Delft is aangesteld. Raadschelders vult aan: “We kwamen uit op zes verschillende pijlers: energie, adaptiviteit (groei en verandering), water, flora en fauna, sociale duurzaamheid, en materiaalgebruik. Uiteindelijk zijn we tot een overzichtelijk schema gekomen waarin we de onderwerpen uiteenzetten en onderscheid maken tussen gebied en gebouw.”
Met dit schema, of matrix, moet het voor iedereen mogelijk worden om een strategie te formuleren op energie, circulariteit en gezondheid. Die meer gespecificeerde inzet staat in contrast met het traditioneel opstellen van plannen voor verduurzaming, waarin vaak alles uit de kast gehaald wordt. “Dat heeft als nadeel dat je geen focus hebt,” weet Sedighi, “en dat kan erin resulteren dat je niet goed weet welke onderdelen impact hebben op bijvoorbeeld je circulariteitsambities. Nu kun je een strategie formuleren aan de hand van verschillende eigenschappen en kun je bijvoorbeeld eenvoudiger kiezen voor een passende bouwmethodiek.”
Daarmee is de opzet ondersteunend aan concepten als dPCS en Blokje Om. “Hierdoor wordt het eenvoudiger om stap voor stap naar een circulaire economie te gaan en dit in je project te verwerken”, geeft Raadschelders aan. “Het geeft je niet alleen handvatten om beter inzichtelijk te krijgen wat je uitgangspunten eigenlijk zijn, maar laat je ook eenvoudiger beslissingen maken om duurzaamheidsambities vorm te geven.” Tudor Elements is daar als project een voorbeeld van. “Hier werd gekozen voor de strategie losmaakbaarheid, modulair, en flexibiliteit”, gaat Sedighi verder. “Dat levert een appartementengebouw op met een staalconstructie die tijdens de levensduur aanpasbaar is. Een van de grote voordelen is een snellere bouwtijd.”
Schilrenovaties efficiënt en circulair
In de bestaande bouw is groot onderhoud een uitgelezen kans te verduurzamen – op energiegebied, maar ook rondom materialen, demontage en restwaarde. Dat weet ook Henk Marsman, die samen met collega Bram van Vliet aan de slag ging met een concept voor schilrenovaties. “Begin dit jaar stelden we een ontwerpteam samen voor deze innovatie, bestaande uit Villanova architecten, CDC voor de bouwfysica, Repurpose als expert op het gebied van hergebruik, Barli Bouwsystemen als HSB bouwer en Anne van Stijn, die als promovenda aan de TU Delft onderzoek doet naar een meer circulaire bouweconomie. Wij staan op het punt om ook Linex Prefab Daksystemen toe te voegen aan dit ontwerpteam.”
De Circulaire Renovatieschil moet geschikt zijn voor grondgebonden eengezinswoningen uit de periode 1950-1980, een type woning dat veel corporaties en beleggers in het bezit hebben. Marsman: “Om deze woningen geschikt te maken voor een CO2-neutrale toekomst in 2050, is er aardig wat werk aan de winkel. Een ingrijpende renovatie waarbij je de gevel en het dak opwaardeert met een hoge isolatiewaarde, nieuwe kozijnen met een lage U-waarde, een hoge luchtdichtheid en een upgrade van de installaties. Die werkzaamheden zorgen vaak voor aardig wat overlast voor de bewoner.”
Prefabricage en innovatiesamenwerkingen
Dat probleem wil het ontwerpteam met deze ontwikkeling oplossen. “Door met prefabricage en industriële productie te werken, kun je elementen in grotere hoeveelheden maken en ze sneller op de bouwplaats verwerken tot eindproduct. Hierdoor behaal je snelheid en zorg je ervoor dat bewoners zo min mogelijk overlast hebben van de ingreep”, zegt Marsman. Bij het verduurzamen tot dit niveau kan de investering een drempel vormen. “Wij willen de EPV inzetten als middel om deze drempel te verlagen en zoeken met onze partners naar meer circulaire businessmodellen. Op dit moment zijn wij modellen van verschillende onderdelen aan het samenstellen en voor volgend jaar staat het eerste praktijkproject op de planning. In samenwerking met Ymere wordt een geschikte modelwoning gezocht om de oplossing te beproeven."
“Voordat we zover waren, was er een mooie zoektocht naar samenwerkingspartners die ons helpen met het circulaire gevelconcept. Zo pitchten we het gedachtegoed tijdens een markt-innovatie-dag van C-Creators aan diverse partijen in de regio Amsterdam, zodat zij daarna konden laten zien hoe hun producten waarde zouden kunnen toevoegen aan deze circulaire totaaloplossing.” Marsman kijkt erg uit naar de praktijk, met de modelwoning als mooie mijlpaal. “Naast deze praktijk willen wij ook graag onze kennis delen met corporaties. Dit willen wij doen door rondetafelgesprekken te organiseren. Tijdens deze sessies willen wij de uitkomsten van onze zoektocht delen en willen wij ook praktijkinformatie ophalen om onze oplossing nog beter af te stemmen op de uitdagingen waar corporaties voor staan. Aanmelden voor de sessies kan door een e-mail te sturen naar h.marsman@duravermeer.nl.”
In de proeftuin 'Drenthe Woont Circulair' is men op zoek naar systeemverandering.
Samen een systeemverandering in werking zetten
In de Drentse proeftuin ‘Drenthe Woont Circulair’ gaat het consortium 3 Circles nog een stap verder. Dura Vermeer vormt hier een team samen met corporatie Actium Wonen, een sloper en een team van adviseurs. Het consortium wil hier ontdekken wat er nodig is om de systeemverandering te realiseren die nodig is voor een circulaire bouweconomie. “We zijn op zoek naar systeemverandering, niet naar een andere manier van huizen bouwen”, vertelt ontwikkelmanager Arjan Bruining bij Actium Wonen. “We zijn nu al een tijdje met elkaar onderweg en hebben al heel wat sessies gedaan. Maar we hebben het nog geen seconde gehad over wat we straks in dit project gaan bouwen. Dat typeert hoe we er allemaal in staan.”
Om het circulaire businessmodel te vormen wordt de Circo Track-methode toegepast, waarmee verschillende waardestromen van de betrokken partijen geanalyseerd worden. Actium gaf een aantal basis-KPI’s aan waar de woningen aan moeten voldoen. “Ook daar hebben we het over gehad met de verschillende partijen in ons bouwteam”, gaat Bruining verder. ”Herkennen we ze, missen we nog dingen? Toen voegden we KPI’s toe voor de CE-karakteristieken Maatschappij en Cultuur en voor Biodiversiteit. We vonden dat deze zo nauw verbonden waren met de drie andere karakteristieken van een circulaire economie dat we deze wel mee moesten nemen in ons pilotproject. Zo leggen we de lat eigenlijk alleen maar hoger. We verwachten dat we tot de zomervakantie bezig zijn met de voorbereiding. Dat gaat dan om het uitwerken van de sprintbijeenkomsten en het klaar maken van de roadmap. Na de zomer kunnen we aan de slag met de locatie en het ontwerp van de woningen.”
De circulaire concepten mogen dan verschillen in uitwerking, het doel is hetzelfde. “Om binnen de grenzen van onze planeet te blijven moeten we naar een compleet ander consumptiegedrag”, vindt Schoenmakers. “Het is kenmerkend voor een familiebedrijf als Dura Vermeer om te geloven in de initiatiefnemers en aan deze duurzame initiatieven ruimte te geven voor doorontwikkeling. De circulaire concepten zijn hier een voorbeeld van.” Hij bemerkt dat de energie die hieruit voortkomt, aanstekelijk werkt voor opdrachtgevers en bouwpartners. “Daardoor ontstaat een beweging waar weer nieuwe partners bij willen horen en mee gaan doen. Daardoor gaat ontwikkeling sneller en wordt het beter. Heel gaaf om te zien. De eerste pilots staan voor de deur. Ik ben ervan overtuigd dat veel, zo niet alle, concepten tot opschaling komen. Daarmee vullen we onze belofte ‘In doen verbonden, in groen vooruit’ in”, besluit Schoenmakers.
Dit artikel verscheen eerder in Duurzaam Gebouwd #49. De volledige editie lees je hier.