Wakker worden met … Titia Siertsema
- Gezonde Gebouwen
- Artikel
Als grootste uitdaging ziet Uneto-VNI het opwaarderen van de bestaande bebouwde omgeving. Met nieuwe technieken kantoren en woningen veiliger, gezonder, comfortabeler en duurzamer te maken is volgens voorzitter Titia Siertsema de opdracht voor de installatiesector.
Wat houdt (Re)Building the Future (het thema van Building Holland 2015) voor Uneto-VNI in?
“Voor ons en onze leden betekent dit dat we ons bezighouden met technische oplossingen die te maken hebben met de twee belangrijkste trends: energiebesparing en het levensloopbestendig maken van woningen. Dus wat ons betreft, ligt eigenlijk de grootste uitdaging in de bestaande gebouwde omgeving. Die veilig, comfortabel en duurzaam te maken met nieuwe en innovatieve technische oplossingen is wat wij willen realiseren.”
Betekent dat ook dat Uneto-VNI verandert?
“Om de samenwerking tussen onze leden nog meer te simuleren en kennisoverdracht nog beter te faciliteren hebben we de vereniging ‘op z’n kop gezet’. Met ons vernieuwingsproject Uneto-VNI 3.0 hebben we ervoor gezorgd dat alle informatie binnen de vereniging nu in principe beschikbaar is voor alle leden. Wie interesse heeft in een technische discipline of een onderwerp, doet mee. Zo spelen we als vereniging in op de onderwerpen die van belang zijn bij wat je rebuilding the future zou kunnen noemen. Zo is WKO een thema, maar ook langer thuis wonen of decentrale energie. Daarbij is er veel aandacht voor nieuwe samenwerkingsvormen. Neem levensloopbestendige woningen. Dan werk je als installateur niet alleen samen met collega’s, maar ook met aannemers, zorginstellingen en gemeenten.”
Die samenwerkingsvormen betekenen dat de rol van installateur anders wordt?
“We zien samenwerkingen met groothandelsketens die voorlichting geven of fabrikanten die naar installateurs toe gaan met voorlichting en productondersteuning. Kortom, overal zoeken partijen elkaar op. Ik hoor ook steeds vaker dat installateurs en bouwers nauwer gaan samenwerken. Ze gunnen elkaar de business en een rendabel project. Door niet meer tegenover elkaar maar bij elkaar te zitten, zorgen ze ervoor dat ze gezamenlijk een project trekken. Wie dan de lead heeft maakt niet zo veel uit, het belangrijkste is dat de klant ontzorgd wordt en dat deze één aanspreekpunt heeft.”
De klant goed benaderen is ook een aspect…
“Installateurs realiseren zich ook in toenemende mate dat ze hun klanten moeten uitdagen en dat ze met vernieuwende integrale concepten moeten komen. En vooral, dat ze niet over de techniek moeten praten, maar over wat hun klant gerealiseerd wil hebben in het gebouw in termen van veiligheid, comfort en functie. Waarvoor wil je het gebruiken en wat wil je dat het gebouw voor je doet? Dat vereist denken in totaalconcepten.”
Bij ‘Het Nieuwe Bouwen’ anno 2015 gaat het erom het productieproces conceptueel, industrieel en efficiënt in te richten. Wat is de visie van Uneto-VNI daarop?
“We zien met de nulopdemeterwoningen van de Stroomversnelling dat het mogelijk is om op een gestandaardiseerde, industriële manier te werken aan energiebesparing. Dat is een interessante ontwikkeling. We hoeven niet elke keer opnieuw het wiel uit te vinden. Maar die efficiënte, industriële productie is lang niet overal mogelijk en maatwerkoplossingen zullen altijd nodig blijven.”
Het terugdringen van faalkosten staat ook hoog op het lijstje. Wat kunnen installateurs nog beter doen?
“Ik vind dat nog steeds zorgelijk. Afstemming in de keten is de oplossing. Installateurs zijn zich echt steeds bewuster van de noodzaak van goed overleg als ketenpartner. Dus, met elkaar om tafel in een bouwteam en inzicht in elkaars planningen. Want samenwerken bestaat uit twee woorden: samen en werken. Daarnaast gaat voortschrijdende digitalisering en uniforme classificatie van informatie over producten ons helpen om faalkosten omlaag te brengen. Steeds vaker al werken bouwpartners met een BouwInformatieModel (BIM). Zo worden fouten in de ontwerpfase al zichtbaar. Bij grote groothandels is ook alles geautomatiseerd, dus ook daar is misgrijpen gereduceerd. Ik verwacht dat de faalkosten door samenwerking en digitalisering of informatisering van de keten verder zullen dalen. Met een kwalitatief beter eindproduct als resultaat.”