‘Hét gevaar voor 2016: Juridisch jubeljaar Omgevingswet’
- Gebiedsontwikkeling
- Artikel
Afgelopen woensdag 11 november in Utrecht vond de vierde editie van het Congres Omgevingswet plaats over de praktische werking en de verdere invulling van de Omgevingswet.
Met de Omgevingswet wordt het huidige omgevingsrecht vernieuwd om meer balans te leggen bij groei gericht op duurzame ontwikkeling en om 1 samenhangende wet met 1 instantie als bevoegd gezag te hebben (zie mijn blog '1 Omgevingiswet is de toekomst')
Directeur-generaal Chris Kuijpers van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de ambtelijke baas van de Omgevingswet, gaf de aftrap en berichtte: “2016 wordt een topjaar voor de juristen!” met op de werkplanning voor juristen:
- 4 Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB);
- aanvullingswetten voor: bodem, geluid, grond en natuur;
- en uiteraard de Invoeringswet Omgevingswet.
“We zitten op schema, maar alle verloven voor juristen bij dit ministerie zijn ingetrokken”, schetste hij komisch. Voor gemeentelijke en provinciale ambtenaren en bestuurders had hij als boodschap: ‘Zet er extra druk op, haast is geboden. En wees voorbereid op de Omgevingswet bij dit adaptieve wetgevingsproces, voordat de wet in 2018 of 2019 in werking treedt.”
6 uitdagingen
Vervolgens beschreef Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten BPD, de 6 uitdagingen van de Omgevingswet:
- Komen de flexibiliteit en de afwegingsruimte in de AMvB’s uit de verf?
- Komen er geen nieuwe sectorale fragmentatiebommen met als “goede voorbeelden” de ladder voor stedelijke verduurzaming, fijnstof en de woelmuis?
- Gaat de vereiste digitalisering bij de vele overheidsinstanties lukken?
- Hoe gaan de nieuwe instrumenten uit de Omgevingswet werken?
- Komt de vereiste bestuursmentaliteit van de grond?
- Komt de integrale benadering van de grond?
‘Planologisch overspel’ wordt het systeem in de nieuwe Omgevingswet, zo schrijft Gebiedsontwikkeling.nu in ‘De uitzondering is de nieuwe regel!’. “Past een (bouw)plan in de Omgevingsvisie en zijn er verdere geen belemmeringen, dan kan het omgevingsplan eenvoudig worden aangepast.” De helft van deze grootste uitdagingen zijn van juridische aard.
Geen juridisch jaar
Bij de paneldiscussie ‘Wet in zicht, praktijk aan het woord” beet wethouder van de gemeente Lelystad en voorman van het stedennetwerk G32 Jop Fackeldey het spits af met als focus:
- Het jaar 2016 moet voor de Omgevingswet geen juridisch jaar worden.
- Start met een omgevingsvisie bij de Omgevingswet.
- Start als gemeente nu al met experimenteren, maar wacht niet tot 2018. Directeur Neprom, Jan Fokkema, sloot zich hierbij aan.
Gedeputeerde Bart Krol van de provincie Utrecht ziet het als een gemiste kans dat de Omgevingswet zich richt op nieuwe ontwikkelingen, terwijl Nederland juist moet transformeren. Hij onderbouwt dit met de vele leegstaande vierkante meters kantoren, bedrijventerreinen en meubelboulevards met daarbij geteld in de bestemmingsplannen mogelijk gemaakte, maar nog niet gebouwde vierkante meters. Bij de paneldiscussie schetste Jan Reinier van Angeren van Stibbe advocaten voor de Omgevingswet nog juridische uitdagingen en de vraag hoe de Raad van State zal toetsen vooral op het aspect gezondheid.
Aan het eind van het inspirerende Congres Omgevingswet 2015 waren de conclusies:
- De Omgevingswet heeft een grote impact op de vereiste bestuursmentaliteit en door de integrale benadering.
- De afdelingen Ruimtelijke Ordening bij gemeenten en de grote bedrijven zijn met name bekend en bewust met de impact van de Omgevingswet.
Uitdagingen
De uitdaging voor de Omgevingswet in 2016 wordt om de eindgebruikers, burgers, bouwbedrijven, het midden- en kleinbedrijf, maar ook ambtenaren buiten de afdelingen Ruimtelijke Ordening bij de impact van de Omgevingswet te betrekken. Met ‘een juridisch jubeljaar’ voor juridisch specialisten komt er namelijk geen vereiste bestuursmentaliteit en geen integrale benadering.
Auteur Arno Kleine Staarman is projectmanager ruimtelijke ontwikkeling van Aranto: Van visie tot realisatie! ‘Voor wie zijn bestemming kent, vindt Aranto de weg’ (vrij vertaald naar een spreuk van de Chinese filosoof Lao Tze).