‘Geluk als uitgangspunt zorgt voor andere werkdynamiek’
- Gebiedsontwikkeling
- Artikel
Het is belangrijk de belangen van bewoners centraal te stellen bij het verduurzamen van hun woning, meent Anke van Hal. “Toen ik in Boston woonde, kreeg ik de eye opener dat je mensen niet moet overtuigen duurzaam te zijn. Je kunt beter aansluiten op waarmee ze mee bezig zijn. Geluk als uitgangspunt zorgt voor een andere werkdynamiek.”
De kijk op dit onderwerp van de hoogleraar Sustainable Building & Development aan Nyenrode en Sustainable Housing Transformation aan de TU Delft veranderde ook in Toronto, waar ze regelmatig verblijft. “De winst van mijn tijd in Canada is de overtuiging dat je in de zogeheten complexe wijken – die wij ingewikkeld vinden en een beetje links laten liggen – veel winst op heel veel terreinen kunt behalen als je met duurzaamheid aan de slag gaat. Juist voor mensen met lage inkomens is het belangrijk de energierekening te verlagen. Maar daarmee zijn zij helemaal niet bezig.”
Energiebesparing komt later
In Toronto probeert men in de vele hoogbouwwijken eerst aan de grootste behoeften tegemoet te komen. “Pas daarna wordt er een hele lange adem genomen, totdat ze bij energiebesparing aankomen. Dat is volgens mij de sleutel. Het begint vaak met ‘eetbare’ balkons en gemeenschappelijke moestuinen. Verse groentes zijn namelijk heel duur. Ook worden oude fietsen opgeknapt, want dit creëert werkgelegenheid. Wij zijn in Nederland helemaal verengd op de woning; in Toronto vliegen ze het thema ‘energie’ veel breder aan.”
Besteed aandacht aan bewoners
Haar interesse voor de ‘zachte’ kant ontstond tijdens haar promotieonderzoek over het creëren van vraag naar duurzame woningbouw. In de loop der tijd is de rol van de bewoners steeds meer centraal komen te staan in haar werk. “Bedrijven werken namelijk op basis van een vraag. Wanneer bewoners iets niet willen, gebeurt er niets.”
De bewoners zijn juist de helden die professionals toelaten in hun huis om te experimenteren.
Anke van Hal, hoogleraar Nyenrode en TU Delft
De aanpak van Van Hal heet ‘Fusie van belangen’. “Ik kijk naar het hele speelveld, naar wat belangrijk is voor mensen. Van daaruit probeer ik een brug te slaan naar duurzaamheid. Dat geeft een compleet nieuwe kijk op de zaak. Je denkt dat het logisch is: aandacht besteden aan de bewoners. Maar die is vaak heel beperkt. Terwijl zij juist de helden zijn die professionals toelaten in hun huis om te experimenteren. Die bewoners moet je juist in de watten leggen.”
Woongeluk: meer dan de woning
Volgens haar gaan veel duurzame bouwprojecten mis op details, waarover niemand van tevoren heeft nagedacht of die iedereen heeft gebagatelliseerd. “Denk maar eens aan een kattenluikje in een deur. Je kunt niet zeggen: ‘In dit huis mag het niet, want dan is het huis niet energiezuinig genoeg. Maar voor veel mensen is een kattenluik essentieel.”
Als je over klimaatverandering praat, pak je automatisch het groen en het water in de wijk erbij.
Anke van Hal
Ze is tevens een voorstander van het betrekken van de inrichting van het openbaar gebied bij een project. “Voor veel mensen hangt hun woongeluk meer af van de woonomgeving dan van de woning zelf. Je woning moet gewoon voldoen, maar je omgeving bepaalt de sociale contacten, of kinderen veilig buiten kunnen spelen et cetera. Daarom richt ik mijn aandacht tegenwoordig op het klimaat in plaats van energie besparen. Want als je over klimaatverandering praat, pak je automatisch het groen en het water in de wijk erbij. Breder aanpakken is volgens mij dé oplossing.”
Onderzoeken en kennis verspreiden
Van Hal heeft 2 focuspunten. “We doen veel onderzoek én we proberen onze kennis zo veel mogelijk te verspreiden.” Daarom heeft ze samen met collega’s het kennisnetwerk Homemates opgericht. Dit is bedoeld voor professionals die zich bezighouden met renovatie met energieambities. “We hebben het grote onderzoek ‘De Derde Succesfactor ontrafeld’ met Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), BAM, TU Delft en Nyenrode bijna afgerond. Op basis van kennis uit de gedragswetenschappen onderbouwen we hierin dingen die wij in de praktijk zien.”
In 1997 verrees een woonbuurt van 6 hectare op het voormalige terrein van de Gemeente Waterleidingen (GWL) in Amsterdam. Deze woonbuurt is gebouwd volgens duurzame principes.
Vanuit een onderzoek naar de Ecowijken uit de jaren ‘90 willen zij en haar collega’s bloopers voorkomen in de toekomst. “Destijds zijn veel maatregelen getroffen op het gebied van energiebesparing die averechts hebben uitgepakt. Dat kwam omdat de bewoners anders reageerden dan de professionals dachten. Ook hier bleek weer dat veel professionals denken te weten wat bewoners willen. Voor bewoners is duurzaamheid bijvoorbeeld struiken voor vlinders en voor professionals is het energiebesparing en techniek.”
In haar ogen moet de bouwsector meer luisteren naar bewoners. “Anders lukt het niet. Er valt heel veel te leren van het buitenland. In Nederland zijn we in de loop der tijd steeds meer gaan versnipperen en daardoor loop je kansen mis. Je ondergraaft daarmee je eigen succes. Daar ben ik echt van overtuigd.”
Foto bovenaan: In de jaren '90 is in Alphen aan den Rijn Ecolonia als een experimenteel woonerf ontwikkeld. In deze wijk zijn woningen gemaakt met milieuvriendelijke constructies en bouwmaterialen.