Corporaties mogen circulariteit niet vergeten
- Artikel
- Circulariteit
Woningcorporaties zijn druk bezig met de energietransitie, maar hebben ondertussen weinig oog voor klimaatadaptief en circulair renoveren. Terwijl deze ambities elkaar versterken, of soms juist in de weg staan. Platform31 vroeg een aantal experts om enkele renovatieprojecten te beoordelen, waarbij de verschillende opgaves worden gecombineerd. Wat vinden zij van de stand van zaken bij woningcorporaties?
Waar de energietransitie bij woningcorporaties al in volle gang is, lopen andere ambities om woningen te verduurzamen voorlopig nog ver achter. “De ontwikkelingen op het gebied van circulair renoveren staan nog in de kinderschoenen. Klimaatadaptieve maatregelen zelfs in de babyschoentjes”, constateert Rob Bogaarts, directeur klant en samenleving bij woningcorporatie Brabant Wonen. Een gemiste kans, zo lijkt het. Want de doelstellingen rondom energetisch verduurzamen, circulaire ambities en klimaatadaptieve maatregelen hebben alles met elkaar te maken.
Niet hoog op agenda
Bogaarts is één van de panelleden die voor Platform31 zes renovatieprojecten onder de loep nam. Met daarin combinaties van energetische met circulaire en/of klimaatadaptieve maatregelen die in meer of mindere mate worden toegepast. In het project ‘Verduurzaming corporatiewoningen’ brengt Platform31 in beeld hoe de drie ambities kunnen samengaan. Het aantal renovatieprojecten met de combinatie van energetische met circulaire en klimaatadaptieve maatregelen lijkt echter nog dun gezaaid.
“De hoeveelheid projecten die werd ingediend, viel ons tegen. Corporaties zijn druk bezig met energetische maatregelen. Circulariteit lijkt nog niet zo hoog op de agenda te staan”, vertelt panellid Guus Mulder, onderzoeker innovatie management bij TNO (met als bijzondere focusgebieden energietransitie in de gebouwde omgeving en circulaire economie).
Klimaatadaptatie niet in beeld
Ed Melet, hoofddocent Circulair bouwen bij de Hogeschool van Amsterdam, deelt die mening. “Circulariteit is bij corporaties nog geen onderdeel van de strategie. De ingediende projecten zijn showcases. Ze geven geen beeld van wat er breder in het veld gebeurt.”
Vooral klimaatadaptatie is bij de meeste corporaties nog niet in beeld. “Uit de ingediende projecten blijkt niet dat er veel gebeurt. De voorbeelden die we zagen, zijn bovendien niet heel groots of effectief”, vindt Jeroen Kluck, lector Water in en om de stad aan de Hogeschool van Amsterdam. Vanuit adviesbureau Tauw adviseert hij daarnaast gemeenten bij vraagstukken rondom klimaatadaptatie.
Spanning tussen transities
Het expertpanel ziet dat de corporaties zich vooral richten op de energietransitie in de gebouwde omgeving. Op zich is dat niet verwonderlijk, vindt Bogaarts: “Jarenlang hebben de overheid en koepelorganisaties vooral ingezet op de energielabels van woningen. Corporaties zijn nu massaal energielabels aan het najagen, zonder zich te realiseren wat hiervan de impact op het milieu is.” Kluck vult aan: “Nu de temperaturen ’s zomers stijgen, dreigen corporaties hun woning te ‘over-isoleren’. Vanwege de klimaatveranderingen moeten corporaties zo renoveren dat woningen niet te heet worden. Bijvoorbeeld met behulp van zonwering, koeling en goede ventilatie.”
Mulder vervolgt: “De ene ambitie moet de andere niet in de weg zitten. Om woningen energiezuinig te maken, is het op zich logisch om goed te isoleren. Dat hoeft niet haaks te staan op circulariteit. Maar in het verleden zijn platen toegepast waarbij meerdere materialen met elkaar zijn versmolten. Die zijn later niet meer uit elkaar te halen om opnieuw te gebruiken. Op die manier creëer je een afvalstroom die in de toekomst minder goed herbruikbaar is. De verschillende transities lijken soms met elkaar op gespannen voet te staan, terwijl dat niet zo hoeft te zijn.”
‘17 procent van de CO2-impact zit in materiaalkeuzes’
Tijd voor bezinning
De verschillende opgaven die er liggen, kunnen elkaar juist versterken, meent Bogaarts: “Een groot deel van het CO2-vraagstuk kan met circulaire materialen worden opgelost. Want 17 procent van de CO2-impact van corporaties zit in materiaalkeuzes. Elke corporatie zou daarom moeten nadenken over de materialen die ze gebruiken.”
“We stoppen onze woningen vol met PIR-korrels. Goed isolerend materiaal, maar ook ontzettend milieubelastend. Er zijn alternatieven voorhanden die corporaties in hun uitvraag kunnen meenemen. Die producten worden weinig gevraagd, waardoor de prijs per vierkante meter relatief hoog blijft. In hun haast om vaart te maken met de energietransitie, denken corporaties te weinig over dit soort keuzes na.”
Melet voegt toe: “Energetische, circulaire en klimaatadaptieve maatregelen behoren een drie-eenheid te zijn. Dit lijkt nu nog een brug te ver. We zijn aan het rennen, terwijl de richting nog niet duidelijk is. Wellicht is het daarom goed om even tijd voor bezinning te nemen. Hoe zorgen we ervoor dat de huidige transitie geen problemen oplevert voor de volgende transitie?”
Opschalen
Koplopers in de corporatiesector hebben inmiddels al stappen gezet. Zij hebben circulair renoveren onderdeel gemaakt van hun bedrijfsstrategie en experimenteren met maatregelen waarmee andere corporaties hun voordeel kunnen doen. Mulder juicht dit toe: “Het is belangrijk dat corporaties methoden ontwikkelen die andere corporaties kunnen overnemen. Zodat ze makkelijk op elkaars schouders kunnen staan. Dit gebeurt nog onvoldoende. De structuren die ontstaan zijn nog te lokaal.”
“De grondvesten liggen er, nu is het zaak om op te schalen. Zodat alle corporaties van de beschikbare kennis kunnen gebruikmaken. De tijd dringt, want straks zijn corporaties zo ver gevorderd met de energietransitie, dat zij circulariteit hier niet meer in kunnen meenemen. En komen dan tot de ontdekking dat zij te veel isolatiemateriaal hebben toegepast dat slecht herbruikbaar is.”
Prestatieafspraken materiaalgebruik
Melet hoort vaak dat corporaties hun opgaves best willen combineren, zolang het maar niet meer geld gaat kosten en ze binnen de bestaande processen passen. De energietransitie brengt immers óók al veel werk met zich mee. Melet: “Corporaties zien circulair en klimaatadaptief renoveren als wéér iets dat ze moeten doen. Terwijl ze hun geld maar één keer kunnen uitgeven. Het moet niet zo zijn dat ze er over twintig jaar achter komen dat ze de verkeerde materialen hebben gebruikt.”
'Veel corporaties weten niet eens dat het een duurzame keuken is'
“Aan ons als kennisinstellingen is het om die kennis te vergaren en te ontsluiten. Circulariteit vergt ook een andere manier van uitvragen bij aannemers dan corporaties gewend zijn. Zij doen er verstandig aan om prestatieafspraken te maken over materiaalgebruik. Waarbij de leverancier eigenaar blijft van de materialen. Wanneer die materialen na twintig jaar aan vervanging toe zijn, zit je als corporatie niet met enorme afvalstromen.”
Beter product
Ook Bogaarts adviseert corporaties prestatieafspraken met leveranciers te maken: “Je moet het gewoon eisen. Een kwestie van één regeltje toevoegen in je inkoop-uitvraag: ‘Het moet duurzaam zijn’. Als corporatie zul je dan een beter product krijgen voor hetzelfde geld. Bij een vorige corporatie waar ik werkte, Woonbedrijf Eindhoven, hebben we een duurzame eco-keuken laten ontwikkelen, voor geen cent extra. Die worden nu landelijk heel veel gebruikt. Veel corporaties weten niet eens dat het een duurzame keuken is.”
Veel meer informatie over dit onderwerp vind je op Platform31.
Tekst: Platform31/Rob Hendriks
Foto's: Shutterstock