Gedragsverandering bij professionals essentieel voor verduurzaming commercieel vastgoed
Minimaal energielabel C: dat is de wettelijke norm die vanaf 2023 geldt voor commercieel vastgoed. Veel gebouwen voldoen daar nog niet aan, maar toch laat de verduurzaming van deze panden op zich wachten. Onderzoekers Peter Paul van Kempen en Reinoud Hulzebosch bedachten daar een oplossing voor: “We willen het organisaties makkelijk maken om verduurzaming op te nemen in de bedrijfsvoering.”
Auteur: Martine Schlingmann
‘Het kan niet’: met dat argument kunnen vastgoedbeheerders niet meer aankomen om uit te leggen waarom verduurzaming van hun commercieel vastgoed nog niet gelukt is, vindt Peter Paul van Kempen. Als psycholoog gespecialiseerd in gedragsverandering onderzocht hij samen met collega-psycholoog Reinoud Hulzebosch in opdracht van RVO.nl en NeVaP wat er nodig is om de verduurzaming van commercieel vastgoed op gang te krijgen.
“Voor dat onderzoek hebben we gesproken met tientallen bedrijven en vastgoedeigenaren die erin zijn geslaagd verduurzaming van vastgoed op te nemen in hun bedrijfsprocessen. Zij konden dit doen zonder dat het bedrijfsresultaat of de klanttevredenheid daaronder te leiden had. Daarmee is het bewezen: het kàn dus anders.” Zijn collega Hulzebosch vult aan: “Sterker nog; het móét anders. Er komt onder meer nieuwe wetgeving aan: over vijf jaar voldoen veel oude panden simpelweg niet meer aan de wettelijke norm.”
Bouwstenen voor gedragsverandering
De onderzoekers hebben allebei een achtergrond in de psychologie. Peter Paul van Kempen specialiseerde zich in gedragsverandering en adviseert daarmee onder meer overheidsorganisaties. De expertise van Reinoud Hulzebosch ligt op het vlak van cognitiewetenschap, meer specifiek: hoe je ervoor kunt zorgen dat systemen goede ondersteuningen zijn voor organisaties en gebruikers. Die expertise paste hij bijvoorbeeld toe in een ontwerp voor beslissingsondersteuning van luchtverkeersleiders op Schiphol. Vanuit die achtergrond benadrukken zij dat een onderzoek alleen niet genoeg is om de verduurzaming van vastgoed op de rit te krijgen. De oplossing die zij in gedachten hebben, is veel praktischer van aard: een tool die alle kennis van koplopers specifiek toegankelijk maakt voor collega’s in de gehele branche.
Inspiratiebron voor de tool is de gedragstheorie van wetenschapper BJ Fogg, die aan de Amerikaanse Stanford University onderzoek doet naar gedragsbeïnvloeding. Van Kempen legt kort uit waar deze theorie om draait: “Volgens Fogg spelen drie bouwstenen een rol bij verandering. De eerste is motivatie; mensen moeten de verandering willen. Het tweede element is ‘kunnen’; mensen moeten in staat zijn om te veranderen, en triggers zijn de derde bouwsteen.”
‘Bedrijven willen best veranderen, ze zijn er alleen niet op ingericht’
Als gedragsverandering niet optreedt, komt dat doordat ten minste een van deze bouwstenen niet in voldoende mate aanwezig is. In dit geval gaat het om het eenvoudiger maken van de verandering. De tool kan die missende bouwsteen leveren. Van Kempen: “Volgens de theorie van Fogg geldt dat hoe makkelijker de verandering is, hoe groter het effect is van triggers en motivatie.”
De trigger is aanwezig, in de vorm van de naderende wetgeving en in de vorm van de markt die erom vraagt, zegt Van Kempen: “Er is nog relatief veel leegstand in kantoorpanden, daardoor is een vragersmarkt ontstaan. Potentiële huurders kunnen dus eisen stellen. Voor hen is een kantoorpand dat aan de regelgeving voldoet, voordelig. Niet alleen op het gebied van lagere kosten, maar ook imagotechnisch”. De motivatie is er ook, weet Van Kempen: “Bedrijven willen best veranderen, ze zijn er alleen niet op ingericht.” Volgens het onderzoek komt dit doordat er veel verschillende partijen betrokken zijn bij verbouw- en verduurzamingsprocessen. Niet alleen gebouweigenaren en gebruikers, maar ook beheerders, installateurs, aannemers. “Als niet iedere schakel op dezelfde lijn zit, krijgt de opdrachtgever vaak onvoldoende inzicht in de mogelijkheden die er zijn.”
Omdat er veel komt kijken bij een omschakeling, weten bedrijven vaak niet hoe zij dit in de praktijk het beste kunnen aanpakken. “Het is complex”, zegt Hulzebosch. “Maar met het toegankelijk en relevant maken van strategieën, hulpmiddelen en informatie kunnen bedrijven concrete antwoorden krijgen op waar zij tegenaan lopen bij de verduurzaming van panden. Ons doel is kennisontwikkeling en -distributie op gang brengen over de mogelijkheden die er zijn om die verduurzaming vorm te geven.”
Inhoud en prototype
De onderzoekers verzamelden informatie van bedrijven uit de sector die al een verandering hebben doorgemaakt. Daaronder zijn niet alleen gebouweigenaren en beheerders, maar ook adviseurs. De onderzoekers voerden intensieve gesprekken met experts bij grote en kleine bedrijven die allemaal op hun eigen manier koplopers zijn in de branche. Het raamwerk is op basis daarvan ontwikkeld.
Maar met alleen een raamwerk is de tool nog niet voltooid. De onderzoekers visualiseerden het model in een prototype. “Vergelijk het met een kantoorgebouw: de gelaagdheid, functionele ruimtes en optimale routing zijn onderkend, maar de uitwerking met materiaal naar vorm kent vrijheden”, benadrukt Hulzebosch. “We kunnen de uitwerking richten op een applicatie of website, maar ook op trainingen of workshops, afgestemd op een bepaald bedrijf of een bepaald onderwerp. De markt is aan zet.”