De Parkeermeneer: Normvervaging
Hoeveel parkeerplaatsen moeten we aanleggen? Dit is een standaardvraag die een ontwikkelaar aan een gemeente voorlegt. In mijn praktijk is het antwoord van de gemeente een showstopper gebleken. Het aantal parkeerplaatsen wijkt te veel af van wat de ontwikkelaar voor ogen heeft om het gebied te laten functioneren. Met als gevolg een onderhandelingstraject dat vaak leidt tot een, al dan niet tijdelijke, stopzetting van de ontwikkeling.
Je kunt je echter afvragen of het strikt hanteren van parkeernormen nog van deze tijd is. De auto is, vooral bij inbreiding in grote steden, niet meer het meest dominante vervoermiddel. Daarnaast heeft de gemeente voldoende mogelijkheden om het parkeren op een dusdanige wijze te reguleren dat iedere oplossing vrij is van een parkeerprobleem.
Er is dus veel voor te zeggen om het aantal parkeerplaatsen dat moet worden aangelegd in een ontwikkeling over te laten aan de ontwikkelaar. Hij moet er immers voor zorgdragen dat het vastgoed rendeert. Zowel te weinig, als te veel parkeerplaatsen gaat ten koste van zijn rendement.
Dit betekent niet dat je als gemeente niets meer hoeft te doen. Sterker nog; zonder parkeernormen werken betekent meer dan ooit dat je je reguleringszaakjes op orde moet hebben. Hoe zorg je ervoor dat een ontwikkelaar het adequaat aantal parkeerplaatsen realiseert? Het is de uitdaging om de parkeerregulering zo in te richten dat gebruikers van de ontwikkeling niet op ongewenste plekken buiten de ontwikkeling kunnen parkeren. Dit vraagt kennis, maar vooral een pragmatische instelling. Wat is het beste voor de stad?
Deze vraag is niet per definitie hetzelfde als ‘wat heeft het minste impact op de burger’ en al helemaal niet als ‘hoe maak ik mijn kiezers blij?’. Er is niets mis met een visie of een mening. Maar een stad besturen op basis van verkiezingsretoriek is nog nergens succesvol gebleken.
Interesse gewekt? Kijk dan eens naar de cursus Anders kijken naar parkeernormen - donderdag 28 maart 2019 te Utrecht.