Building Circularity Index maakt CO2-impact gebouw helder
- Circulair Bouwen
- Artikel
- Biobased Bouwen
Veel woningbouwcorporaties kiezen niet slechts voor verduurzaming in het kader van de energietransitie, maar storten zich steeds vaker op circulaire vraagstukken. Zo heeft Area uit Uden op dat gebied serieuze doelen gesteld en daarvoor gebruikt deze corporatie als instrument de Building Circularity Index van Alba Concepts. “Het zou mooi zijn als andere corporaties dit ook oppakken. Dan hebben we samen wat te bieden aan de markt.”
Jim Teunizen is de expert van Alba Concepts die alles weet over de Building Circularity Index (BCI). Deze waarde, variërend van 0 tot 100 procent, zegt iets over de circulariteit van een gebouw op basis van alle gebruikte producten en systemen.
Op basis van die BCI, zo vertelt ontwikkelaar Vastgoed Rogér Gorts, heeft Area afgelopen jaar scherpe doelen in hun beleidsplan geformuleerd. Als hij de cijfers laat zien (zie onder) springt Teunizen bijna van zijn stoel en zegt: “Dit is supervet. Het is heel cool dat jullie naast de MilieuPrestatie Gebouwen, de MPG, ook de BCI omarmen. De integratie van die twee is precies wat iedereen moet gaan doen. Daarna kunnen de cijfers geconcretiseerd worden in specifieke maatregelen, bepaalde producten en bevestigingsmethoden.”
Op koers
Wat zijn dan die doelstellingen van Area en waar komen ze vandaan? Gorts: “Onze corporatie is bezig met een grote verduurzamingsopgave. Over de hele portefeuille van 8600 woningen zijn we al op koers voor Energielabel A. En nu hebben we ook beleid op het gebied van circulariteit, zodat we echt stappen kunnen gaan maken. Sinds 2018 omarmen we de filosofie van The Natural Step. Hoewel we een organisatie zijn met ambities, is daar aanvankelijk te weinig naar gehandeld. Door enkele wisselingen in de organisatie afgelopen jaar kwam er echter nieuwe energie om diverse thema’s op te pakken. Zoals biobased bouwen, circulariteit en houtbouw.”
Doelstellingen Area tot 2035: één van de doelen van Area is bij nieuwbouw substantieel onder de wettelijke MPG te zitten.
Voor circulariteit heeft Area heldere doelen opgesteld (zie afbeelding boven) en er ook budget voor vrijgemaakt. Gorts: “Daardoor hebben we ruimte gecreëerd om werkelijk dingen te kunnen doen, ook al weten we nog niet welke. Die oplossingen komen wel en daar gaan we van leren.”
“Hiermee is Area een van de koplopers in corporatieland”, stelt Teunizen vervolgens. “Misschien is het geen rocket science, maar het is tenminste wel opgeschreven.”
“We zijn op dit moment”, gaat Teunizen verder, “met ongeveer veertig woningcorporaties op verschillende manieren bezig met circulariteit. In het algemeen vinden corporaties dat onderwerp best moeilijk en sommigen wachten daarom op Aedes. Het begint nu echter te lopen en het werkelijk meten van circulariteit doen we nu met ruim dertig woningcorporaties.” (Veel meer details over de BCI lees je in dit artikel.)
Nulmeting
“Met de BCI gaan we op portefeuilleniveau sturen”, vervolgt Gorts (foto rechts). “Door dit jaar te starten met een nulmeting kunnen we aan elke woning een BCI ophangen. Op basis van die uitgangspunten gaan we een concrete routekaart uitzetten met alle opgaves in de renovatie en nieuwbouw. Vervolgens willen we in 2035 een groei hebben gerealiseerd van 15 procent. In onze besluitvorming zit verpakt dat we voor elk project een bijdrage vragen voor dit langetermijndoel. We zijn dus bereid om daar extra middelen voor vrij te maken. De groei van de BCI met 15 procent is ambitieus en misschien zou 10 tot 12 procent realistischer zijn. We gaan hiervoor een routekaart opstellen en al doende gaan we leren. Ook van 45 naar 75 procent in 2035 is natuurlijk heel ambitieus, maar dit is nu al mogelijk en de eerste aanbieders komen al met deze innovaties. Waarom dan niet in 2035?”
Volgens Gorts zit er daarom vooral realisme in het beleidsplan en de cijfers van Area. “Daarmee kunnen we ook de markt uitdagen om met innovaties te komen. Wat dat betreft zou het mooi zijn als andere corporaties dit ook oppakken. Dan hebben we samen wat te bieden aan de markt.” Concreet gaat het dan, aldus Teunizen, vooral over grootonderhoud en planmatig onderhoud, waarbij je kijkt naar drie aspecten: herkomst, toekomst en losmaakbaarheid.
Scoren
Teunizen: “Kies bij het onderhoud voor grondstoffen en producten die bij voorkeur zijn hergebruikt of biobased zijn. Een alternatief is gerecycled. Neem bijvoorbeeld bitumineuze dakbedekking. Als je die vervangt door gerecycled bitumen zoals Citumen, dan realiseer je een hoge mate van circulariteit die niet duurder is dan anders. Dat hoef je alleen maar in je Meerjarenonderhoudsplanning op te nemen en dan ga je al scoren. Dat is laaghangend fruit dat nu echt moeten worden gerealiseerd. Als je gaat na-isoleren, kun je nadenken over glas- of steenwol, maar waarom niet over een biobased alternatief als ISOGLAS dat beter scoort?”
“Bij ons mutatie- en klachtenonderhoud”, gaat Gorts verder, “kijken we welke producten er uit- en ingaan. We proberen die producten bij voorkeur te hergebruiken en op te knappen. Onze eigen onderhoudsdienst stopt daar heel veel energie in. Bij vervanging willen we dat 5 procent van de toegepaste producten circulair is en op korte termijn willen we naar 10 procent. Verder overleggen we met ketenpartners in het onderhoud om samen vervolgstappen te zetten. Ook zij omarmen de BCI graag en waren dolblij toen we ons beleidsplan bekendmaakten, omdat ze hier zelf ook al mee bezig waren.”
“We hebben nu een grote onderhoudstrein van ongeveer 600 woningen lopen”, vervolgt Gorts, “en zijn bijvoorbeeld heel actief met het reviseren en weer aanbrengen van ventilatieboxen. Ook zijn we bezig ons Programma van Eisen aan te passen. Met onder meer een lijst van materialen die we niet meer in onze woningen willen hebben en op termijn samen met onze ketenpartners willen uitbannen. Uiteindelijk willen we dan alleen werken met materialen die biobased zijn of nog kunnen worden hergebruikt.”
Het is volgens Teunizen wel zaak om goed bij te houden wat je uit de panden haalt en reviseert. “Zorg dat je alles goed coördineert, zodat je ook weet wat er in de opslag ligt. Dan hoef je niet twee keer heen en weer te rijden om een toiletpotje te vervangen”, besluit Teunizen.
Lees nu het vervolg in ons gratis digitale magazine Circulariteit.
Tekst: Ysbrand Visser
Beeld: Area; Alba Concepts