Opschalen biobased bouwen
- Artikel
- Biobased Bouwen
In 2021 zijn naar schatting 15.000 woningen - ruwweg 20% van de totale productie - industrieel vervaardigd. Mede dankzij de opkomst van kruislaaghout (CLT) is industrieel bouwen aantrekkelijker geworden. De markt vraagt om duurzame biobased woningen met een korte levertijd en diverse bouwbedrijven en toeleveranciers investeren in (uitbreiding van) de productiecapaciteit. Tegelijkertijd is het marktaandeel van houtbouw nog zeer bescheiden: het gaat nu nog eerder om honderden dan om duizenden biobased woningen. Hoe schalen we op?
Tekst: Peter Fraanje, senior consultant duurzaam & circulair bouwen bij TNO
Foto boven: Hennepkalk blokken voor biobased wanden. De fabriek van Isohemp in België kan jaarlijks vijf miljoen van deze blokken leveren.
Nederland staat de komende jaren voor de grote opgave om het woningtekort in te lopen. Tegelijkertijd zijn er grote duurzaamheidsopgaven, waaronder het reduceren van de CO2-uitstoot, de transitie naar een circulaire economie en het terugdringen van stikstofemissies. Door conceptueel, modulair en industrieel te bouwen met biobased materialen en bouwsystemen kan het aanbod van woonruimte versneld groeien terwijl de milieu-impact verlaagd wordt. Het groeiend aantal woningen uit de fabriek is goed nieuws voor de circulaire bouweconomie. Dat de woningen worden opgebouwd uit gestandaardiseerde elementen en geassembleerd worden op de bouwplaats betekent ook dat ze aan het einde van hun levenscyclus (met circulaire restwaarde!) weer gedemonteerd kunnen worden: circulair bouwen in optima forma.
Biobased bouwen = CO2 opslaan
De bouw is een grootgebruiker van grondstoffen. Bijzonder van biobased materialen is dat zij afkomstig zijn van bomen, planten en andere organismen in de biosfeer. Tijdens die groei slaan bomen en planten CO2 op. Door biobased bouwmaterialen te gebruiken wordt die CO2 voor langere tijd vastgelegd. Als de biobased materialen dan ook nog circulair worden toegepast, wordt hergebruik aantrekkelijk. Denk aan CLT of HSB-wanden, die in dat geval mechanisch worden bevestigd met bouten en daardoor weer gedemonteerd kunnen worden. De houten bouwelementen en modules en kunnen dan een tweede en eventueel derde leven krijgen waardoor CO2 nog langer blijft opgeslagen.
Trias Materia: biobased materialen kunnen een deel van de abiotische grondstoffen vervangen.
Deze CO2-opslag kost geen geld en geen energie en is volkomen veilig. In de levenscyclusanalyse (LCA) die ten grondslag ligt aan de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG) wordt de CO2-opslag voor meer dan 100 jaar als permanent beschouwd. Mede naar aanleiding van het initiatief ‘Een eerlijk speelveld voor een duurzamer Nederland’, ondertekend door meer dan tweehonderd organisaties uit de bouw, is de Nederlandse overheid een onderzoek gestart naar de mogelijkheid om CO2-opslag mee te nemen in de MPG. Als CO2 in de toekomst hoger wordt beprijsd, kan het zelfs bij gaan dragen aan de rentabiliteit van (sociale) woningbouw. In opdracht van de ASN Bank is een eerste voorzet voor carbon accounting in de bouw gemaakt.
Marktvraag naar biobased woningen groeit
Amsterdam en de omliggende gemeenten (MRA) hebben aangegeven de komende jaren toe te groeien naar een aandeel van 20 procent houtbouw in de woningnieuwbouw in 2025. Het gaat dan om 3.000 houtbouwwoningen per jaar. Deze Green Deal Houtbouw werkt stimulerend op het aanbod en geeft richting aan investeringen van bouwbedrijven. Ook de provincie Flevoland wil in Lelystad een biobased woonwijk bouwen met 500 tot 1.000 woningen in 2025 en met Smartbuilds wil de Rabobank in tien jaar tijd 12.000 modulaire (biobased) huizen realiseren waarbij de bank eigenaar blijft. Eerder heeft de overheid al in een intentieverklaring aangegeven dat zij streeft naar een aandeel van 30 procent biobased woningen in 2030.
Belangrijke doorbraak voor biobased bouwen is de toepassing in seriematige woningbouwprojecten, zowel in de laagbouw - de gewone grondgebonden rijtjeswoningen - als in de gestapelde bouw. De afgelopen jaren zijn er tientallen projecten in hout en andere biobased materialen gerealiseerd die laten zien wat er mogelijk is (zie ook de Biobased Top 40 in de Innovatiecatalogus 2021). Deze aansprekende projecten, de schaarste aan woningen en de duurzaamheidsopgave waar Nederland voor staat, hebben samen geleid tot een groeiende vraag naar biobased woningen.
Steeds meer houten woningen uit de fabriek
Een bijzonder moment in november 2021 was de aankondiging van BAM om te investeren in een woningfabriek in het Noord-Hollandse Oudkarspel. BAM wil vanaf 2023 driehonderd houtskeletbouw woningen produceren, het jaar erna zeshonderd en vanaf 2025 duizend HSB-huizen, plus gevelelementen voor twaalfhonderd woningen. Eerder lijfde BAM al twee co-makers voor de W&R-woningen in: houtindustrie Stam & Landman en Gevelelementen Noord-Holland. Toch was BAM zeker niet het eerste grote bouwbedrijf dat investeerde in een productielijn van houten woningen. Van oudsher produceert VolkerWessels-dochter DeGroot Vroomshoop houten woningen. In 2021 werden in samenwerking met Finch 62 energieneutrale appartementen geleverd aan een groot woningbouwproject in Monnickendam. De modules hiervoor waren afkomstig van de nieuwe productielijn in Enschede met een jaarcapaciteit van duizend houtbouwmodules per jaar.
Houten modules in aanbouw in de fabriek van DeGrootVroomshoop voor het Finch project in Monnickendam.
Ook Ursem in Wognum timmert al lang aan de weg, onder meer met de levering van 172 CLT-hotelkamers voor hotel Jakarta in Amsterdam. TBI-dochter Koopmans maakte al eerder bekend een energieneutrale woningfabriek voor houten modules te bouwen in Wehl bij Doetinchem, in samenwerking met Sustainer Homes. De fabriek opent begin 2022 en heeft een capaciteit van vijfhonderd modulaire houten rijwoningen of achthonderd modulaire appartementen. In de oude woningfabriek van Ballast Nedam in Weert, waar eertijds IQ-woningen werden gemaakt, is Lister met een nieuwe productielijn bezig voor houtbouw. In de tweede helft van 2022 moeten hier de eerste compleet biobased (inclusief isolatie) elementen voor de woningbouw van de band rollen. Voor de grote bedrijven uit zijn er diverse MKB-bedrijven die al hebben geïnvesteerd in deels geautomatiseerde en gerobotiseerde productielijnen, zoals Dijkstra Draisma, Barli, Emergo, de Prefabfabriek van van Dillen, Startblock, Treetek, Unbrick en VDM.
Gezien de bovenstaande ontwikkelingen wordt verwacht dat er in 2022 en de jaren daarna voldoende aanbod is van houten woningen in Nederland. Dan rekenen we de flatpacks met CLT houten elementen uit het buitenland nog niet eens mee. Het Europese houtaanbod en de CLT-productie in Europa is ruim voldoende om te voorzien in de behoefte aan bouwhout.
Stro, vlas en hennep
Biobased bouwen is meer dan bouwen met hout. Veel biobased producten en isolatiematerialen zijn al decennia op de markt en worden afgezet in een niche van de bouwmarkt. Een aantal biobased koplopers hebben nu ook geïnvesteerd in industriële productie. Faay Vianen levert demontabele, verdiepingshoge binnenwanden met een kern van vlasspaanplaat en heeft geïnvesteerd in een uitbreiding van de productielijn. Isovlas levert haar isolatiemateriaal tegenwoordig ook in slimme wand- en dakmodules. Het Nederlandse Strotec betrekt haar wanden van Ecococon, een bedrijf in Litouwen dat nu uitbreidt met een tweede gerobotiseerde productielijn in Slowakije. Isohemp heeft een grote fabriek bij de Belgische plaats Namen in bedrijf genomen die kalkhennepblokken voor wanden produceert. Juist de productie in geconditioneerde omstandigheden en de droge bouwmethoden bieden goede mogelijkheden voor biobased producten.
Ondersteuning bij opschaling
TNO werkt samen met bedrijven aan de verdere ontwikkeling en opschaling van industriële bouwsystemen. Zo dragen we bijvoorbeeld kennis aan voor de bouw van het biobased paviljoen op de Floriade in Almere en doen onderzoek naar nieuwe biobased producten. Verder wordt er in het kader van het onderzoeksprogramma Emissieloos Bouwen onderzoek gedaan naar industriële modulaire prefab. In dit programma komen ook beton, staal en allerlei hybride bouwsystemen aan bod, evenals de logistiek, bouwhubs en de emissievrije montage op de bouwplaats. Bouwbedrijven en toeleveranciers worden ook ondersteund bij het verder optimaliseren van hun woningconcepten en producten. Denk hier bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van demontabele verbindingen, het toepassen van biobased isolatiematerialen, bouwen in 3D of 2D, digitalisering en het verbeteren van de milieuprestatie. Graag delen we onze kennis en ervaring om zo bij te dragen aan de verdere ontwikkeling en opschaling van de biobased bouwindustrie.
Dit artikel verscheen eerder in de Innovatiecatalogus 2022. Lees de gehele editie hier.