Grootste waterstoffabriek van Europa in Delfzijl?
- Duurzame Energie & Energieopslag
- Artikel
De chemietak van AkzoNobel en Gasunie onderzoeken samen de mogelijkheden om grote schaal duurzame energie om te zetten in waterstof, dat kan dienen als brandstof.
Daarom willen beide bedrijven een fabriek ontwikkelen, die duurzaam geproduceerde elektriciteit omzet in 3 kiloton – 30 miljoen m3 – groene waterstof per jaar. Hiervoor is een 20 megaWatt waterelektrolyse-unit nodig. “De grootste in Europa”, volgens beide bedrijven. Deze geplande faciliteit is een flinke stap in het succesvol verder opschalen van de elektrolysetechnologie. Het doel is om uiteindelijk installaties te bouwen, die op nog grotere schaal (vanaf 100 megaWatt) duurzame stroom omzetten en opslaan in de vorm van waterstof.
Omschakeling in energiesysteem
AkzoNobel en Gasunie geven aan elkaar aan te vullen over de benodigde expertise voor dit project: op het gebied van gastransport en -opslag, elektrolyse en omgang met waterstof. Daarnaast zeggen ze elkaar te vinden in de wens om een actieve rol te spelen in de overgang naar een CO2-neutrale economie.
“Het realiseren van de doelstellingen voor CO2-reductie en de bijbehorende omschakeling in het energiesysteem is een uitdaging van groot formaat”, geeft Ulco Vermeulen als lid van de Raad van Bestuur van Gasunie aan. “Het vergt naast visie nu al actie en concrete samenwerking.”
Power to gas: veelbelovend en noodzakelijk
Volgens Vermeulen beschouwt Gasunie ‘power to gas’ als een veelbelovende, maar ook noodzakelijke technologie om in 2050 een volledige energiemix voor elkaar te krijgen. Dit is een omzettingstechniek waarbij water met behulp van stroom wordt gesplitst in waterstof en zuurstof. “Waterstof speelt ook een cruciale rol om de emissiereductiedoelstelling te halen, die het kabinet voor 2030 heeft neergezet”, zegt hij. “In 2030 moet de CO2-uitstoot 49% onder die van 1990 liggen. Als we in 2030 in voldoende mate over waterstof willen beschikken, dan moeten we nu al stappen zetten om de technologie hiervoor op verschillende schaalgroottes te valideren.”
Hierbij sluit directeur Energie Marcel Galjee van AkzoNobel Specialty Chemicals zich aan. “De industrie is belangrijk voor de economie, maar ook verantwoordelijk voor een groot deel van de CO2-uitstoot. Alleen met een vergaande verandering van de industriële activiteiten kan Nederland de internationale klimaatdoelstellingen halen. Door samenwerking tussen bedrijven over sectoren heen kunnen zo nieuwe waardeketens en verdienmodellen ontstaan.
Verlaging CO2-uitstoot met 7 miljoen ton
Hierbij laat Galjee wel weten dat het overgrote deel van de ruim 800.000 ton waterstof, die de Nederlandse industrie per jaar gebruikt, gemaakt wordt met behulp van aardgas. “De vervanging hiervan door duurzaam geproduceerde waterstof verlaagt de CO2-uitstoot met 7 miljoen ton. Maar de echte potentie zit in de grootschalige productie als basis voor groene chemie.”
Het plan is dat deze nieuwe fabriek verschijnt op het Chemie Park Delfzijl. Beide bedrijven zien Noord-Nederland als een geschikte plek om een groene waterstofeconomie te ontwikkelen, vanwege de grootschalige productie en import van groene elektriciteit, de bestaande chemische industrie, de aanwezige gastransportinfrastructuur, de kennisnetwerken en het draagvlak binnen de Noordelijke Innovation Board. Een besluit over de bouw van de installatie vindt naar verwachting in 2019 plaats.
In de komende editie van Duurzaam Gebouwd Magazine komt Han Fennema, CEO van Gasunie, uitgebreid aan het woord over onder meer waterstof. Duurzaam Gebouwd Magazine #39 verschijnt 26 januari.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Kunnen we dan de waterstof door de in ongebruik geraakte gasbuizen transporteren en in huis m.b.v. apparatuur [ Hesla] weer omzetten in elektriciteit om o.a.onze huizen te verwarmen ?
Prima plan want zonder grootschalige opslag van duurzaam gas voor windstille perioden komt heel Nederland in 2050 in de kou te zitten met al die zogenaamde nul op de meter woningen met daken vol zonnepanelen die in de donkerste wintermaanden nauwelijks iets opleveren