Nieuwe bouwcultuur biedt alternatief voor landbouw
De landbouw zoekt een uitweg voor de uitstootproblematiek en daarbij kan de bouw helpen. Zeker met De Nieuwe Oogst, een plan dat bij een prijsvraag van de Rijksbouwmeester met de eer ging strijken. In een gesprek met de al vaker onderscheiden Daan Bruggink (ORGA architect) hamert hij vooral op het verbinden van ketens.
Toeval of niet, maar een dag na de langverwachte presentatie van het rapport Remkes (Wat Wel Kan) is de winnaar bekendgemaakt van de door de Rijksbouwmeester uitgeschreven prijsvraag Een Nieuwe Bouwcultuur. In het winnende plan van ORGA architect, De Urbanisten, Copijn en nog een aantal partijen worden landbouw en woningbouw direct aan elkaar gekoppeld. Stedebouw & Architectuur sprak daarover met de al meermaals onderscheiden Daan Bruggink van het winnende ORGA.
“We kunnen er morgen mee beginnen”, begint Bruggink (foto rechts) over De Nieuwe Oogst. Het prijswinnende voorstel voorziet in een integraal plan, waarbij het gaat om:
- honderden woningen;
- ruimte voor dieren;
- permacultuur;
- andere manier van samenleven en zingeven;
- biodiversiteit;
- verschillende landschappen;
- natuurlijke bouwgewassen.
“Wij zijn gepokt en gemazeld in biobased bouwen. Daardoor konden we ons makkelijk richten op alle aspecten daaromheen. En daarop zoek je dan de juiste partijen bij elkaar. Dat is de kracht geweest achter dit plan, het verbinden van al die ketens.”
Kamerlandschap
De prijsvraag was uitgeschreven met het typerende ‘kamerlandschap’ rond Oirschot (Noord-Brabant) in gedachten en daar gaat het plan ook in de praktijk worden gebracht. Een aanzienlijk deel van het bouwmateriaal voor de nieuwe woningen wordt lokaal verbouwd en geoogst op een manier die bijdraagt aan de biodiversiteit en een gezonde bodem. Hierbij is een sleutelrol weggelegd voor de inzet van biobased bouwmaterialen zoals hout, hennep, vlas, lisdodde, bamboe, stro en zeewier. Daarbij wordt vooral ingezet op de toepassing van natuurlijke isolatiematerialen.
Naast het innovatieve verbinden van de ketens zijn de bouwfysische berekeningen van ORGA doorslaggevend geweest voor het succes. Hiervoor geeft Bruggink een grote pluim aan Ralf van Tongeren. “Die werkt sinds begin dit jaar bij ons en is een expert in biobased data. Met zijn bouwfysische berekeningen hebben we wel het verschil gemaakt, denk ik.”
Stro, vlas en hennep
“Wij laten zien wat biobased bouwen inhoudt en hoe dat kan. Wij kunnen morgen beginnen, met stro, vlas en hennep. Laat de lisdodden en miscanthus [olifantsgras, red.] ondertussen maar groeien, dan gaan we die na toetsing volgend jaar toepassen. Het biobased aspect is helemaal niet zo nieuw meer. Het innovatieve is het aan elkaar koppelen, het landschappelijke, de inrichting, de sociale cohesie met de buurt en de agrariër die kansen ziet om producten te verbouwen”, vertelt Bruggink gepassioneerd.
Vooral dat laatste aspect speelt direct in op het actuele maatschappelijke vraagstuk rondom veeteelt en hoe we als land de stikstofuitstoot gaan terugdringen. Net nu bemiddelaar Johan Remkes naar buiten kwam met zijn rapport Wat Wel Kan.
“Het zegt wel iets dat je antwoord geeft op een rapport dat een dag eerder uitkomt. Toeval bestaat niet, zeggen ze dan. Je bent er maanden mee bezig en we zijn ons er zeer bewust van dat de bouw zelf ook iets zal moeten doen in dit vraagstuk. En als je kunt aantonen dat en hoe dit kan, is dat natuurlijk heel mooi”, aldus Bruggink, die uitlegt wat de volgende stap moet zijn.
Voldoende afzet
“Kun je de agrariër toezeggen dat hij een bepaalde afzet heeft? En waar dat stokt? Zit dat in regelgeving, of in de toetsing? Je hebt verschillende grondstoffen die je natuurlijk moet testen. Je moet een continue basis hebben, en een continue afzet. Hoe meer die vraag naar biobased materialen gaat groeien, hoe makkelijker een agrariër gaat zeggen 'ik kan dit leveren'.
Het gaat om ketens verbinden. Dat moet je nu goed organiseren. Neem isovlas, dat wordt in de traditionele bouw veel gebruikt als isolatiemateriaal. Maar die gebruiken alleen vlas. Hennep kan er zo doorheen, zeggen ze, door die apparaten. Ze hebben nu een continue aanvoer en weten wat isovlas doet. Dat hoeven ze niet meer te toetsen. Dus die houden het daarbij. Zulke partijen zou je ook kunnen stimuleren om andere materialen te produceren. Dat is het ketenverbinden dat je eigenlijk nog mist om er echt morgen mee te beginnen. Nu kom je nog uit op hennep, vlas en stro, dat is wel allemaal getoetst. De andere productstromen moet je nog verbinden.”
Snel beginnen
Bruggink staat met zijn ORGA architect en andere partijen te trappelen om het plan in de praktijk te brengen. “De volgende stap is ontwikkelaars vinden die ermee aan de slag gaan, evenals gemeenten en lokale partijen die zich eraan verbinden. Met een visie op het hele plan. Daarmee gaan wij dan ook huizen ontwerpen en bouwen. Wij richten ons op het realiseren. Dan kun je het laten zien. Dus laten we snel beginnen en dit aantoonbaar maken”, aldus de man die tevens voorzitter was van de Adviesgroep Nieuwbouw & Renovatie van de Dutch Green Building Council. Tevens stond hij vijfmaal in de ABNAMRO Duurzame 50 (vorig jaar op vijf), op negen in de Innovatie Top 100 van het MKB, en hij won onder meer de Nederlandse Bouwprijs en was Alumnus van het jaar van de TU Delft.
Het onderwerp ‘van bouwland naar landbouw’ wordt binnenkort verder uitgediept in een presentatie van Anke Verhagen (Rabobank) met Noor Schellens op het congres Gamechangers in de Bouw& Infra. Bekijk hier het programma of bestel meteen je ticket.
Tekst: Mark de Rooij (Stedebouw & Architectuur)
Illustraties: ORGA architect (boven); De Urbanisten (onder)