Richting geven aan duurzame ambities
Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol in de samenleving, zo ook bij de realisatie van schoolgebouwen, waar naast de gebruikelijk argumenten voor duurzaamheid ook het binnenklimaat, flexibiliteit en het educatieve element een belangrijke rol spelen. Een artikel van Lysette van Aarle.
Bij duurzaamheid spelen drie dimensies een rol: planet (milieu), people (mensen) en prosperity (welvaart); ook bekend als Triple P. Planet is doorgaans de dimensie die vanuit duurzaamheid de meeste aandacht krijgt. De andere twee dimensies zijn echter net zo belangrijk om een duurzaam gebouw te realiseren; er dient een evenwicht te zijn. Dit betekent dat er dus wel aandacht moet zijn voor het milieu, maar zaken als bijvoorbeeld kwaliteit en investeringskosten ook een belangrijk item zijn.
Om invulling te geven aan deze dimensies wordt er in veel gevallen direct gedacht in oplossingen. Er wordt bijvoorbeeld gekozen voor zonnecollectoren of duurzaam inkopen. Andere oplossingen kunnen hierdoor, al dan niet onterecht, buitengesloten worden.
Richting geven aan ambities
Voordat er in oplossingen wordt gedacht, moet worden bepaald welke richting partijen op willen. Het ambitieniveau moet worden vastgesteld, vertaald naar het project. Om richting te kunnen bepalen kunnen scenario’s worden opgesteld, waarbij ieder scenario een ambitieniveau beschrijft. Een ambitieniveau gaat in op alle drie de eerder genoemde dimensies welke op elkaar afgestemd worden.
Doordat bij de keuze van een scenario alle aspecten mee worden genomen zijn ook de financiële gevolgen inzichtelijk en kunnen partijen deze betrekken bij de keuze voor een scenario. De scenario’s beschrijven geen directe oplossingen, maar wat men wil bereiken indien er voor dat scenario gekozen wordt. Scenario’s kunnen nog worden verfijnd in de loop van het proces, echter dient het oorspronkelijke uitgangspunt niet uit het oog verloren te worden.
Wanneer het ambitieniveau is vastgesteld door partijen, en dus een richting is gekozen, kan worden gekeken op welke manier vorm gegeven kan worden aan de eisen. Door de ambities als richtlijn te nemen kan worden gezocht naar oplossingen welke passen bij het gebouw en de gebruikers. Op deze manier wordt duurzaamheid integraal onderdeel van het ontwerp- en realisatieproces, in plaats van een los element wat (later) ingevoegd moet worden.
Casus Brede School Hellevoetsluis
In de nieuwbouwwijk 'De Boomgaard' in Hellevoetsluis is een brede school beoogd. De gemeente heeft als ambitie gesteld om deze wijk duurzaam en energiezuinig te ontwikkelen. Onderdeel van de deze wijk is een brede school. De brede school behoort tot de eerste fase van de wijk en kan dus ook een belangrijke functie als voorbeeldproject vervullen richting projectontwikkelaars maar ook voor de vele (jonge) gebruikers die het gebouw zal krijgen. Dit zou reden kunnen zijn om te kiezen voor een hoger ambitieniveau dan gebruikelijk.
Voor deze casus zijn vier scenario’s ontwikkeld:
• Minimum variant: beschrijft de minimale eisen waaraan een gebouw dient te voldoen om gebouwd te mogen worden. Regelgeving vanuit het bouwbesluit is hierbij leidend.
• Gemeentelijk beleid: gemeentelijk ambities zijn de richtlijn (bijv. 20% lagere EPC, duurzaam inkopen). Er wordt niet alleen gekeken naar de investeringen op korte termijn maar ook naar besparingen op lange termijn.
• Gewenste variant: Hoger ambitieniveau dan gemeentelijke ambities. Gevolgen op de lange termijn zijn meer van belang en er is meer ruimte voor hogere investeringen. Er wordt gestreefd naar een kwalitatief hoog gebouw, zowel in gebruik als voor het milieu.
• Innovatieve variant: Gebaseerd op het cradle tot cradle principe, met daarbij veel aandacht voor de kwaliteit voor het gebouw. Er wordt een ideaalbeeld geschept waarbij wordt geaccepteerd dat investeringskosten ondergeschikt zijn.
Ambities zijn in de scenario’s vertaald naar eisen welke in het programma van eisen opgenomen kunnen worden. Het is nu aan de gemeente, maar ook de architect, adviseurs en gebruikers om een richting te bepalen en invulling te geven aan de ambities voor een duurzame leer- en leefomgeving.
De casus brede school in Hellevoetsluis is onderwerp geweest van de afstudeerscriptie van Lysette van Aarle, welke zij schreef ter afronding van de opleiding ‘Vastgoed en Makelaardij’ aan de Fontys Hogescholen. Inmiddels is zij werkzaam bij adviesbureau 3P Netwerkpartners.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Wat mij opvalt is dat er in het laatste scenario gekozen wordt voor het cradle to cradle principe. Dat staat haaks op het eerder beschreven principe dat er in een vroeg stadium moet worden gekeken naar ambitieniveau en niet naar oplossingen, cradle to cradle is een oplossing. Bij de vierde variant wordt er in een vroeg stadium voor een hoog ambitieniveau gekozen, er zijn dan naast cradle to cradle meer innovatieve oplossingen.
Mijn inziens is cradle to cradle geen oplossing maar een denkrichting. Hoe dit ingevuld wordt staat verder nog vrij. Er is nog geen keuze gemaakt om bepaalde materialen o.i.d. te gebruiken. Overigens is het geen gegeven dat het hoogste ambitieniveau als uitgangspunt cradle-to-cradle heeft. Andere uitgangspunten zijn uiteraard ook mogelijk.