Het kan anders

Wanneer ik nu naar het huidige sociaaleconomische landschap kijk, zie ik op een aantal vlakken, voor bepaalde groepen, geen duurzame samenleving waarin wonen en werken samengaan. Hoe heeft dit kunnen ontstaan en welk herstelplan is mogelijk?

Ongeveer vijf jaar geleden heb ik een woonwerkgebouw ontworpen en dit ontwerp financieel gezien doorgerekend. Ook is de haalbaarheid bekeken. Allereerst goed om de definitie van een woonwerkgebouw scherp te krijgen, want wat is dat nu precies? Een woonwerkgebouw is een gebouw waar een woonunit en een werkunit, ieder met een eigen entiteit, ruimtelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Het is een hybride gebouw dat een locatie zoekt. De plattegrond ontstaat vanuit de wensen van de gebruiker: in dit geval is dat de jonge, vaak nog alleenstaande werkondernemer.

Resultaat van flexibilisering van de arbeidsmarkt

Een werkondernemer is een zelfstandige ondernemer die haar of zijn diensten aanbiedt als ondernemer, maar ook weleens tijdelijk een arbeidscontract heeft en dan tijdelijk werknemer is. Deze groep neemt in omvang toe als resultaat van de flexibilisering van de arbeidsmarkt en wellicht ook door een aantal andere ontwikkelingen. Hierover later meer. Het woonwerkgebouw leent zich bij uitstek om geplaatst te worden op de grens van een woonwijk en een bedrijventerrein. Ook kan het geplaatst worden langs een drukke spoorweg of snelweg.

Dit ontwerp is destijds niet uitgevoerd om een aantal redenen. Daar werkondernemers vaak een flucturerend inkomen hebben met periodes van geen of laag inkomen ligt de taak om voor deze groep te bouwen, mijn inziens, bij de toegelaten instellingen. Deze instellingen mogen volgens de woningwet voor dit soort gebouwen geen gebruikmaken van borging door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Een ander groot opstakel zijn de kosten van (ondergronds) parkeren. Dan zijn er nog een aantal wetten en regelgevingen die meer tegenwerken dan meewerken, waardoor gemeenten moeilijk kunnen faciliteren.

Apart behandelen?

Conclusie is dat de overheid het functioneel stedenbouwkundig concept van de jaren twintig van de vorige eeuw heeft omarmd en dit niet meer heeft kunnen loslaten. Hierdoor worden, onder andere, de functies wonen, werken, recreëren en verkeer voortaan apart behandeld. Zo is een ruimtelijke omgeving ontstaan die wordt ingericht door stedenbouwers die een misplaatste controle in handen hebben gekregen en wonen en werken, uit gewoonte, van elkaar gescheiden zien. Veel is vastgelegd in wet- en regelgeving die niet snel aan te passen is. Interessant is de vraag waarom deze wet- en regelgeving bestaat en of dat nog nuttig is.     

Ook op ander terrein is het mogelijk fout gegaan. Samenwonen wordt nu financieel bestraft via de kostendelersnorm en door een voordeurdelers benadering. Veel calculerende burgers kiezen daarom voor een eigen voordeur met een eigen huisnummer. Het is nu niet makkelijk om een eigen huisnummer te registreren. Dit komt mede door de restrictieve Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), opgelegd door de centrale overheid. Veel gemeentes werken hier vol enthousiasme aan mee en soms wordt de menselijke maat daarbij uit het oog verloren.

Herstelplan

Welk herstelplan is mogelijk? Hier wil ik in de volgende zes blogs een antwoord op geven aan de hand van bovengenoemd woonwerkgebouw.  Aan de volgende knoppen wil ik draaien: financiering; parkeernorm; verkaveling, bestemmingsplan, kostendelersnorm en huisnummerregistratie. Vergeet niet dat de combinatie wonen werken in de jaren zestig in een nieuw licht kwam te staan door de toen uitbreidende dienstensector en later, in de jaren negentig, door het voor iedereen toegankelijke internet. Hopelijk kunnen we in de komende zes blogs, per onderwerp, de knop op de juiste stand zetten.

De volgende aspecten zijn ook van belang voor het realiseren van woonwerkgebouwen, maar zullen minder gedetailleerd worden belicht: woningnood door bevolkingsaanwas; not in my back yard (NIMBY): bewoners vinden meer nieuwbouw wenselijk maar niet vlakbij; velen, onder wie de kleine beleggers, hebben financieel baat bij een zekere woningnood en voelen daarom wat minder de drang om dat snel te laten verhelpen; het op Europees niveau gelijktrekken van wet- en regelgeving ten behoeve van het functioneren van het vrije markt-mechanisme.

Tekst: Hans Hidden
In een blogreeks gaat Hans Hidden in op hoe het ‘anders kan’ in de ruimtelijke omgeving, waarin hij onder andere financiering en verkaveling als onderwerpen behandelt en naar een herstelplan toewerkt.

Lees ook:
deel 2 - Het kan anders: financiering
deel 3 - Het kan anders: parkeernormen
deel 4 - Het kan anders: verkavelen
deel 5 - Het kan anders: bestemmingsplannen
deel 6 - Het kan anders: kostendelersnorm

Deel dit artikel

permalink