Hoe komt de lokale energietransitie in de versnelling?
Een beschouwing aan de hand van drie van mijn praktijkervaringen binnen projecten in de gebouwde omgeving. Overeenkomsten: initiatiefnemers (van ontwikkeling) van vastgoed doen een beroep op de overheid om initiatieven voor energietransitie mogelijk te maken. En partijen worstelen met hun rol.
In een reeks blogs geven Duurzaam Gebouwd-experts hun visie op het thema Duurzame Energie, om dit onder de aandacht te brengen bij de aanstaande kabinetsformatie. Tot 15 maart gaan de experts in op de status quo rondom dit onderwerp en geven ze advies aan de nieuwe kabinetsleden.
Launching customer Wildlands en Waterleiding Maatschappij Drenthe maakten de realisatie van het eerste deel van warmtenet Emmen mogelijk. Met groen gas gestookte WKK’s als duurzame warmtebron worden Wildlands, Atlas theater en binnenkort het gemeentehuis en een verzorgingshuis verwarmd. Potentie: een verdere uitrol met meer afnemers en nieuwe duurzame bronnen. Soepel gaat het niet. De gemeente heeft wel ambitie maar geen beleid. Warmtebeleid (vervanging van aansluitplicht op het gasnet) is nodig om de uitdagende uitrol van de kapitaalintensieve warmtenetten mogelijk te maken. En als vastgoedeigenaar bleek de gemeente een lastige onderhandelingspartner voor het aansluiten op het door haar zelf gewenste warmtenet!
Een Zwols bedrijf, een onderwijsinstelling en een burgerinitiatief nemen initiatief voor de ontwikkeling van drie windturbines op een bedrijventerrein. De ‘voor-en-door-Zwolle’- aanpak van de initiatiefnemers kan niet verhinderen dat er een sterke tegenbeweging ontstaat. Door een ontbrekend beleidskader voor energietransitie en een kennisachterstand vinden college en raad het lastig snel tot een goede belangenafweging te komen.
De nieuwbouw voor AOC Oost op bedrijvenpark Verheulsweide in Doetinchem is aanleiding om op gebiedsniveau te onderzoeken wat de mogelijkheden voor duurzame energieoplossingen zijn. Als eerste zijn een gebieds-WKO en benutten van restwarmte van een datacenter in beeld. Eerst moet het wiel van de samenwerking echter uitgevonden worden: de gemeente heeft de quickscan gefinancierd maar ziet verder eerst geen rol voor zich weggelegd. Parkmanagement kijkt de kat uit de boom. AOC Oost heeft behoefte aan duidelijkheid.
Wat leren deze voorbeelden?
Partijen zoeken naar hun rol binnen de verschuivende verhoudingen van ‘participerende burger’ naar ‘participerende overheid’. Bij initiatieven uit de samenleving moeten gemeenten vaak nog bedenken hoe hiermee om te gaan. Kennis van en kijk op de lokale uitdagingen èn kansen van de energietransitie zijn veelal beperkt bij het lokaal bestuur. Terwijl wel behoefte is aan een regierol voor het projectoverstijgende belang. Veel initiatiefnemers zijn doordrongen van de noodzaak èn de kansen van de overschakeling naar decentrale duurzame bronnen binnen nieuwe slimme netwerken, maar lopen regelmatig vast in het moeras van de lokale besluitvorming.
Hoe dat te doorbreken?
Energietransitie wordt, ten onrechte, vaak gezien als vervelende verplichting (Klimaatakkoord, Nationaal Energie Akkoord). Maar op lokaal niveau moet de energietransitie worden herkend en omarmd als een economische kans. Een kans om de lokale energierekeningen (bestemming: grotendeels RWE en Vattenval) te verkleinen. Een kans om een deel van de geldstromen van SDE (dit jaar 12 miljard!) en dergelijke naar de gemeente te trekken. Via de belasting betaalt iedereen mee; zorg dat je als gemeente in elk geval een evenredig deel terugkrijgt! Een kans om de armoedeval te stoppen die een steeds hogere energierekening voor veel minima betekent. Een kans voor lokale partijen voor verduurzamingsopdrachten van gebouwen en duurzame energieopwekking. En een kans voor regionale innovatie. Vol inzetten op kansen op lokaal niveau draagt de komende decennia structureel bij aan economisch succes, anders raak je in de achterhoede. Overheden, bedrijven, instellingen en burgerinitiatieven die vanuit dat besef de handen ineen slaan kunnen met positieve energie snel grote stappen maken. Zie het lokaal als competitie: wie is het minst afhankelijk van externe energiestromen, heeft het laagste verbruik per inwoner, haalt de meeste SDE subsidies binnen. Wie ontwikkelt het snelst slimme energie-ecosystemen. Daarbij is het tijd voor een vakwethouder ‘energietransitie’ met een ambitieuze opdracht en het vermogen partijen resultaatgericht met elkaar te verbinden!