Op naar Total Value for Society
Ontwerpen betekent het volledige menselijke vermogen inzetten om iets te maken, dat mens en milieu in hun functioneren maximaal ondersteunt en hun ontwikkeling positief bevordert. Hierbij kan de ruimtelijke werking grote gevolgen hebben.
Bij de Grieken was Apollon de god voor zowel de schoonheid als de geneeskunde. Toen was al duidelijk dat mooie dingen een positieve invloed hebben op het welbevinden van de mens. 2.500 jaar later definieert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dit welbevinden of deze gezondheid als volgt:
‘Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.’
Als we ervan uitgaan dat we op weg zijn om uiteindelijk gezonde gebouwen te maken, dan hebben we ons de laatste jaren met name bezig gehouden met de lichamelijke klachten. Klachten die onze gebouwde omgeving heeft veroorzaakt. Duurzaam of gezond ontwerpen wordt nog steeds te veel gekoppeld aan enkel energiezuinig ontwerpen. We houden nog te weinig rekening met andere belangrijke factoren op het gebied van gezondheid van de gebruikers van het gebouw.
Nauwkeurige positionering
Om echt een gezond en duurzaam gebouw te realiseren, dient tevens een gedegen analyse gemaakt te worden van de omgevingsfactoren, de beoogde en mogelijke toekomstige functies en de gebouwvorm. Alleen al door de nauwkeurige positionering van programmaonderdelen, gebouwopzet en vorm hebben we voor de nieuwbouw van het I/O gebouw in Nijmegen grote energetische besparingen kunnen realiseren.
Helaas valt de keuze echter te vaak enkel op technische oplossingen. Dit zorgt ervoor dat ‘duurzame’ gebouwen vaak overbodig complex zijn, waardoor de onderhoudskosten na oplevering van deze gebouwen de pan uit rijzen. Als we gebruikers spreken die in zo’n zogeheten duurzaam icoon zijn gehuisvest, horen we van ze dat ze bij een volgende nieuwbouw niet meer streven naar een zeer duurzaam gebouw. Liever werken ze in een ‘gewoon’ en goed functionerend gebouw. Zij stellen dat de betreffende ontwerpers in die eerdere projecten hun beloftes niet hebben waargemaakt.
Minder techniek is beter voor duurzaamheid
Voor onderwijsgebouwen is geen budget om een expert in dienst te nemen, om enkel het gebouw te beheren. Gezien alle gebruikte klimaattechnieken moet zo’n expert echter wel voor het beloofde rendement zorgen. Hoe minder techniek dus wordt toegepast, des te beter dit is voor de toekomst en duurzaamheid van een gebouw. Alleen al omdat de techniek veel sneller veroudert dan de bouwkundige structuur. Door de ontwikkelingen van de laatste jaren weten we ook heel goed hoe we een gebouw moeten maken, dat het milieu niet meer belast. Deze kennis moeten we dus ook op grote schaal toepassen.
In mijn visie is de volgende stap in de ontwikkeling naar een gezonde bouwcultuur, naar analogie van de definitie van de WHO, de stap naar het ontwerpen van geestelijk gezonde gebouwen. We dienen goed na te denken over hoe we gebouwen maken. Welke spirit geven we ze mee? Dat gebouwen in de toekomst anders gemaakt en onderhouden worden, is duidelijk.
Een duidelijk zichtbare trend hierbij is die van het cradle-to-cradle bouwen. Deze circulaire gebouwen en producten – zoals deze nu genoemd worden – moeten voorkomen dat we onze materiaalvoorraden volledig uitputten. Het gros van de circulaire gebouwen zijn lang in gebruik blijvende gebouwen die geschikt zijn voor veel verschillende functies. Een goed voorbeeld hiervan zijn de pakhuizen uit het begin van de vorige eeuw. Deze staan er nog steeds en zijn telkens weer geschikt voor het huisvesten van andere nieuwe functies.
Andere functie in de toekomst
Daarom ontwerpen we de gebouwen vaak op zo’n wijze dat ze eventueel in de toekomst ook geschikt zijn voor andere functies. Een schoolgebouw kan bijvoorbeeld in de toekomst een kantoor of hotelfunctie krijgen. Dit vraagt om beperkte overmaat en maakt het noodzakelijk de gebouwen op een andere, slimme wijze te bouwen zodat elementen en materialen in de toekomst beschikbaar blijven.
Hiervoor zijn ook de vele leasemodellen of prestatiecontracten ontwikkeld, die laten zien hoe hieraan ook nieuwe economische vormen kunnen worden gegeven. De gehele EU-economie wordt omgebouwd naar een dergelijke circulaire economie. Volgens het WHO hoort ook het maatschappelijk welzijn hierbij. Voor de gebouwde omgeving kun je dit vertalen naar de vraag: hoe stellen we de gebruiker daadwerkelijk centraal? Hoe maken we gebouwen, die gebruikers gezonder maken en hen juist meer mogelijkheid bieden om zich te ontwikkelen? Naast de bekende elementen van frisse lucht, goede akoestiek of voldoende daglicht valt hier nog een hele wereld te winnen.
Ruimtelijke werking
Architecten hebben eigenlijk te weinig kennis van de psychologische gevolgen van de ruimtes, die ze gecreëerd hebben. Juist de ruimtelijke werking kan grote invloed hebben op het welbevinden en functioneren van de gebruikers. We zien nog veel te vaak dat alle klaslokalen op een basisschool hetzelfde zijn vormgegeven, terwijl een kleuter van vier andere behoeftes heeft dan een twaalfjarige puber.
Het onderzoek over de werking van ruimtes laten we aan andere experts over, en zo vreemd is dat niet. Om de werking van ruimtes beter te begrijpen, werkt ons bureau LIAG inmiddels steeds vaker samen met vakvreemde experts zoals biologen, artsen en psychologen. Zo hadden we voor de ontwikkeling van de nieuwbouw van het Prinses Máxima Centrum in Utrecht een psychologe betrokken bij het ontwerpproces, om te begrijpen welke maatregelen daadwerkelijk invloed op het genezingsproces van kinderen hebben.
Gezondheid en schoonheid combineren
Dus net als Apollon dienen ook wij de gezondheid en de schoonheid te combineren en te bewaken. Alleen zo kunnen we daadwerkelijk een toekomstbestendig antwoord op de uitdaging van nu formuleren. Namelijk de uitdaging van het reduceren van kosten via Total Cost of Ownership naar Total Value for Society!
Deze expertblog van Thomas Bögl is als marktvisie verschenen in de februari-editie van Duurzaam Gebouwd Magazine, dat half februari is verschenen en inmiddels ook op DuurzaamGebouwd.nl staat.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Mooi artikel Thomas. Een aanvulling op de WHO definitie uit 1948 over gezondheid is de definitie die Machteld Huber er aan geeft : 'Gezondheid als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.' zie ook : http://www.louisbolk.org/nl/voeding-en-gezondheid/onderzoek-integrative-medicine/nieuw-concept-gezondheid Kortweg vertaald naar een gebouw, het hoeft niet perfect te zijn, maar men moet zich er in balans voelen. Wellicht een oud gebouw, maar met mooie ruimten, een nieuw gebouw met natuurlijke ventilatie of dus inderdaad lage exploitatiekosten en een iets minder stabiel klimaat in het gebouw, waarbij gebruikers geleerd wordt hoe zich in het gebouw aan te passen aan het klimaat binnen en buiten. Machteld Huber heeft het dan over acceptatie van een minder volmaakt onderdeel (ziekte) maar de focus op de dingen die wel goed zijn. Dit doet niet af aan het streven naar Total Value of Society en onderstreept dat ook plekken die wellicht op sommige plekken iets minder "scoren" ook heel prettig kunnen zijn en waardevol voor de maatschappij als geheel door ze te behouden. En dat sluit dan weer aan bij de uitvraag van de Energiesprong voor Scholen vol Energie waarbij bestaande schoolgebouwen weer gereed gemaakt moeten worden voor de toekomst.
Goed verhaal, dat zeer herkenbaar is voor onderwijsorganisaties. Treffend is de omschreven ervaring van het schoolbestuur niet langer te willen verduurzamen. Ook tijdens de consultatiefase van de Green Deal Scholen klonk dit duidelijk door. De vraag 'kan je ook verduurzamen zonder stekker' is ons vaker gesteld. Ik denk dat dit artikel daar m.i. het juiste antwoord op geeft.
Geweldige bijdrage en motiverend Door te gaan in onze missie om op natuurlijke manier te gaan bouwen vanuit visie op Gezond Licht, gezonde Lucht, Water en Aarde.