EPC 0,4…gisteren graag!
Dagelijks komen er vele mensen over de vloer van minister Stef Blok en zijn ambtenaren. Zeker 90% daarvan komen daar om uit te leggen wat er allemaal niet kan. De minister is daardoor aan het twijfelen gebracht. Moeten we nou wel of niet de EPC per 1 januari 2015 verlagen naar 0,4. Er zijn vele redenen om ja te zeggen op die vraag.
De makkelijkste is natuurlijk gewoon de praktijk. Op dit moment worden er domweg NulOpDeMeter woningen gebouwd voor zowel de koop- als de huursector. Dat zijn woningen met een EPC van -0,4. De meerkosten bedragen slechts 15.000 euro ten opzicht van een woning met een EPC van 0,6.
De rekenmeesters die het ministerie adviseren hebben uitgerekend dat een stap van 0,6 naar 0,4 datzelfde bedrag kost. Twee stappen voor een theoretische 15.000 euro of 10 stappen voor een markt bepaalde prijs van 15.000 euro. De keuze lijkt me niet moeilijk meer. De markt heeft zelf laten zien dat ze in staat zijn tot veel grotere stappen.
Dat is niet gek. Vier jaar geleden voorspelde ik al dat het vanaf een EPC 0,4 lastig wordt om vast te houden aan het traditionele gestapelde bouwen. Producten bij elkaar zoeken en toerekenen naar een te behalen EPC of energielabel. Die manier van rekenen wordt (enigszins opgedrongen door Europa) ook gebruikt door de adviseurs die het ministerie moet inzetten bij het advies over een verhoging van de EPC. Als je slim naar 0,4 gaat is de stap naar nul echter nog maar heel klein.
Impuls
Vandaar dat veel koplopers nu al NulOpDeMeter woningen aanbieden en dat neerzetten als de nieuw norm. Een verlaging naar 0,4 betekend in die zin dus een impuls voor snellere stappen in verduurzaming van de bouw. De innovaties die uit de nieuwbouw rollen kunnen weer toegepast worden voor de concepten die ontwikkeld worden voor bestaande woningen. Een werkwijze die nu al zichtbaar is binnen de Stroomversnelling.
De koplopers die een EPC van -0,4 kunnen halen voor een geringe meerprijs kunnen natuurlijk een EPC van 0,4 met twee vingers in de neus produceren zonder meerkosten. Maar dat is niet slim. Een woning zonder energie is een veel aantrekkelijker propositie voor een klant. Een meerprijs van € 15.000 die vanaf 1 januari bij NulOpDeMeter woningen meegefinancierd kan worden betekent voor de klant dertig jaar lang een energierekening van nog geen € 40,- in de maand. Een belegger kan zo’n 120 euro meer huur vragen voor zo’n woning. De NEPROM zou daarom morgen naar 0-woningen moeten willen in plaats van de beweging naar 0,4 tegen te houden.
Het niet verhogen van de EPC zal een flinke domper zijn voor koplopers in zowel de bouw- en installatiewereld als de toeleverende industrie. Ondanks de crisis zijn er miljoenen geïnvesteerd in innovaties en industrialisatie. Bouwers die samen met toeleveranciers concepten kunnen bouwen die niet meer kosten dan een EPC van 0,6 worden gestraft als we de oren laten hangen naar de achterblijvers. De EPC aanscherping zal juist de kloof tussen deze achterblijvers en de koplopers verkleinen. En dat is weer nodig om in 2020 de hele goegemeente op het niveau EPC 0 te krijgen.
De bal ligt niet bij minister Blok. De bal ligt bij de markt. Bouwend Nederland, NEPROM, NVB en iedereen die de hakken in het zand zet, toon eens ballen. Pak de handschoen op en ga voor meer dan zo’n lullige stap naar 0,4. De bouwers zijn er al lang klaar voor.
Uiteraard zijn er kanttekeningen. Het kan nog niet op alle plekken en voor alle woningtypen. Er zijn situaties denkbaar waar het moeilijk wordt, zoals: bestemmingsplannen waar de oriëntatie van de woning al is vastgesteld (wat we overigens ook moeten afschaffen), ingewikkelde binnenstedelijke opgaven of complexe gestapelde bouw. Maar dat zijn uitzonderingen. En uitzonderingen zijn geen reden om het niet te doen. Uitzonderingen moet je reguleren.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Het punt is dat de EPC een getal is dat drie verschillende perspectieven op duurzaamheid op een hoop gooit, namelijk efficiëntie, besparing en duurzame opwekking. Een woning met een EPC van 0,4 kan dus gerealiseerd worden door een inefficient gebouw neer te zetten en vervolgens een enorm PV systeem te installeren, *of* door een echt efficiënt gebouw neer te zetten met goede ventilatie en warmteterugwinning en een goede gebouwschil. De EPC maakt voorts ook geen onderscheid tussen een gebouw met een mooie open gevel met veel uitzicht en gebruik van goed isolerend glas, en een woning met kleine raampjes en weinig uitzicht, en matig isolerend glas. Beide woningen kunnen 0,4 bereiken, terwijl de ene woning veel meer woongenot biedt. Ten slotte ten aanzien van besparing: een woning met luchtbevochtiging preseert voor de EPC slechter dan een woning zonder bevochtiging: hier wordt energiebesparing gewaardeerd, ongeacht het voordeel van bevochtiging voor het woongenot. Enfin, volgens mij zou de EPC methodiek best kunnen worden herzien om de drie perspectieven op duurzaamheid apart te waarderen: dus een aparte score voor de efficiëntie, een aparte score voor de mate van besparing, en een aparte score voor de hoeveelheid duurzame energieopwekking. Dat geeft veel meer informatie over de werkelijke energieprestatie van de woning en biedt veel meer mogelijkheden voor de wetgever om te sturen op efficiëntie, besparing, danwel energieopwekking. Totdat dat gebeurt weet een huizenkoper niet of zijn 0,4 EPC woning die score heeft vanwege PV cellen; vanwege een daadwerkelijk goed en efficiënt klimaatbeheersingconcept en schilisolatie; en/of omdat er gewoon weinig ramen of slechts matig comfortabele ventilatie werd toegepast. Een gemiste kans.