Onno Dwars
CEO, Ballast Nedam Development
Auteur: Onno Dwars
Energienotanul: de nieuwe standaard voor de nieuwbouw en de droom voor de bestaande bouw. Immers, wie wil nou graag zijn energienota betalen? Maar wat betekent dat nu, energienotanul, is dat energieneutraal?
Het is heel simpel voor de consument en iets complexer voor de producent. Een energienota, waarvan het saldo nul is. Het totaal van vastrecht, heffingskorting, gebouwgebonden energieverbruik (verwarming en warm tapwater) en huishoudelijk energieverbruik minus de teruggeleverde energie, geeft een rekening van maximaal nul euro.
Een aansluiting levert geld op
Maar hoe zit dat nu in euro’s en kWh? Een gemiddelde energienotanul-woning is een woning, die minder energie opwekt dan gebruikt, maar waarvan het saldo van de vastrechtkosten elektra ( €270,03), de heffingskorting (€385,53) en de verbruikskosten 0 is. Dit betekent, dat je als bewoner per saldo geld krijgt (€115,50), omdat de woning is aangesloten op het energienet.
Salderen
Omdat de energie die benodigd is in de woning een andere cyclus heeft dan de opwekcyclus, is het nodig om de woning aan te sluiten op het energienet. En die aansluiting kost geld, in de vorm van vastrecht. Het energienet dient dan als smartgrid om het overschot en tekort uit te wisselen. Om de investering voor de opwekinstallatie terug te kunnen verdienen, mag het energieverbruik tot maximaal 5000 kWh worden gesaldeerd tegen het tarief waarvoor de energie ook wordt gekocht.
Energienotanul ≠ energieneutraal
Een energienotanul woning is dus niet energieneutraal voor het gebouwgebonden en huishoudelijk energieverbruik. Per saldo verbruikt de woning meer energie dan dat het zelf opwekt om energienotanul te kunnen zijn, doordat het saldo van de vastrechtkosten en de heffingskorting positief uitvalt voor de gebruiker. De woning is beter dan de doelstellingen van het Lente- Akkoord, waar in 2020 het huisgebonden energieverbruik energieneutraal moet zijn en heeft EPC onder nul.
Energienotanul heeft de toekomst
Bewoners, banken, beleggers en makelaars zijn beperkt geïnteresseerd in de milieuprestaties van een woning. Ze hebben echter ook gemeen dat ze wel geïnteresseerd zijn in de woonlasten. De banken en beleggers in het bijzonder zijn bovendien geïnteresseerd in de risico’s van woningfinancieringen.
Omdat producenten bij een energienotanul-woning steeds vaker de energieprestaties van de woning garanderen (het langjarig garanderen van een maximaal energieopwekking), leidt dit tot een aantoonbare lasten- en risicoverlaging ten aanzien van de woonlasten. Immers, de energiekosten dalen, waardoor er meer besteedbaar inkomen resteert.
Hierdoor daalt het risico voor zowel de financier (de hypotheekgever) als de klant. Dit mechanisme maakt de weg vrij om meer financieringsruimte te realiseren voor energienotanul-woningen en leidt op deze wijze sneller tot een nieuwe duurzame woningvoorraad.