Cradle to Cradle in de bouw: wat voegt het toe? Deel 1

Sinds het afgelopen jaar lijkt het Cradle to Cradle concept Nederland volledig in zijn ban te hebben. Met name de bouwsector gaat er helemaal voor: het ene na het andere optreden van founding fathers Michael Braungart & William McDonough op congressen, symposia en beurzen en de ene na de andere gemeente die Cradle to Cradle centraal stelt in hun visie op duurzame gebiedsontwikkeling. Ook op Duurzaamgebouwd.nl levert de zoekterm ‘cradle’ meer dan dertig resultaten op.

Inmiddels begint ook de kritiek op het concept te leven: het concept legt te veel nadruk op het afvalprobleem, dat in Nederland eigenlijk helemaal geen probleem is; het biedt geen oplossingen voor de echte uitdagingen van de Nederlandse bouwsector - energie, mobiliteit en ruimte - en de belofte van onbeperkte groei zijn loze kreten, die aanzetten tot overmatige consumptie en verspilling.

Het is de typische non-discussie van een hype: de aanhangers zien in Cradle to Cradle de oplossing voor alle problemen in de wereld, terwijl de sceptici steeds krampachtiger vasthouden aan bestaande paradigma’s en erop wijzen dat het veronderstelde ei van Columbus in feite een lege huls is.

Van een echte discussie is geen sprake en dus komt ook zelden aan de orde waar Cradle to Cradle eigenlijk over gaat, wat de achterliggende logica ervan is en hoe je het in de praktijk wel en niet kunt toepassen.

De kern van het Cradle to Cradle concept
Cradle to Cradle spreekt vooral aan door haar positieve agenda, die door mensen als Anne-Marie Rakhorst van Search BV met verve wordt uitgedragen. Niks consuminderen, schuldgevoelens en doemscenarios. Wel doorzetten, innoveren en bijdragen aan een mooiere, schonere wereld. Het valt dan ook op dat Cradle to Cradle aanhangers vaak mensen zijn die weinig op hebben met het oude milieuparadigma van minder slecht, terwijl het juist organisaties als Natuur & Milieu en Milieudefensie zijn, die zich nogal kritisch uiten over het optimisme van Michael Braungart en zijn concept.

Toch is de logica van Cradle to Cradle gebaseerd op de wetenschap dat grondstoffen maar in beperkte hoeveelheden bestaan. Koper, bijvoorbeeld, is zo’n grondstof: koper wordt in zeer veel toepassingen gebruikt en is daar nog altijd onmisbaar - zeker in de bouwsector, die rond 40% van het koperverbruik voor zijn rekening neemt.

Tegelijkertijd kan er elk jaar steeds minder koper worden gewonnen, gaat de prijs ervan snel omhoog en is de voorraad die nog door mijnbouw te winnen is over dertig jaar waarschijnlijk op. Dan is er dus alleen nog het koper over, dat op de afvalbergen van de wereld verspreidt ligt - naast natuurlijk de kabels van de NS en andere spoorwegmaatschappijen, die nu al regelmatig last hebben van koperdiefstal.

Geen afval-strategie
Ook met betrekking tot zogenaamd hernieuwbare grondstoffen, gelden vergelijkbare scenario’s. Elk jaar verdwijnt 1% van de vruchtbare ‘top-soil’, als gevolg van erosie, veroorzaakt door ondermeer intensieve landbouw en ontbossing. Ook zoet water wordt steeds schaarser, terwijl we er steeds meer van gebruiken. Steeds meer ervan laten we verdwijnen in de zilte oceanen, door regenwater versneld af te voeren via riolen in plaats van het in de grond te laten doorsijpelen en daarmee in de zoet water cyclus te houden. Als deze ontwikkelingen zo doorgaan wordt het op termijn steeds moeilijker om geschikte grond/ruimte te vinden, waarop hernieuwbare grondstoffen kunnen worden geteeld.

Vanuit deze wetenschap is Cradle to Cradle geen afval-strategie, maar een strategie voor het oplossen van het fundamentele probleem van de Limits to Growth, namelijk de eindigheid van natuurlijke hulpbronnen, die nodig zijn voor de productie van goederen. Het inspirerende is dat de oplossing wordt gezocht in het opheffen van het concept afval - want afval kan in principe als grondstof dienen - in plaats van in een zuiniger levensstijl (minder grondstoffen gebruiken).

Forse aanpassingen
Het opheffen van het concept afval vergt forse aanpassingen in productontwerp en bedrijfsvoering. Om grondstoffen steeds opnieuw te kunnen gebruiken - dus zonder kwaliteitsverlies in het recyclingproces - is het cruciaal dat deze grondstoffen zo puur mogelijk zijn. Vandaar de nadruk van het Cradle to Cradle-concept op het uitfaseren van toxische stoffen en op een productontwerp, dat snelle scheiding van verschillende materialen mogelijk maakt.

Wanneer producten giftige, persistente stoffen bevatten betekent dit beperkingen voor het gebruik van het afval van deze producten: plastics, bijvoorbeeld, die bepaalde stoffen bevatten kunnen niet worden gebruikt voor voedselverpakkingen; biologisch afval, waar giftige stoffen in zitten, mogen niet tot compost worden verwerkt, etc.

Wanneer verschillende grondstofstromen met elkaar worden vermengd - bijvoorbeeld papier en inkt - gaat de kwaliteit achteruit bij het recyclingproces: het papier, dat eerst een mooi boekwerk was, is door de vervuiling met inkt daarna alleen nog geschikt voor toiletpapier - en zelfs daarvoor is de kwaliteit aan de lage kant.

Afbeelding 2
Het ontwerp voor de Megamall in Tilburg van OVG heeft de potentie om een echte Cradle to Cradle Mall te worden; de combinatie van natuur, recreatie en winkelen kan een positieve bijdrage leveren aan de (natuurlijke) kwaliteit van de omgeving.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Anne-Mette Jørgensen