'Gebouw as a service'
Mede dankzij scherper beleid op het handhaven van energie labels vindt een verandering plaats in de bouw en exploitatie van kantoorgebouwen. Deze ogenschijnlijk negatieve prikkel zorgt voor bewustzijn en een impuls om renovatie en verduurzaming op te pakken. “Wij juichen om de aanscherping van het beleid en zien opvallende verschuivingen in de markt”, vertelt algemeen directeur Bart-Jan Freriks van ENGIE Services West.
Voor technisch dienstverlener ENGIE Services is kritischer handhaven van beleid omtrent energie labels en de minimumeis voor label C in 2023 koren op de molen. “Het is goed voor de markt, want op dit moment spreken we nog van een actief onderscheid in koplopers en achterblijvers”, vertelt algemeen directeur Bart-Jan Freriks van ENGIE Services West. Hij tipt ABN AMRO als instantie die anderen de goede richting doet inslaan. “Voor de eigen kantoren legt ze de lat hoog, maar ze prikkelen ook hun klanten om duurzaam te investeren. Daarbij ontwikkelen ze tools om dit proces te vereenvoudigen, zodat gebouweigenaren inzichtelijk krijgen waarom het belangrijk is om op tijd aan de slag te gaan met renovatie.”
Ook ENGIE heeft verschillende duurzaamheidsstrategieën uitgestippeld, zowel voor haar eigen bezit als voor klanten. “Ons doel is om voor het einde van 2018 voor € 15 miljard onze eigen assets te brengen van grijs naar groen. Het betreft niet alleen het kopen van zonnebedrijven maar ook bijvoorbeeld de overname van EV-box, een internationale marktleider in laadpalen en diensten.”
Synergie tussen energie en onderhoud
De strategie gaat verder dan alleen het inkopen en transporteren van groene energie en veranderingen in mobiliteit. “We merken dat er synergie plaatsvindt tussen het thema energie en onderhoud. Gebouweigenaren en facilitair managers vragen naar lange betrokkenheid van partijen bij het onderhoud van installaties en het optimaliseren van de energieprestaties.” Op die verandering speelt ENGIE in. “Het creëert wel een spanningsveld, want het is een contrasterend verdienmodel. De technische dienstverlener houdt zich bezig met energiebesparing, terwijl we zelf ook energie verkopen.”
Daarbij komt een opvallende verschuiving, want er is minder vraag naar energie. “Daarentegen vragen meer klanten om contractvormen rondom prestaties.” Daarom zet de technisch dienstverlener in op langdurige exploitatie van gebouwen. “De verhuurder wil een toekomstbestendig gebouw omdat zijn pand relevant en aantrekkelijk moet blijven. De huurder wil zijn primaire processen optimaal uitvoeren met lage energielasten. Iedereen kan een mooi project neerzetten, maar het gaat om de exploitatiefase en de optimalisatie daarin. We kunnen veel betekenen rondom verbetering van het klimaat en het verhogen van de energiebesparing.”
Compleet gebouw als dienst
Het aanbieden van een gebouw als service is geen vreemde gedachte. “Nu nog wel”, lacht Freriks, “maar dat verandert wel. We moeten nog wat hobbels nemen om een compleet gebouw als dienst aan te kunnen bieden.” Er liggen onder andere uitdagingen in de engineering. “Projectteams moeten vaker met BIM ontwerpen en naar de volledige levenscyclus van een gebouw kijken. Vooraf moet al doorgesproken zijn hoe je het pand gaat onderhouden en gaat aanpassen zodra het noodzakelijk is. Vanzelfsprekend moet de energievoorziening duurzaam zijn en worden begrippen als modulair bouwen en Cradle to Cradle interessanter. ” Ook de techniek moet modern zijn en decennialang up-to-date kunnen blijven. “Installaties kun je vervangen of optimaliseren. Belangrijk is om een flexibele infrastructuur aan te leggen met toekomstbestendige informatietechnologie. De uitdaging is daarbij niet om een Internet of Things te realiseren: het gaat om de data die we eruit halen en kunnen inzetten. Als we over 40 jaar terugkijken naar de keuzes die we voor een gebouw in 2017 maakten, zou de reactie moeten zijn: wat hadden we dat toen slim bedacht.”