Cursus Energietransitie slaat brug tussen techniek en beleid

Ben jij al helemaal thuis in de praktijk van de energietransitie? Hoe gaan de wijken van de toekomst er uitzien en met wie overleg je daarover? Dat alles en veel meer komt aan bod in de cursus Basiscertificaat Energietransitie Gebouwde Omgeving. Deze opleiding slaat een brug tussen de deelnemers met elk hun verschillende rollen in de energietransitie.

Twee tot drie keer per jaar kun je alle noodzakelijke kennis opdoen om op gemeentelijk en wijkniveau de energietransitie mede vorm te geven. Of je nu installateur bent of beleidsambtenaar - en alles ‘daartussen’ - iedereen komt aan zijn trekken in deze cursus van Nieman Raadgevende Ingenieurs, TVVL en Duurzaam Gebouwd. Bovendien helpt ook Squarewise je mee het Basiscertificaat Energietransitie Gebouwde Omgeving te behalen, want zij zijn experts op het gebied van de wijkaanpak en procesbegeleiding, aldus cursusleider en docent Harm Valk (Nieman Raadgevende Ingenieurs).

Uitgebreide mix

De cursus bied je een uitgebreide mix van technisch inhoudelijke aspecten en beleidsmatige onderwerpen als participatie- en besluitvormingsprocessen. Juist door die afwisseling van onderwerpen, aldus Valk, wordt er al tijdens de cursus een brug geslagen tussen de deelnemers, met elk hun eigen ervaringen en verschillende rollen in de energietransitie.

“Daarom noem ik het ook wel de cursus schutting slopen”, aldus Valk (foto rechts). “We werken met mensen uit verschillende achtergronden en disciplines, net als in de praktijk. Daardoor leren je in de cursus elkaars taal en dilemma’s goed kennen. Neem bijvoorbeeld de Meerjarenonderhoudsplanning die een woningcorporatie jaarlijks vaststelt. Je moet dan niet na de zomer bij een corporatie met iets nieuws voor volgend jaar komen, want dan ben je te laat. In deze opleiding leer je dat soort specifieke details van elkaar. Zo moet je ook het verschil kennen tussen een installatie bestellen en die afroepen, dus leveren. Of heel goed rekening houden met de vierjarige politieke cyclus in een gemeente.”

Zo geeft het Basiscertificaat Energietransitie Gebouwde Omgeving je vooral goede handvatten als je werkt in multidisciplinaire teams. “En dan maakt het niet uit of je een technische achtergrond hebt of een beleidsmatige”, vervolgt Valk. “Het wordt vooral interessant als je als beleidsambtenaar moet communiceren met installateurs en procesbegeleiders. Allemaal praten ze in hun eigen jargon en dus helpt kennis van dat jargon van de ander enorm. Bovendien kunnen beleidsambtenaren onderling ook enorm verschillen wat betreft achtergrond en kennis.”

Randvoorwaarden

“We vertellen zeker ook iets over de techniek van de warmtepomp, want je moet wel iets meer weten dan dat het een omgekeerde koelkast is. We gaan weliswaar niet in op welk type compressor of koelmiddel het beste is, maar wel hebben we het over zaken die een rol spelen bij het bepalen van het rendement. Veel interessanter nog is de discussie wanneer je zo’n warmtepomp precies toepast. En wat zijn de randvoorwaarden die leveranciers van warmtepompen stellen aan een gebouw?”

“Bovendien bespreken we heel grondig welke processen er allemaal een rol spelen. Hoe verloopt een participatieproces ten opzichte van het besluitvormingsproces? Wanneer moet je met de netwerkbeheerder gaan praten? Welke doorlooptijd heeft het aanleggen van een warmtenet? Welke besluitvormingsstappen komen daar weer bij kijken? Hoeveel gigajoule moeten er achter de voordeur kunnen worden weggezet en wat moet er dan daarvoor achter die deur zijn gebeurd?”

Technische ontwikkelingen

Deze cursus over de energietransitie zorgt ook voor volop verdieping, al was het alleen maar door het continu bespreken van actuele zaken. Bijblijven op het gebied van de technische ontwikkelingen is lastig, maar wel nodig. Valk: “Het gevaar van te weinig kennis hebben, en dat zie ik regelmatig, is dat je aansluit bij het ‘gilde van de wieluitvinders’. Dan heeft een wethouder ineens iets nieuws gehoord: waterstof! Dat komt iedere keer weer terug.
Tegen de rol van waterstofgas als ei van Columbus ga ik sowieso altijd in. Technisch kan het misschien allemaal wel, hoewel ook daar de deskundigen niet eensgezind over zijn, maar hoeveel moeite kost het niet om waterstof te maken? Daar zijn minstens drie keer zoveel windmolens voor nodig dan wanneer je overal warmtepompen neerzet.”

“We zijn dus elke keer weer de modules aan het herschrijven, zodat de deelnemers recente informatie en voorbeelden te zien krijgen. Ook de actualiteit van de dag nemen we mee, want daarover komen altijd vragen. We geven iedereen ruim de tijd om te horen wat er leeft aan vragen, zodat ze ook van elkaar leren voordat we verder de diepte ingaan.”

Materialen

Natuurlijk raakt de cursus ook aan aspecten als het (circulaire) gebruik van materialen en aan netcongestie. Valk: “Het is duidelijk dat de energie-infrastructuur er over vijftien jaar heel anders zal uitzien. Het wordt een wereld met beperkingen, waarin nieuwe hulpmiddelen ingezet zullen worden om daarmee om te gaan. We kunnen daar echter nog geen blauwdruk van neerleggen. Wel laten we het speelveld van alle partijen zien. Als je weet wat de spelregels van de anderen zijn, wordt het interessanter en kun je je plannen iets beter toetsen aan wat er gaat komen.”

“Als je kijkt naar de beschikbaarheid van materialen, realiseer je dan dat die discussie niet nieuw is. Er lijkt sprake van een golfbeweging met pieken en dalen in belangstelling. Rond de eeuwwisseling hadden we het daar ook al over en veel minder over energie. En nog maar tien jaar geleden leek gas de belangrijkste transitiebrandstof en dachten we dat iedereen nog zeker twee tot drie nieuwe cv-ketels zou gaan kopen. Dat tekent de onvoorspelbaarheid van een transitieproces.”

Vraag beperken

“Inmiddels beseffen we dat we goed moeten nadenken over wat er allemaal nog mogelijk is binnen de grenzen van de planeet. Als we kijken naar wat we nu in de gebouwde omgeving aan fossiele energie gebruiken, vooral warmte, dan hebben we daarvan in 2050 waarschijnlijk nog maar een derde tot de helft ter beschikking aan duurzame bronnen van energie. Willen we de verduurzaming richting 2050 serieus oppakken, dan moeten we dus vooral aan vraagbeperking doen. De gebouwde omgeving moet daarom minder energie vragen en minder materialen gaan gebruiken, zodat uiteindelijk de energietransitie en ook de circulariteitsopgave makkelijker worden.”

In de cursus zal je ten slotte veel meer te horen krijgen over de noodzakelijke stappen in al deze transities, ook al zijn het niet meteen de allernieuwste innovaties die aan de orde komen. Valk besluit: “Het gaat vooral over systeemveranderingen en de onderlinge verbanden tussen de verschillende partijen uit de ketens en diverse branches. Want als we het hebben over de energietransitie in gemeenten en wijken, hebben we geen Willie Wortels nodig, maar schapen met vier poten die ze alle vier even goed kunnen gebruiken.”

Vijf modules

Schrijf je nu in voor de succesvolle cursus Basiscertificaat Energietransitie Gebouwde Omgeving (de eerste van dit jaar begint nog deze maand), waarin je op alle vlakken van techniek tot procesaanpak een relevante partner wordt voor stakeholders in de energietransitie. In vijf modules kom jij alles te weten over aardgasvrije oplossingen, zodat je als professional kunt meewerken aan praktische oplossingen voor de energietransitie in de gebouwde omgeving.

Deel dit artikel

permalink