Publiek warmtenet: markt furieus, coöperaties verheugd
- Artikel
- Energietransitie
- Wijktransitie
Met het wetsvoorstel om de infrastructuur van warmtenetten voor 50% plus één in publieke handen te brengen, heeft minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) een steen in de vijver gegooid. Marktpartijen als Vattenfall, Eneco en Ennatuurlijk reageerden furieus: “Dit zal de energietransitie vertragen”. Volgens Energie Samen, de koepelorganisatie van energiecoöperaties, is het een goede zaak: “Energie is in essentie een nutsvoorziening”.
Na meer dan vijftien jaar liberalisering van de energiemarkt waait er een andere politieke wind door ons land. Tussen 1998 en 2006 - het moment waarop de splitsingswet definitief in werking trad - wisten veel gemeenten en provincies niet hoe snel ze hun productie- en leveringsbedrijven van gas, stroom en warmte konden verkopen (de infra- of netwerkbedrijven bleven in publiek eigendom). Het bracht ieder van hen ettelijke miljoenen euro’s op. Zo kwamen de productie- en leveringstakken van Essent en Nuon in handen van buitenlandse staatsondernemingen die niet werden gesplitst (het Duitse RWE dat Essent in 2009 voor 9,3 miljard euro aankocht, het Zweedse Vattenfall dat Nuon in 2014 voor een vergelijkbaar astronomisch bedrag overnam).
Privatisering terugdraaien
Tegenwoordig klinkt in de Tweede Kamer de roep steeds luider om die privatisering terug te draaien. Een groot deel van de oppositie stemde in oktober 2022 voor een motie van de SP om ‘de energievoorziening in publieke handen te nemen’. Hoewel nationalisatie van energiebedrijven beslist niet aan de orde is, stellen zelfs regeringspartijen als de VVD, het CDA en de ChristenUnie dat de energiemarkt de laatste jaren te vrij is gelaten.
Door het afknijpen van Russische gasleveringen aan de EU zijn de prijzen voor energie vervolgens geëxplodeerd, zowel die van aardgas als de daaraan gekoppelde prijs van elektriciteit. Om het voor huishoudens betaalbaar te houden, heeft Nederland een prijsplafond op gas en elektriciteit ingesteld. De keerzijde is wel dat het Rijk met miljarden euro’s aan gemeenschapsgeld het gat moet overbruggen tussen de marktprijs en het prijsplafond. Aan energiebedrijven is gevraagd om dit te faciliteren, waarbij de rijksoverheid controleert of dit correct gebeurt.
Nieuwe warmtewet
Het scherpst komt de tegenstelling tussen publiek en privaat eigendom naar voren in de plannen voor een nieuwe warmtewet van minister Jetten. Warmtenetten zijn vaak monopolistisch: de eindgebruikers - vooral de burgers, maar ook het mkb - hebben noch keuze, noch zeggenschap. Als het warmtenet er eenmaal ligt, kunnen ze slechts kiezen uit zwart of zwart.
In het Friese Heeg (ook foto bovenaan pagina) is men bezig met een lokaal warmtenet op basis van aquathermie (foto Shutterstock).
Niet alleen de infrastructuur is een monopolie, ook de productie en levering loopt vaak via één aanbieder die voor het grootste deel de tarieven bepaalt. Vanwege dat monopolistische karakter heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een belangrijke rol, zoals in de jaarlijkse vaststelling van een maximumtarief.
Minister Jetten wil die marktordening nu openbreken en warmtebedrijven, na vele maanden consultatie met en op aandringen van lagere overheden, opnieuw voor het grootste deel in publiek eigendom geven. Wel geldt een overgangsregeling van zeven jaar nadat de nieuwe warmtewet in 2024 in werking zal treden.
Draagvlak
Volgens de ministeriële brief van 21 oktober 2022 hebben gemeenten en provincies zijn voorstel onderschreven: “Dit draagt bij aan het draagvlak van de burger voor de overstap naar collectieve warmte. Alleen publieke warmtebedrijven die voldoen aan de noodzakelijke randvoorwaarden - zoals voldoende financiering en passende wet- en regelgeving - komen in aanmerking voor een nieuw warmtekavel, die gemeenten gaan toewijzen. De infrastructuur komt in handen van een of meerdere publieke partijen met een doorslaggevende stem, zodat de publieke belangen beter worden geborgd, ook op de lange termijn.”
Het wetsvoorstel - voluit de Wet collectieve warmtevoorziening of Wcw - is tegen het zere been van warmtebedrijven als Vattenfall, Eneco en Ennatuurlijk (tot 2014 het warmtebedrijf van Essent). Samen bezitten deze drie circa negentig procent van de warmte-infrastructuur. In totaal zijn 450.000 woningen in ons land op warmtenetten aangesloten. Het grootste deel van de warmtebronnen bestaat uit industriële restwarmte van gasgestookte centrales, afvalverwerkers en de industrie, aangevuld met biomassastook en geothermie.
Na de liberalisering van de energiemarkt is er wel het nodige veranderd: waren samenwerkingsverbanden van burgers na de eeuwwisseling beperkt in aantal, tegenwoordig zijn er ongeveer zevenhonderd energiecoöperaties in ons land actief. Die zetten de laatste jaren, net als warmtebedrijven, steeds meer in op moderne middentemperatuur (MT) of lagetemperatuur (LT) warmtenetten uit duurzame bronnen.
Zeggenschap
Siward Zomer, coöperatief directeur van Energie Samen, onderschrijft de gekozen lijn van de minister. “Wij staan positief tegenover de plannen van Jetten”, zegt Zomer. “Dit brengt rust in de markt en in de processen. Tevens geeft het onze leden een extra reden om voortvarend aan de slag te gaan. Energie is een basisbehoefte waarin bewoners het voor het zeggen moeten hebben.”
Zomer heeft, zo zegt hij, de argumenten van commerciële bedrijven tot treurens toe gehoord. Bang voor vertraging van de warmtetransitie is hij allermist. “Ze vissen vooral de krenten uit de pap”, stelt hij. “Dat ze geen winst naast de kostprijs kunnen maken, het zij zo. Er is veel werk te verrichten. Intussen gaan meer dan honderd bewonersinitiatieven voor warmtenetten gewoon door, zoals een project met aquathermie in Heeg, het Wilhelmina Gasthuis-terrein in Amsterdam of de proeftuin Terheijden in Drimmelen.”
Volgens Zomer valt de warmtetransitie organisatorisch de komende jaren prima te regelen. “Commerciële partijen kunnen hun kennis en expertise als dienstverlening aan gemeenten verkopen. Daarvoor hoeven ze niet de warmte-infrastructuur in eigendom te hebben. Wie dat in handen heeft, bepaalt de tarieven. Straks zijn er tweeduizend warmtenetten. Als er dan veel klachten komen, kan de ACM die onmogelijk allemaal controleren. Dan wil je ook daar lokale, democratische controle op. Commerciële partijen waarmee we graag via dienstverlening of via publiek-private samenwerking [PPS; red.] willen samenwerken, zouden zich moeten voorbereiden op de nieuwe werkelijkheid. Daarover vallen vast goede afspraken te maken.”
Markt op slot
“Dit wetsvoorstel lijkt me een historische blunder”, reageert Ernst Japikse, CEO van Ennatuurlijk. Met tachtig procent is PGGM, het pensioenfonds Zorg en Welzijn, daarin grootaandeelhouder. “Juist op het moment dat we een duurzaam alternatief voor aardgas nodig hebben, gooit de minister de warmtemarkt op slot. Dit voorstel zal de energietransitie vertragen, de energieprijs voor de eindgebruiker verhogen en leiden tot het verdwijnen van kennis en expertise. Dit raakt niet alleen onze sector hard. Het is ook een signaal naar andere sectoren dat de overheid gemakkelijk met onteigening omspringt. Onze investeringsbeslissingen voor nieuwe projecten zijn door het voorstel noodgedwongen stil komen te liggen.”
Japikse wijst daarop naar het PwC-rapport, gemaakt in opdracht van het ministerie, over de effecten van publieke eigendomsverplichting (PDF). In dit rapport stelt het adviesbureau dat er 5,6 miljard euro nodig is om in 2030 een half miljoen woningen op een nieuw warmtenet aan te sluiten en verder nog een onbekend bedrag voor de ontwikkeling van nieuwe warmtebronnen. Volgens PwC is die ambitie, mede gezien de wettelijke uitsluiting van netwerkbedrijven om aan productie en levering van warmte deel te nemen, ‘waarschijnlijk onhaalbaar’.
“Het is alsof je de kalkoen vraagt wat we met Kerst gaan eten”, zegt hij, verwijzend naar de overgangsperiode van zeven jaar die de minister nu voorstelt. “We hebben geen idee wat we er dan voor terugkrijgen. Welke publieke partij zal de warmte-infrastructuur moeten vormgeven, wie zal dat moeten betalen? De minister en het parlement zijn niet in dialoog met de warmtesector gegaan over andere keuzemogelijkheden, bijvoorbeeld over PPS zonder meerderheidsbelang. Het is een illusie te denken dat de warmtetransitie via publiek eigendom beter kan worden bediend. Voorbeelden te over. Kijk maar naar Warmtebedrijf Rotterdam, dat eerder in handen was van lagere overheden. Dat liep uit op een debacle en is door Vattenfall overgenomen.”
Concessies
Het verhaal van Japikse wordt onderschreven door Manja Thiry, directeur warmte bij Eneco. “Wij begrijpen de wens tot meer publieke sturing, maar 50% plus één is het verkeerde instrument”, zegt ze. “De publieke sector heeft daar de capaciteit niet voor en het zorgt bovendien voor grote onzekerheid. Wij willen doorgaan met de landelijke doelstelling, maar door deze risico’s en onzekerheden houden we investeringen nu tegen het licht. Die bedreigen ook de planning van woningcorporaties en gemeenten, die bijvoorbeeld de renovaties van woningen en rioleringen aan nieuwe warmtenetten hebben gekoppeld. Dit werkt verder ook door in de keten, van leveranciers en aannemers tot projectontwikkelaars.”
Naast de waardering aan het eind van de overgangsperiode, heeft Thiry moeite met de looptijd van de concessies. Aanleg, beheer en onderhoud van warmtenetten zijn niet alleen kapitaalintensief, maar vergen tevens vele jaren. “Na twintig of dertig jaar worden we volgens de nieuwe wet onteigend”, vervolgt de directeur. “Het maakt echter nogal wat uit of dat twintig of dertig jaar is: bij twintig jaar wordt het een stuk duurder voor de eindgebruiker. Ook krijgen we dan te maken met een lappendeken aan concessies: voor de een is dat maximaal twintig jaar, voor de ander soms tien tot vijftien jaar. Uitbreidingen van warmtenetten zijn in de plannen van de minister niet mogelijk omdat het hoofdsysteem dan niet langer van ons is.”
Minister Jetten wil het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2023 aan de Raad van State aanbieden en direct na het zomerreces van 2023 aan de Tweede Kamer. De inwerkingtreding van de Wcw staat gepland voor 1 juli 2024 en de introductie van de nieuwe tariefregulering op 1 januari 2025.
Lees ook:
Ecologische effecten van aquathermie (PDF)
Warmteleveranciers verhogen hun tarieven volgend jaar fors
Tekst: Tseard Zoethout