Op uitnodiging van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie schreef professor Jan Rotmans een sterkte-zwakte analyse van de RES’en. Vervolgens komt hij in zijn essay, op basis van inzichten uit de transitiekunde, met handvatten voor de toekomst, getiteld ‘RES’en: van Doel naar Beweging’.
De opgave waar we voor staan is gigantisch, zo blijkt uit de publicatie van Rotmans, als hij schrijft dat hij zich ‘beperkt tot de samenhangende energie-klimaat-water-natuur-landbouw-woning transitie opgave’. Hij onderscheidt die berg aan problematiek van de geopolitieke ontwikkelingen, bijvoorbeeld door de oorlog in Oekraïne, maar een beperkt probleem kun je dat allerminst noemen. Vandaar ook dat Rotmans concludeert: “Dit gaat ingrijpende gevolgen hebben voor de ruimtelijke inrichting van ons land. Klimaatadaptatie legt beslag op het landschap en de ruimte en er moet meer ruimte komen voor de natuur om o.a. het stikstofprobleem op te lossen. Ook willen wij ca. 1 miljoen nieuwe woningen bouwen, waarvan twee derde in het kwetsbaarste deel, ver onder zeeniveau.”
“Als je al deze ruimtelijke claims optelt heb je ongeveer twee à drie keer de oppervlakte van Nederland nodig. Dit vraagt om harde, scherpe en pijnlijke ruimtelijke keuzes. Ik denk zelf dat vrijwel iedere vierkante meter in Nederland de komende 100 jaar op de schop zal gaan en dat de komende 100 jaar meer zal veranderen dan in de afgelopen 1000 jaar.”
Radicale maatregelen
Rotmans beschrijft eerst het huidige economisch landschap, waarin “de klimaatdoelen de overheid dwongen tot CO2-reductie en de natuurdoelen de landbouw verlamden. En telkens kwam de rechter eraan te pas om het af te dwingen. Met alle gevolgen van dien voor de landbouw, industrie, bouw en verkeer & vervoer. Deze sectoren zullen moeten hervormen en dat gaat pijn doen. Radicale, pijnlijke maatregelen zijn onvermijdelijk. Nederland kan zich hier niet meer uit polderen. Polderen bij transitieopgaven leidt tot pseudo-oplossingen die in no-time onderdeel van het probleem worden.”
Leiders en koplopers
Als Rotmans zich richt op de toekomst als uitvloeisel van de RES’en, schrijft hij: “Ik pleit ervoor om de RES’en uit te laten groeien tot een beweging, die vanuit positieve kernwaarden in staat is om de transitie naar een duurzame en circulaire samenleving te versnellen. Succesvolle bewegingen uit het verleden hadden gedeelde kernwaarden, principes, symbolen, rituelen en leiders. Als ik dit toepas op de RES’en dan zou dat het volgende kunnen betekenen.
Een maatschappelijke energiebeweging van onderop die geworteld is in de regio’s en leiderschap heeft in de regio’s. Met leiderschap bedoel ik mensen met lef en moed uit de samenleving, niet vanuit de politiek of de gestaalde kaders, maar gewone mensen met een bijzondere inzet voor het hogere doel. Verschillende typen mensen uit de samenleving die symbool staan voor de beweging: koplopers, verbinders, kantelaars, slopers en bouwers die de beweging een gezicht geven.”
Symbolen
“Gedeelde kernwaarden zouden kunnen zijn: positief, vertrouwen, lef, samen en doelgericht. Van belang is hiervan vooral het positieve karakter van de kernwaarden, omdat dat is wat verbindt. Rituelen kunnen bijvoorbeeld zijn bijeenkomsten op bijzondere plekken, tournees zoals regiotours langs inspirerende voorbeelden van de energietransitie. En symbolen zijn herkenbare tekenen die aangeven dat je lid of deel bent van de energiebeweging, zoals een sticker, tattoo, vlag of kledingstuk.”
Rotmans sluit af met de oproep aan “bestuurders en burgers om via nieuwe wegen elkaar te vinden, zodat top-down beleid en bottom-up praktijk elkaar kunnen versterken. Alleen top-down heeft zichtbaar gefaald de afgelopen decennia, maar alleen bottom-up is ook niet voldoende. Alleen een synthese van top-down en bottom-up kan leiden tot een succesvolle energietransitie in de regio’s. Dat vraagt om verbindend en authentiek leiderschap, zowel van bestuurders als burgers.”
Je vindt het hele betoog van Rotmans, dat hij afgelopen vrijdag overhandigde aan minister Rob Jetten, op de website van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie.