Rijksvastgoedbedrijf: ‘Met alleen energie besparen redden we het niet’

“Veel van wat we bouwen gaat ten koste van de natuur”, aldus Wouter Goossens van het Rijksvastgoedbedrijf bij het opleveren van de Routekaart Rijkskantoren 2.0 voor een CO2-neutrale kantorenportefeuille. Daarin is geprobeerd veel verschillende duurzaamheidsthema’s te integreren.

 

Wil het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) CO2-neutraal zijn in 2050, dan behelst dat meer dan de energietransitie alleen. “We moeten ook gebruikmaken van circulariteit, klimaatadaptief bouwen en zelfs biodiversiteit”, benadrukt Wouter Goossens (procesmanager Rijksvastgoedbedrijf, foto rechts), medeauteur van de eerste en de tweede Routekaart Rijkskantoren. “Veel van wat we nu nog bouwen gaat ten koste van de natuur. Ook dat vergt een ommekeer in ons doen en denken. Met de tweede versie van de routekaart hebben we geprobeerd om al die duurzaamheidsthema’s te integreren.”

De Routekaart 2.0 is dus een stuk uitgebreider dan de eerdere versie. En een stuk complexer. “Neem zonnepanelen”, zegt Goossens. “Hartstikke goed voor de energietransitie, maar over twintig jaar belanden ze op de schroothoop. Niet echt circulair dus.”

Hergebruik

Circulariteit vraagt erom dat je nu al nadenkt over de toekomstige functie van een gebouw en over de materialen die je gebruikt. Een nieuwe pui moet niet alleen energie besparen, maar ook remontabel en herbruikbaar zijn. Want sommige bouwmaterialen, zoals staal en beton, worden schaarser en daardoor duurder. Tegelijkertijd is het een betrekkelijk nieuw thema waarin nog veel ontwikkeling nodig is. En hoe organiseer je hergebruik? Hetzelfde geldt voor biodiversiteit. Goossens: “We weten dat we de biodiversiteit in de gebouwde omgeving schade toebrengen. Dit zullen we moeten omdraaien. Maar hoe, dat is nog een hele zoektocht.”

Bij de renovatie van het voormalige Belastingkantoor in Haarlem, dat wordt verbouwd voor de nieuwe gebruiker Rijkswaterstaat, worden herbruikbare gebouwdelen uitgesorteerd.

Dat duurzaamheid per definitie gaat over de lange termijn en dat de meeste kantoorgebouwen niet voor de eeuwigheid zijn gebouwd, maakt het lastig. Soms is sloop en nieuwbouw duurzamer dan een opknapbeurt van bestaand vastgoed, maar dat verschilt per gebouw en per locatie. Bij ieder project moet dus nauwkeurig de vergelijking worden gemaakt tussen CO2-belasting door energetische maatregelen en CO2-belasting door materiaalgebruik. Goossens: “Die CO2-rekenmethodes staan nog in de kinderschoenen, maar die kant zou het RVB wel op willen.”

Daktuin

Goossens ziet de markt al de kant van CO2-berekeningen op bewegen. Aannemers blijken soms zelfs al verder te gaan dan in aanbestedingen wordt uitgevraagd. “Neem het vroegere gebouw van de Belastingdienst in Haarlem”, vertelt hij. “Dat wordt verbouwd tot een nieuw onderkomen voor Rijkswaterstaat. In de aanbesteding heeft de aannemer veel punten gescoord door in te zetten op duurzaamheid. In de uitvoering wordt metaal gestript en hergebruikt en er komt zelfs een daktuin.” Bovendien blijkt het aannemersconsortium in staat om een hoger energielabel te realiseren dan het RVB had voorgeschreven.

Aannemers gaan soms verder dan in aanbestedingen wordt uitgevraagd.

Goossens: “Je ziet dus dat de markt zelf al met heel goede ideeën komt en een stapje kan zetten op het gebied van circulariteit en biodiversiteit. Er is zoveel innovatie- en ontwikkelkracht in de markt, meer nog dan wij bij de aanbesteding voor mogelijk hielden.”

Automatismen

De bedoeling van de routekaart is ook dat automatismen binnen het RVB kritisch worden bekeken. Belangrijk onderdeel is dat de zogenoemde ‘natuurlijke momenten’ in de levensduur van gebouwen worden benut. Dat houdt in dat als bijvoorbeeld dakbedekking vervangen moet worden, er meteen wordt gekeken of er extra isolatie onder kan. En of dat er ook zonnepanelen op geplaatst kunnen worden.

Tegelijkertijd wordt er tijdens ingrijpender verbouwingen altijd vooraf bepaald wat het meest bijdraagt aan het halen van de duurzaamheidsdoelen. Dat kan een nieuwe, circulaire gevel of een volledig energieneutrale installatie zijn. Maar ook sloop en nieuwbouw is een optie. Soms pakt dat beter uit. Goossens: “We zullen op dat soort momenten op ieder niveau binnen onze organisatie moeten afwegen wat het meest bijdraagt aan het einddoel. En dat is niet meer automatisch verbouwen.”

Geld

Om de nieuwe weg van de integrale benadering ook daadwerkelijk te kunnen bewandelen, moet de Routekaart 2.0, net als twee jaar geleden bij de eerste versie, nog wel worden geformaliseerd. Het Directoraat-generaal Overheidsorganisatie (DGOO) en onze klanten moeten dit steunen. En er moet geld beschikbaar komen. Want hoewel duurzaamheid bij het RVB een begrip is, ziet Goossens ook dat de urgentie er nog niet overal is.

Goossens: “Er zijn genoeg collega’s die dit uit een persoonlijke motivatie oppakken. Maar er zijn er ook die pas bewegen als er een officiële opdracht komt. Of die zeggen: ‘Ik wil wel, maar er is geen geld’.” Maar dat mag volgens Goossens geen excuus meer zijn. Want hoewel ook circulair, klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen hoogstwaarschijnlijk tot een hogere vierkante meterprijs leiden, kunnen we het ons volgens de RVB’er niet langer veroorloven om het niet te doen.

“We hebben simpelweg een doel te halen met elkaar. Als het om veiligheid gaat, discussiëren we toch ook niet eindeloos over geld? Voor duurzaamheid zou hetzelfde moeten gelden. Het gaat er niet om of we wel of niet duurzaamheid moeten meenemen in ons werk. We moeten verder op deze aardbol, dus doen we het gewoon.”

Bron: Rijksvastgoedbedrijf
Fotografie: Kick Smeets

Foto boven: De renovatie van het voormalige belastingkantoor in Haarlem.

Deel dit artikel

permalink