Duurzame troonrede roept op tot integrale systeemverandering
We moeten de crisis gebruiken om duurzamer, socialer en economisch veerkrachtiger te worden. Dat gaat verder dan verduurzaming of circulariteit, zo werd duidelijk uit de oproep van hoogleraar Jan Jonker, die dit jaar op 1 september de Duurzame troonrede hield tijdens de 22e editie van Duurzame Dinsdag.
Welke economische koers gaat ons land varen? Als het ligt aan Jonker, gooien we het marktdenken overboord en richten we ons op de waardering van het menszijn en op de restoratie van onze aarde, zelfs als dat een negatieve economische impact als gevolg heeft.
Algehele systeemverandering
Volgens Jonker gaan we met onze huidige economie ‘de natuur met een kettingzaag te lijf, met alle gevolgen van dien’. Hij pleit daarom voor een stevige afschrijving van ons economische systeem. Dat is een veel hardere transitie dan we tot nu toe voor ogen hadden, een die niet alleen duurzaamheid of een circulair businessmodel centraal zet, maar ook een versterkte sociale inclusie nastreeft.
De lineaire economie die we hebben gemaakt bracht ons veel welvaart, maar heeft ons ook veel gekost. Daarmee doelt Jonker op ecologische vervuiling, op financiële en sociale ongelijkheid en op de uitputting van onze aarde. “Ons socio-economische systeem heeft een kortere houdbaarheid dan we dachten”, aldus Jonker. “Ook onze onderlinge afhankelijkheid is scherp zichtbaar geworden. We zijn ons bewust geworden van de kwetsbaarheid van onze maatschappij.”
Gevaarlijk achterhaald
Toch gaan we vooralsnog niet anders organiseren en juist dát is nu belangrijk, zegt Jonker in de troonrede. Dat doen we niet door ‘simpelweg de welvaart anders te verdelen’ of door ‘cruciale beroepen meer waardering te geven’, maar door iets ‘veel fundamenteler’. “De pandemie is misschien wel een blessing in disguise. Laten we dit momentum niet onbenut laten.” Dat doen we volgens Jonker door nieuwe betekenis te geven aan waarde en de waardering van waarde.
Jonker noemt ons marktdenken in sociaal en ecologisch opzicht ‘gevaarlijk achterhaald’. “We moeten de obsessie loslaten en ons systeem zo inrichten dat het onze gemeenschap, het klimaat en de natuurbronnen beschermt, ook al betekent dat minder, geen of zelfs negatieve economische groei. Het is ronduit naïef om te denken dat we alleen op technologie kunnen vertrouwen om de problemen waar we nu voor staan op te lossen.”
De oplossing is te vinden in een ander socio-economische waarde, waarin community centraal staat. Ook moeten we een transitie maken naar een economie waarin ‘circulariteit, restoratie van biodiversiteit en sociale inclusiviteit leidende beginselen zijn’. Jonker voorziet enkele transitiemechanismen om die transitie in de komende tien jaar vorm te geven.
Transitiemechanismen
Die mechanismen gaan ongetwijfeld voor ophef zorgen, maar volgens Jonker zijn ze absoluut noodzakelijk om ‘te investeren in transitie met oog op duurzaamheid’. Zo stelt de hoogleraar voor om het belasten van arbeid te verschuiven naar het belasten van het gebruik van grondstoffen en uitstoot, alsook een herziening van het fiscale systeem met oog op waardebehoud, in plaats van op basis van afschrijving.
Op sociaal vlak adviseert Jonker om vanuit de overheid meer ruimte te geven aan burgercollectieven op gebied van voedsel, energie en mobiliteit met ‘een passende juridische inbedding en een structurele stabiele en fiscale stimulans’. Ook moeten producenten ‘stapsgewijs verantwoordelijk worden voor de circulaire levenscyclus van hun product’. Om bovendien generationele solidariteit te stimuleren, moet vermogen belast gaan worden in combinatie met een basisinkomen voor iedereen. “In Nederland is economische ongelijkheid een onderbelicht thema”, aldus Jonker.
En, klap op de vuurpijl: “Investeer in het uitfaseren van bedrijven die niet bijdragen aan maatschappelijke en economische waarde door deze te beprijzen en te belasten”.
Winnaars en verliezers
Als we de moed hebben om deze mechanismen op te pakken, gaat volgens Jonker een maatschappij ontstaan met ‘meer veerkracht, gezondheid, schone lucht en gelijkheid’. Daarvoor moeten we wel kunnen rekenen op stabiele en consequente leiderschap vanuit de overheid, ‘ongeachte de politieke kleur’. Sterker nog: “Elke politieke partij die in de komende verkiezingen niet programmatisch inzet op de noodzakelijke domeinen voor transitie, zoals duurzaamheid, biodiversiteit, circulariteit en sociale inclusie, zou geen stemmen moeten krijgen”, aldus Jonker.
Een stabiel en nationaal tienjarenplan, zoals we ook voor onze dijken hebben, zou volgens Jonker een sterk vertrekpunt kunnen zijn. Hij geeft toe dat dit moeilijk gaat zijn. “Transitie zijn complex, ongemakkelijk, pijnlijk en ze kennen zowel winnaars als verliezers”, aldus Jonker. Maar dat is het waard, zo sluit de hoogleraar af, want: “Wij mensen zijn passanten op deze aarde, die we met grote zorg moeten koesteren, beheren en restoreren, zodanig dat de generaties na ons kunnen leven en liefhebben.”
Tekst: Reinoud Schaatsbergen