Kruislaaghout in de polder: hoe bescherm je dat?
- Artikel
- Circulariteit
Natuurlijk word je als familiebedrijf enthousiast van twee jonge bouwers, die het ambachtelijk vakmanschap van hun vader erfden en samen met jou de duurzaamheid omarmen. Portret van een bijzonder duo: Remmers en ELEMENT Buildings.
Het is een lastige wandeling door drassig landschap, voordat je stuit op de nieuwe werkschuur van The Cranberry Company in Gouderak. Ogenschijnlijk een eenvoudig optrekje, maar wel een met een fraai en duurzaam verhaal. Dat begint bij Floris (30) en Marijn (28) Steenland, die als bouwkundig ingenieur werden opgeleid, maar helemaal niets moesten hebben van de standaard bouw(methoden), zoals die werden gedicteerd door het boekwerk ‘SBR-Referentiedetails’. Floris: “Zo moest een gebouw eruitzien. En hoe beter je dat kon maken, hoe hoger je cijfer.” Marijn: “Daarvan afwijken en met andere oplossingen komen, werd niet geaccepteerd. Zo ontdekten we dat de hele bouwkolom enorm traditioneel is.”
Meubelmakerij
Dat het duo een andere kijk op bouwen ontwikkelde, is een genenkwestie. In de meubelmakerij van overgrootvader Wim, grootvader Wim en vader Jos Steenland (70) ontstond vanzelfsprekend vooral de passie voor hout. Sinds 1903 ontwikkelden en bouwden zij in de regio hoogwaardige objecten, zoals woningen, (zeil)boten en meubels. Traditionele handgereedschappen waren de norm, maar later kwam er ook CNC-apparatuur aan te pas: de gerobotiseerde freeskop. Aspecten als detaillering en ambachtelijk vakmanschap bleven echter de boventoon voeren.
Floris: “Onze vader deed eigenlijk alleen maar afwijkende dingen. Met dubbel gekromde objecten en meubels, of woningen met heel aparte vormen. Elk detail moest echter wel loepzuiver zijn. Zo moet je in de maritieme industrie extreem waterdicht zijn of heel sterk. En dan ga je onconventionele manieren bedenken om iets te kunnen maken.” Na verschillende omzwervingen in de bouwwereld vond het duo elkaar twee jaar geleden in de houtbouwonderneming ELEMENT Buildings, waarin het bouwen met kruislings gelamineerd vurenhout (CLT) centraal staat. Marijn: “Ik heb een aantal jaren voor mezelf gewerkt, maar daarin miste ik iets. Ik maakte wel leuke dingen en spannende objecten, ook van hout. Maar ik miste wel die grotere impact. In plaats van mooie keukens of balies maken, wil je ook een keer een heel huis bouwen.”
Floris (links) en Marijn Steenland in hun werkplaats.
Duurzame keuzes
Het is deze passie die ontdekt werd door Hylko de Haan van Remmers, het Duitse familiebedrijf dat zich specialiseert in het beschermen van bouwmaterialen met diverse soorten oliën, verven en lakken. Het coaten van hout doet Remmers op een duurzame manier, geheel passend bij de natuurlijke weg die de broers Steenland volgen. De Haan: De markt is traditioneel, maar we merken wel een duidelijke beweging naar duurzaamheid. Hier kan Remmers een heel goede partner in zijn. Het is een kwestie van vertrouwen. Men grijpt liever naar het bekende. Dat blijft bijzonder, want als je bijvoorbeeld kijkt naar auto’s, dan wil men wel graag het nieuwste van het nieuwste.”
Een leverancier van ELEMENT Buildings introduceerde Remmers bij de broers Steenland en dat beviel meteen heel goed. Ook aan de kant van Remmers. De Haan: “Met hun achtergrond vanuit de meubelindustrie zorgen zij voor een hoog afwerkingsniveau. Ze luisteren goed, doen zelf de maatvoering en kunnen goed tekenen. Vandaar dat wij elkaar op projectniveau hebben gevonden.” Twintig bij vier meter Dat project, de werkschuur in het Groene Hart, is dus gemaakt van Cross Laminated Timber, een houtsoort die door de Steenlands van harte werd omarmd. “Het was natuurlijk een van onze randvoorwaarden”, vervolgt Marijn, “dat we met hout zouden gaan werken, maar niet met houtskeletbouw. Toen kwam dit materiaal, ook wel kruislaaghout genoemd, op ons pad. Met de bijbehorende maatvastheid, dankzij computergestuurde CNC-machines, en de mogelijkheid van verfijning tot op de millimeter, beviel het ons direct heel goed. Hiermee kun je bouwen volgens hetzelfde principe als het bouwen van een kast. Er komen 2D-platen binnen en uiteindelijk rolt daar een 3D-object uit. De volgorde van stapelen en bouwen is in principe hetzelfde als bij een kast. Alleen op een veel grotere schaal.”
De werkschuur in een afgelegen deel van de Krimpenerwaard.
De gebroeders Steenland bestellen hun hout onder meer in Oostenrijk, waar het kant-en-klaar vandaan komt. De panelen (voor vloeren en wanden) kunnen tot twintig bij vier meter groot zijn en de gelaagdheid bepaalt de sterkte, de constructieve mogelijkheden en de isolatiewaarde. Het kruislings verbinden - vergelijkbaar met multiplex, maar dan niet met geschild hout, maar met gezaagde vurenhouten planken – gebeurt in de fabriek, waarna de bouwtekeningen en CNC-freesmachines zorgen voor een perfecte maatvoering en afwerking. De sparingen voor het elektra worden er daar al in gefreesd. Oh ja, het is FSC- en PEFC-gecertificeerd hout uit Oostenrijk, waar de leverancier meer bos plant dan kapt.
Trek en druk
Over de gunstige eigenschappen raken de broers niet uitgepraat. Floris: “Een CLT-element is volledig verlijmd. Je hebt ze in diverse lagen, van drie tot elf, altijd een oneven aantal. Zo krijg je steeds dezelfde lamelrichting en tekening aan de buitenkant. Bovendien is een plank recht op de nerf sterker. Die kan dan heel goed tegen trek en druk.” Marijn vult aan: “Door ze kruislings te verlijmen, komen de beste eigenschappen naar boven. Als je het hout een-laags toepast, gaat het veel meer werken. CLT houdt zichzelf helemaal stijf.”
“Er zijn verschillende lijmsoorten mogelijk”, gaat Floris verder, “zoals PU-lijm, waarvan sommigen vinden dat de brandwerendheid beter is gewaarborgd. Gemiddeld gezien zijn ze hetzelfde, maar de lijm van onze leveranciers is in ieder geval vrij van formaldehyde. Je kunt CLT overigens ook gedeuveld krijgen, dus lijmvrij, maar dat heeft veel minder constructieve eigenschappen. Minder dan 0,06% van al ons materiaal bestaat uit lijm. Je kunt de platen echter prima uit elkaar halen en ergens anders hergebruiken.”
Transparante bescherming
Rondom is de schuur voorzien van grote overstekken, waarbij het CLT in het zicht is gelaten. Ter bescherming daarvan is in deze tamelijk natte polder (Krimpenerwaard) Remmers aangetrokken. Met het product Aqua HSL-35 wordt dat hout beschermd en kan het bijvoorbeeld niet gaan schimmelen. Floris: “Het is een transparante lak, zodat de structuur van het hout mooi zichtbaar blijft. Veel varianten in de markt geven ook een goede bescherming, maar zorgen vaak nog voor een whitewash look. Remmers heeft dat gereduceerd en levert een zo transparant en natuurlijk mogelijke lak.”
Hylko de Haan (Remmers): “Remmers zou graag vaker in het voortraject willen meedenken bij het maken van duurzame keuzes.”
“Dit is een tegenhanger van Induline GW 310”, vult DeHaan aan, “en is iets dikker. Toch is het een lak die niet filmvormend is. Zo laat je de constructie open, want CLT moet ook kunnen ademen.” Marijn vervolgt: “Dit hoef je maar een keer in de zes jaar aan te brengen, nadat je het hout eerst licht opschuurt.” Voorts zijn daar nog de belangrijke kopse kanten. Marijn: “Als je die behandelt, wordt de verf allemaal naar binnen gezogen. Daar heb je dus een andere coating voor nodig dan voor een vlakke wand. Die coating is zelfs nog wat dichter en sterker, omdat je niet wilt dat er vocht in kan komen.” Hiervoor werd door Remmers Induline SW 910 ingezet. Aan de buitenkant is de schuur verder afgewerkt met het duurzame Zweeds rabat hout. Hier was wel een kleur nodig en werd de zwarte versie van Aqua HSL 35 gebruikt.
Kleine vrachtwagen
Opmerkelijk detail in de omgeving van Gouda: er kwamen twaalf vurenhouten palen van elf meter lengte aan te pas als fundering. Die kunnen onbehandeld in de natte ondergrond blijven zitten. Verder zijn tussen die palen en de fundering van de werkschuur betonnen ‘oplengingen’ van anderhalve meter aangebracht om zo de grondwaterfluctuatie goed te kunnen opvangen. Het was ten slotte in de hete zomer van 2019 dat de beide broers zelf mee bouwden op de bijzondere locatie, waar alleen een kleine kraan met in totaal vier man voldoende was om het geheel in drie dagen te voltooien. De complete constructie werd aangevoerd met één vrachtwagen, dus ook op het gebied van transport werd de duurzaamheid volop beleden.
Tekst: Ysbrand Visser