Gemeenten werken aan CO2-neutraliteit

De Nederlandse overheid wil dat de landelijke CO2-uitstoot in 2050 80 tot 95% minder is dan in 1990. Duurzaam Gebouwd sprak enkele ambitieuze gemeenten over hoe ze CO2-neutraal willen worden. “Stel een ambitieus doel op korte termijn, dat zorgt voor reuring.”

Foto: Nijmegen komt in dit artikel aan bod als een van de gemeenten die op CO2-neutraliteit inzetten.

Energieneutraal in 2020. Dat doel stelde de Zuid-Hollandse gemeente Goeree-Overflakkee zich in 2013. “Dat doel gaan we niet halen”, weet raadslid Jaap Willem Eijkenduijn inmiddels. “De grootste stap gaan we zetten door 75 windmolens te plaatsen, met een gezamenlijk vermogen van 225 MW. Dit dekt 70% van de energievraag. Daarnaast hebben we voor 50 hectare aan zonnepanelen geplaatst, met een totaalvermogen van 50 MW. Een getijdencentrale in de Brouwersdam moet voor het laatste deel van onze duurzame energieopwekking zorgen: hiervoor zorgt de overheid voor een deel van de financiering, het resterende deel moet komen vanuit marktpartijen. Vanwege die vertraging halen we ons gestelde doel in 2021 of 2022.” [Een recente internetconsultatie over deze getijdencentrale wees uit dat marktpartijen geïnteresseerd zijn, maar het risico nog te hoog vinden, red.]

Dat Goeree-Overflakkee haar gestelde doel niet haalt, vindt Eijkenduijn niet erg. “Door zes jaar geleden die ambitie te stellen, hebben we wel voor reuring gezorgd. We hebben inmiddels het effect ook gemerkt: in 2013 waren we nog een krimpgemeente, maar sindsdien zijn we gegroeid met 1.350 inwoners. Daarnaast zijn er in diverse sectoren 1.500 banen bijgekomen. Dat komt omdat duurzaamheid bij al onze beslissingen en activiteiten een belangrijke rol speelt. We beschouwen het niet meer als een losstaand onderwerp.”

De Kerkstraat in Sommelsdijk, Goeree-Overflakkee. Foto: Pieter Prins

Draagvlak bij burgers

Over één aspect is hij minder te spreken. “Hoewel de inwoners tegen zes plaatsingslocaties van windmolens waren, heeft de gemeenteraad dit toch doorgedrukt. Dit is niet de juiste manier geweest: hierdoor krijgen bewoners weerstand tegen de overheid, terwijl we juist voor zoveel mogelijk draagvlak bij de bewoners moeten zorgen. ”Daarom is Eijkenduijn blij met het proefproject, waarbij burgers mogen meedenken bij het herontwerp van het cultureel centrum Diekhuus. “Aan de hand van enkele gestelde richtlijnen mogen ze ontwikkelscenario’s bedenken. Zo willen we betrokkenheid voor de inwoners leuk en interessant maken. Het creëren van draagvlak bij hen speelt een belangrijke rol om energie- en CO2-neutraal te worden.” Dit beaamt Bouwe de Boer, energiecoördinator bij Gemeente Leeuwarden. Deze gemeente heeft haar doel om in 2020 fossielvrij te zijn aangepast naar ‘zo snel mogelijk’. “Het belangrijkste is dat we de energietransitie simpel houden en de positieve punten benadrukken, zodat we de benodigde steun van burgers krijgen. Dit probleem is niet technisch, maar psychologisch. Door het verhaal op een goede en juiste manier te vertellen, kunnen we het vertrouwen krijgen.”

Met die gedachte heeft hij de stichting ‘Freonen Fan FossylFrij Fryslân’ [Vrienden van fossielvrij Friesland, red.] opgericht. “Met deze onafhankelijke stichting willen we de energietransitie versnellen aan de hand van zes thema’s, waaronder honderd extra fossielvrije bedrijven, tweeduizend extra fossielvrije woningen en vijfduizend extra woningen met zonnepanelen.” Landelijke aandacht kwam vorig jaar met de ‘Elfwegentocht’. “We wilden zoveel mogelijk reuring en gaven studenten van NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden de opdracht om iets onmogelijks te bedenken. Zij kwamen met de uitdaging om twee weken lang te rijden zonder druppel benzine of diesel.”

Programmamanager Ruimte en Infrastructuur Volmar Delheij van Stadsregio Parkstad Limburg.

In totaal deden 100.000 deelnemers aan de actie mee. “Iedere dag heeft een Nederlandse provincie ons bezocht. De laatste dag heeft Rijkswaterstaat de weg tussen Leeuwarden en Drachten afgesloten voor een parade van duurzame voertuigen, met onder meer skeelers, fietsen, zonneauto’s en waterstofauto’s.” Met als resultaat dat de zogeheten blauwe diesel erg bekend is geworden, vertelt De Boer. “Het bedrijf Future Fuels uit Aldehaske verkoopt deze Finse fossielvrije diesel van hernieuwbare, plantaardige grondstoffen. Inmiddels is deze brandstof verkrijgbaar bij vijftig tankstations en laat Arriva tweehonderd bussen hierop rijden.”

Dat veel mensen, ondernemingen en gemeenten aan de actie wilden meedoen, maakt De Boer nog enthousiaster. “In 2020 volgt een nieuwe Noordelijke Elfstedentocht, samen met de provincies Drenthe en Groningen, met als thema ‘plasticvrij’.” Dit is wederom bedacht door hbo-studenten uit Leeuwarden.

Uniforme aanpak

De kracht van ‘Freonen Fan FossylFrij Fryslân’ is volgens De Boer dat overheden, ondernemers en burgers hierbij zijn aangesloten. “Dit geldt voor alle twintig Friese gemeenten: ze hebben allemaal een andere aanpak om fossielvrij te worden, maar door samen te werken komen we tot een uniforme aanpak.” Diezelfde gedachte bestond in 2013 bij Stadsregio Parkstad Limburg, een bestuurlijke samenwerking tussen acht Limburgse gemeenten. “Die gemeenten hebben de thema’s economie, wonen, ruimte en infrastructuur overgedragen aan dit samenwerkingsverband”, vertelt programmamanager Ruimte en Infrastructuur Volmar Delheij. “In vier bestuurscommissies met wethouders van die gemeenten worden besluiten genomen op collegeniveau. Als een meerderheid tot een overeenstemming komt, dan geldt dat besluit ook voor de andere gemeenten. Maar we werken voornamelijk vanuit consensus.” Het thema ‘duurzaamheid’ viel in eerste instantie niet binnen dit samenwerkingsverband.

Wethouder Harriët Tiemens van Gemeente Nijmegen. (foto: Gemeente Nijmegen)

“We hebben de betreffende wethouders destijds ervan overtuigd dat de energietransitie een enorm effect gaat hebben op de invulling van de landschappelijke ruimte. Waar fossiele energieopwekking zo’n 5% van de ruimte in beslag neemt, weten we dat dit voor duurzame energieopwekking zo’n 30% gaat worden. We wilden ons hiervoor op tijd voorbereiden om niet achter de feiten aan te lopen.”

Extra besteedbaar inkomen

Daarnaast bleek de regio financieel te kunnen profiteren van energieneutraliteit. “Uit onderzoek van Hogeschool Zuyd en Wageningen University & Research in 2015 bleken inwoners gezamenlijk zo’n half miljard euro aan energierekeningen te betalen. 98% van dit bedrag gaat de regio uit. Als we zorgen voor 10% duurzame energieopwekking in deze regio betekent dat op jaarbasis 50 miljoen euro extra besteedbaar inkomen”, legt Delheij uit. Daarna volgden een kwalitatief en een kwantitatief onderzoek per gemeente. “Uit het kwalitatieve onderzoek bleek dat iedere gemeente in 2040 energieneutraal kan zijn. In het kwantitatieve onderzoek hebben we laten berekenen hoeveel iedere gemeente tot 2040 in alle sectoren – wonen, dienstverlening, infrastructuur, landbouw en verkeer en vervoer – moet besparen om dit doel te behalen.”

De eerste stap is om in 2020 8% duurzame energie op te wekken. “Ieder begin is moeilijk, daarom hebben we in eerste instantie gekozen voor een kleinere stap. In 2020 kijken we hoever we zijn en berekenen we het volgende doel. De stappen moeten wel steeds groter worden.” Op basis van dat percentage heeft Stadsregio Parkstad Limburg een uitvoeringsprogramma gemaakt, met onder meer het aantal windmolens, het aantal zonnepanelen op daken en het aantal warmtepompen in gebouwen. “Met een knoppensysteem kunnen gemeenten kiezen tussen de diverse soorten duurzame-energieopwekking. Mocht een gemeente bijvoorbeeld minder windmolens willen, dan is direct te zien hoeveel extra zonnepanelen dit betekent.”

Zoeken naar subsidie

Ondanks dit samenwerkingsverband merkt Delheij dat duurzaamheid voor gemeenten nog niet hoog op de prioriteitenlijst staat om geld aan uit te geven. “Met mijn jaarlijkse budget van 250.000 euro kan ik weinig. Daarom zoek ik naar subsidies van onder meer Provincie Limburg, om bijvoorbeeld een expert op het gebied van windenergie aan te nemen. Want de experts die ik nodig heb, werken niet voor de gemeenten.” Wethouder Harriët Tiemens van Gemeente Nijmegen beaamt dat de financiering een uitdaging is. “Samen met andere gemeenten uit de regio Arnhem/Nijmegen stimuleren we marktpartijen om te investeren in duurzame energie, door gezamenlijk duurzame elektriciteit in te kopen die op ons grondgebied wordt opgewekt. Zo blijven de investeringen van regionale markpartijen in de eigen regio. Daarnaast werken we als gemeente mee aan oplossingen, bijvoorbeeld aan een onderzoek naar ultradiepe geothermieprojecten.”

Van de landelijke overheid krijgt Nijmegen hulp, meldt ze. “Van het Rijk hebben we 4,8 miljoen euro subsidie ontvangen om ons stadsdeel Dukenburg als zogeheten proeftuin aardgasvrij te maken. Van dat geld kunnen we zo’n 800 corporatiewoningen en ongeveer negentig winkels ‘aardgasvrij klaar’ maken, waarna we ze kunnen aansluiten op een toekomstig warmtenet.”

Impuls

De titel ‘European Green Capital 2018’ heeft in Nijmegen gezorgd voor nieuwe initiatieven en een impuls gegeven aan bestaande duurzame initiatieven. “En niet alleen dat ene jaar: juist inwoners, bedrijven en kennisinstellingen hebben ons aangespoord om voor die titel te gaan. Die titel heeft geleid tot een intensievere samenwerking tussen overheid, bedrijven, verenigingen en instellingen. Ook nationaal en internationaal praten we nu als Nijmegen mee aan tafels waaraan we als kleinere stad normaal nooit zouden aanschuiven. Daarnaast komen veel mensen kijken hoe we het hier doen: dat is goed voor de stad en voor bedrijven en instellingen die ook ver buiten Nijmegen hun kennis en producten kunnen laten zien.

Nijmegen heeft het streven om in 2045 energieneutraal te zijn. “Daarbij hebben we alle mogelijke bronnen nodig”, weet Tiemens. “Wat kunnen we bijvoorbeeld met de Waal die dwars door de stad stroomt? Ook is het belangrijk inwoners en bedrijven in de energietransitie te betrekken en mee te nemen. We gaan ervanuit dat mensen niet per se zitten te wachten op het veranderen van de warmtebron in de woning, maar dit is wel een noodzakelijke ingreep. Met woningcorporaties proberen we zo veel mogelijk werk met werk te verrichten, zoals het combineren van groot onderhoud en renovatie met de verandering van de warmtebron in het huis of in de wijk.”Voor Tiemens speelt de samenwerking steeds een belangrijke rol. “We proberen samen te werken in de transitie met het Rijk, de regio en andere partners. Alleen op die schaal kunnen we echt het verschil maken: praktisch en financieel.”

Tekst: Tim van Dorsten

Deel dit artikel

permalink